ECLI:NL:GHSHE:2024:2103

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
20-000479-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in zaak van zware mishandeling en vernieling

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren, met bijzondere voorwaarden, voor poging tot zware mishandeling en vernieling. De benadeelde partij had een vordering ingediend, die gedeeltelijk werd toegewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat dit hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren heeft opgegeven. Bovendien heeft de benadeelde partij aangegeven geen inhoudelijke behandeling te wensen. Het hof heeft daarom besloten om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, waarbij ook de bijzondere voorwaarden voor de verdachte zijn herbevestigd, waaronder een meldplicht en een contactverbod met de aangeefster. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. A.C. Bosch als voorzitter.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000479-23
Uitspraak : 9 februari 2024
VERSTEK (DNIP)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 6 februari 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-285998-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Verdachte is bij vonnis, waarvan beroep, ter zake van poging tot zware mishandeling (zoals onder 1 primair tenlastegelegd) alsmede ter zake van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen (zoals onder 2 tenlastegelegd), veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen vervangende hechtenis, waarvan 70 uren, subsidiair 35 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van twee jaar en met, kort gezegd, de navolgende bijzondere voorwaarden:
  • een meldplicht bij Reclassering Nederland;
  • medewerking verlenen aan een behandeling door de Forensische polikliniek van [GGZ] of een soortgelijke zorgverlener;
  • een contactverbod met aangeefster [slachtoffer] ;
  • een locatieverbod voor een straal van 3 kilometer rondom [locatie] en/of rondom de woning van [slachtoffer] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] is tot een bedrag van € 5.396,96 gedeeltelijk toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij is in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep wegens het ontbreken van grieven.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven of een raadsman gemachtigd heeft dit namens hem te doen. Het hof is ook overigens niet gebleken van andere belangen om de strafzaak desalniettemin te onderzoeken nu ook van de zijde van de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren is gebracht dat zij geen inhoudelijke behandeling wenst en dat zij kan berusten in een mogelijke niet-ontvankelijkverklaring van het door de verdachte ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. S. Riemens en mr. N.J.L.M. Tuijn, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.S. Willems Ettori-Oort en mr. L. Beskers, griffiers,
en op 9 februari 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Bosch en mr. Tuijn zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.