In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van diefstal, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het heeft gekeken naar de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging. De verdachte is beschuldigd van diefstal van een kassalade met een geldbedrag van ongeveer 30-40 euro, waarbij hij zich toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op camerabeelden te zien is en dat er voldoende bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die momenteel in een verslavingskliniek verblijft. Het hof heeft ook de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 115,00 gelast.