ECLI:NL:GHSHE:2024:1901

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
200.301.759_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in hoger beroep inzake conformiteit tweedehands auto met defecte motor

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een appellant tegen twee geïntimeerden in een civiele procedure over de conformiteit van een tweedehands auto. De appellant, vertegenwoordigd door mr. L.J.L. Heukels, heeft een geschil met de geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. H.S. Memelink, over de staat van de auto, die een defecte motor vertoont. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 29 augustus 2023 en 23 januari 2024, waarin het hof de benoeming van een nieuwe deskundige in het vooruitzicht stelde. Na een mondelinge behandeling op 27 mei 2024, waarbij partijen geen overeenstemming bereikten, heeft het hof J.W. Davelaar benoemd als deskundige om specifieke vragen over de gebreken aan de auto te beantwoorden. Het hof heeft de kosten van de deskundige voorlopig ten laste van de appellant gebracht en een voorschot van € 4.042,61 vastgesteld. De deskundige moet onder andere vaststellen of er gebreken zijn aan de motor en of deze gebreken gevaar voor de verkeersveiligheid opleveren. Het hof heeft ook richtlijnen gegeven voor de rapportage van de deskundige en de procedure rondom de indiening van het deskundigenbericht. De zaak is verwezen naar de rol van 3 september 2024 voor het deskundigenbericht, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.301.759/02
arrest van 11 juni 2024
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aangeduid als: [appellant] ,
advocaat: mr. L.J.L. Heukels te Overveen,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk aangeduid als: [geïntimeerden] ,
advocaat: mr. H.S. Memelink te Zevenbergen.
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 29 augustus 2023 en 23 januari 2024 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, onder zaaknummer 8903050 CV EXPL 20-4314 gewezen vonnis van 23 juni 2021.

8.Het verloop van de procedure

8.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 23 januari 2024;
  • de akte van [appellant] van 6 februari 2024;
  • de akte van [geïntimeerden] van 6 februari 2024;
  • de mondelinge behandeling van 27 mei 2024.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De benoeming van een nieuwe deskundige na de nadere mondelinge behandeling

9.1.
In het tussenarrest van 23 januari 2024 heeft het hof aan partijen de benoeming van een nieuwe deskundige in het vooruitzicht gesteld, maar aan hen in overweging gegeven om, ter voorkoming van verdere kosten, in een nadere mondelinge behandeling een minnelijke regeling te beproeven. Die mondelinge behandeling heeft op 27 mei 2024 plaatsgevonden. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt.
9.2.
Het hof zal conform de aankondiging in rov. 6.3. van het tussenarrest van 23 januari 2024 J.W. Davelaar als deskundige benoemen ter beantwoording van de in rov. 3.8.11. van het tussenarrest van 29 augustus 2023 opgenomen vragen, die het hof hierna in rov. 9.3. voor de goede orde zal herhalen. Het hof zal de kosten van de deskundige voorshands ten laste van [appellant] brengen en het voorschot daarop bepalen op € 4.042,61 inclusief btw. Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.
9.3.
De deskundige dient gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord te geven op de volgende vragen:
Constateert u een of meer gebreken aan/in de bouten die het bovenste en het onderste deel van het motorblok vloeistofdicht met elkaar moeten verbinden en/of aan/in het expansievat en zo ja, welke?
Kunt u per geconstateerd gebrek aangeven of het gebrek maakt dat gebruik van de auto door daarmee aan het verkeer deel te nemen, gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren?
Kunt u per geconstateerd gebrek aangeven of het ten tijde van de aflevering van de auto op 23 augustus 2019 al aanwezig was, of het op eenvoudige wijze kon worden ontdekt, of het kan worden hersteld en, indien van toepassing, welke kosten met herstel zijn gemoeid?
Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?
9.4.
Het hof wijst de deskundige daarbij op het volgende. (i) Indien uw bevindingen afwijken van die in een of meer van de in deze procedure overgelegde rapporten, dienen die verschillen zo mogelijk van commentaar en/of een motivering te worden voorzien. (ii) Indien u van oordeel bent dat een in die andere rapportage (-s) genoemd aspect niet van belang is, dient u dit gemotiveerd aan te geven, met vermelding welke gevolgen dit heeft voor de conclusie van die andere rapportage (-s). (iii) U dient eventuele nadere informatie die u nodig heeft en die geen deel uitmaakt van de processtukken, bij de advocaten op te vragen. De advocaat die informatie verschaft dient een afschrift daarvan toe te sturen aan de advocaat van de wederpartij. U wordt verzocht de verkregen informatie als bijlage bij het deskundigenbericht te voegen.

10.De uitspraak

Het hof:
10.1
benoemt tot deskundige ter beantwoording van de in rov. 9.3. opgenomen vragen:
J.W. Davelaar
Experda B.V.
Utrechtsestraatweg 153
3911 TS Rhenen
[telefoonnummer]
[e-mailadres]
10.2.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest en van de tussenarresten van 29 augustus 2023 en 23 januari 2024 aan de deskundige toestuurt;
10.3.
bepaalt dat [appellant] binnen twee weken na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen en dat partijen alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken, waarbij gegevens die door de ene partij aan de deskundige worden verschaft, tegelijkertijd in afschrift of ter inzage worden verstrekt aan de wederpartij;
10.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat hij daartoe van de griffier bericht heeft ontvangen;
10.5.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek – en ten aanzien van de concept-rapportage – partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
10.6.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige
geengelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
10.7.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te sturen;
10.8.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
10.9.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 4.042,61 inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot alsnog nader zal bepalen;
10.10.
bepaalt dat [appellant] laatstgemeld bedrag zal voldoen binnen twee weken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
10.11.
verzoekt de deskundige, indien de kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.12.
benoemt mr. M. van der Schoor tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof), dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.13.
verwijst de zaak naar de rol van 3 september 2024 voor deskundigenbericht;
10.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, Z.D. van Heesen-Laclé en M. van der Schoor en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 juni 2024.
griffier rolraadsheer