ECLI:NL:GHSHE:2024:2106

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
396-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in hoger beroep met betrekking tot doodslag

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte, die wordt verdacht van doodslag. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank, waarin zijn gevangenhouding was bevolen. Het hof heeft de argumenten van de verdachte en zijn raadslieden, mr. P. Saris en mr. Y. Quint, in overweging genomen. Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, gezien de verklaringen van de verdachte, getuigen en camerabeelden. De verdachte heeft de dief van zijn telefoon achtervolgd, wat heeft geleid tot een aanrijding waarbij de dief onder de bus van de verdachte kwam te liggen. Het hof concludeert dat er sprake is van een ernstig geschokte rechtsorde, maar dat de verdachte in beginsel het recht heeft om zijn berechting in vrijheid af te wachten. Gezien de gezondheidsklachten van de verdachte en de omstandigheden van de zaak, heeft het hof besloten het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toe te wijzen. De schorsing geldt tot de uitspraak in eerste aanleg.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Raadkamerappelnummer: AVNR. 000396-24
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank [plaats] van [datum] , waarbij namens:

[naam verdachte]

[geboortedatum en plaats]
[adres]
[detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank [plaats] van [datum] , bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadslieden mr. P. Saris en mr. Y. Quint.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten doodslag.
Naar het oordeel van het hof zijn er voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten. Het hof verwijst daartoe onder meer naar de verklaring van de verdachte, naar de verklaringen van diverse getuigen en naar de camerabeelden.
Hetgeen verdachte wordt verweten is een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving twaalf jaar of meer gevangenisstraf op staat. Voor toepassing van voorlopige hechtenis op een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat is bovendien vereist dat er sprake is van een ernstig geschokte rechtsorde. Daarvan is volgens vaste rechtspraak sprake wanneer het voor de samenleving niet te begrijpen zou zijn en door die samenleving ook niet geaccepteerd zou worden wanneer degene die zich waarschijnlijk schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf waar 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat, zijn berechting in vrijheid zou mogen afwachten. Als dat laatste zou gebeuren, dan zou dat tot maatschappelijke onrust kunnen leiden.
De vraag of er sprake is van een ernstig geschokte rechtsorde is afhankelijk van de feiten en omstandigheden waaronder het feit, in dit geval doodslag, zou hebben plaatsgevonden. Het hof zal derhalve na gaan wat in dit geval die feiten en omstandigheden zoals die blijken uit het dossier, zijn.
Verdachte is werkzaam bij de [hulpdienst] . Verdachte is opgeroepen om hulp te verlenen aan een gestrande automobilist en terwijl hij doende is die hulp te verlenen, neemt een derde uit de [werkbus] de telefoon en de beurs van verdachte weg met als doel zich deze wederrechtelijk toe te eigenen. Verdachte neemt met zijn bedrijfstelefoon contact op met zijn echtgenote met het verzoek de pasjes te blokkeren. Zij laat weten dat zij dit niet kan doen maar dat verdachte dat zelf moet doen. De zoon van verdachte laat via de telefoon weten dat het mogelijk is de ontvreemde telefoon te traceren. Dat gebeurt vervolgens en verdachte weet de telefoon te traceren. Hij treft de dief aan op een bankje, stapt uit en benadert de dief, die dan op een elektrische fiets springt en er vandoor gaat. Verdachte achtervolgt de man en in een bocht komt de fietser onder de auto van verdachte terecht. Verdachte stapt uit, ziet het slachtoffer onder zijn bus liggen en rijdt vervolgens achteruit om het slachtoffer van onder de bus te bevrijden. Hij vraagt omstanders 112 te bellen, de politie en een ambulance. Zelf bekommert hij zich om het slachtoffer.
Wat er zij van de juridische waardering en de vraag of de fietser door de verdachte met de bus is aangetikt dan wel of de fietser de macht over het stuur van de elektrische fiets is verloren en zo onder de bus is gekomen, er zijn naar het oordeel van het hof op dit moment vooralsnog voldoende ernstige bezwaren voor tenminste voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer door deze op korte afstand met een auto te achtervolgen.
Naar het oordeel van het hof is er ook sprake van een ernstig geschokte rechtsorde nu deze achtervolging en de aanrijding op klaarlichte dag heeft plaatsgevonden op de openbare weg in aanwezigheid van diverse getuigen. Voorts is er media aandacht geweest.
Het hof schat de mate waarin de rechtsorde is geschokt gelet op de feiten en omstandigheden waaronder het feit zou hebben plaatsgevonden weliswaar in als ernstig, maar die ernst bevindt zich gelet op de feiten en omstandigheden waaronder het feit zou zijn gepleegd, aan de onderkant van de ernstig geschokte rechtsorde.
De ernstig geschokte rechtsorde is mitsdien de grond waarop de voorlopige hechtenis kan worden gebaseerd.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof zal dat verzoek toewijzen en overweegt daartoe als volgt.
De verdachte jegens wie ernstige bezwaren bestaan ter zake van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan, heeft in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten. Dat kan anders zijn wanneer, zoals in deze zaak, er sprake is van een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. In een dergelijk geval is volgens vaste rechtspraak van dit hof, schorsing van de voorlopige hechtenis in beginsel slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte.
Naarmate de rechtsorde ernstiger is geschokt, dienen er zwaardere eisen te worden gesteld aan de persoonlijke belangen van de verdachte. Bij een minder ernstig geschokte rechtsorde zijn de eisen die aan de persoonlijke belangen worden gesteld minder zwaar.
Namens verdachte is onder meer aangevoerd dat hij kampt met ernstige gezondheidsklachten die niet binnen de PI kunnen worden behandeld. Daarnaast bestaat het risico dat door de detentie de klachten in ernst toenemen.
Het hof zal gelet op hetgeen door en namens verdachte is aangevoerd en gelet op hetgeen door het hof is overwogen met betrekking tot de ernstig geschokte rechtsorde, indachtig het recht van de verdachte om in beginsel zijn berechting in vrijheid af te wachten, het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toewijzen. Gelet op de omstandigheid dat hetgeen verdachte wordt verweten een strafbaar feit is waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt zal het hof de voorlopige hechtenis schorsen voor bepaalde tijd, namelijk tot aan de uitspraak in eerste aanleg in deze zaak.
Het hof wijst toe het verzoek en schorst de voorlopige hechtenis
met ingang van [datum] .

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst toe het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Beveelt dat de voorlopige hechtenis van verdachte zal worden geschorst
met ingang van [datum] .
Stelt aan verdachte als voorwaarden aan de schorsing:
dat verdachte, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
dat verdachte, ingeval hij wegens het feit waarvoor voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende vrijheidsstraf zou worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
dat verdachte gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis geen strafbare feiten zal plegen;
dat verdachte gehoor zal geven aan alle oproepingen van politie en justitie;
dat verdachte zich uiterlijk een kwartier voorafgaand aan de einduitspraak in deze zaak zal melden bij de dienstdoende ambtenaar in [rechtbank] , gevestigd aan [adres]
Aldus gedaan op 20 juni 2024
door mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter, mr. E.A.A.M. Pfeil en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 20 juni 2024
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]