Uitspraak
[alias persoon 1]”, dat is een andere naam voor [persoon 1] , ontmoet, een dealer met wie hij een afspraak had voor drugs. Hij zag dat [alias persoon 1] een vuurwapen had. [alias persoon 1] zei dat hij moest opdonderen. De verdachte heeft overwogen om, dan wel geprobeerd, het wapen van hem af te pakken. Daarna is de verdachte de brandgang in gelopen naar de [straat 1] . Hij heeft ook twee auto’s weg zien rijden. Op de camerabeelden zijn voorts twee personen waar te nemen die allebei een andere kant op lopen, hetgeen volgens de verdediging het alternatieve scenario ondersteunt.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
27 (zevenentwintig) maanden;
16 (zestien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
€ 1.015,00 (duizend vijftien euro)bestaande uit € 15,00 (vijftien euro) als vergoeding aan materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 1.015,00 (duizend vijftien euro)bestaande uit € 15,00 (vijftien euro) aan materiële schadevergoeding en € 1.000,00 (duizend euro) aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 20 (twintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 1.000,00 (duizend euro)als vergoeding aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2021 tot aan de dag der voldoening;
€ 1.000,00 (duizend euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2021 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 20 (twintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 1.000,00 (duizend euro)als vergoeding aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2021 tot aan de dag der voldoening;
€ 1.000,00 (duizend euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2021 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 20 (twintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 1.515,00 (duizend vijfhonderdvijftien euro)bestaande uit € 15,00 (vijftien euro) als vergoeding aan materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 1.515,00 (duizend vijfhonderdvijftien euro)bestaande uit € 15,00 (vijftien euro) aan materiële schadevergoeding en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;