In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal en diefstal door twee of meer verenigde personen, met een gevangenisstraf van vier weken. In hoger beroep is de zaak beperkt tot de veroordeling voor de gekwalificeerde diefstal van een snorscooter en de heling van een fiets. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en de verdachte zal veroordelen tot zes weken gevangenisstraf. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting. Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor de diefstal van de snorscooter en heeft de verdachte vrijgesproken van de primair tenlastegelegde feiten. Wel is bewezen verklaard dat de verdachte opzetheling heeft gepleegd van een elektrische fiets. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding.