ECLI:NL:GHSHE:2024:2240

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
20-002044-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake schuldheling

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 13 juli 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1995 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken wegens schuldheling. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht om bevestiging van het eerdere vonnis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, waarbij het zich verenigde met de gronden van het vonnis, met een verbeterde lezing van de tenlastelegging en de bewezenverklaring. De tenlastelegging betrof de verwerving en het voorhanden hebben van twee telefoons en een ID-kaart, waarbij de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze goederen door misdrijf verkregen waren. Het hof heeft de bewezenverklaring bevestigd en het vonnis waarvan beroep gehandhaafd.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002044-23
Uitspraak : 8 juli 2024
VERSTEK (d.n.i.p.)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 13 juli 2023, in de strafzaak met parketnummer 01-109675-23 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake
schuldheling
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, onder verbeterde lezing van de tenlastelegging en de bewezenverklaring.
De tenlastelegging luidt na verbeterde lezing als volgt:
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 april 2023 en/of 27 april 2023 te Eindhoven, twee telefoons en
een ID kaart, althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
De bewezenverklaring luidt na verbeterde lezing als volgt:
(…) dat verdachte op 27 april 2023 te Eindhoven twee telefoons en een ID-kaart voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. T. van de Woestijne en mr. S.H.C. Merkx, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N. van der Velden, griffier,
en op 8 juli 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.