In de onderhavige procedure vordert Achmea dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [appellant] veroordeelt tot betaling, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van:
o primair: € 170.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de door Achmea gedane betalingen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, tot aan de dag van algehele voldoening;
o subsidiair: € 76.250,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de door Achmea gedane betalingen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, tot aan de dag van algehele voldoening;
II. [appellant] veroordeelt tot betaling van de (onderzoeks)kosten, in totaal neerkomend op een bedrag van € 11.977,58, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag tot aan de dag der algehele voldoening;
III. [appellant] veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten ad € 2.475,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. [appellant] veroordeelt tot betaling van de kosten voor het leggen van conservatoir beslag/derdenbeslag, ten bedrage van in ieder geval € 1.412,15, te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover [appellant] dit bedrag niet binnen twee weken, althans binnen een door de rechtbank redelijk geachte termijn na betekening van het te deze te wijzen vonnis, heeft voldaan;
V. [appellant] veroordeelt tot betaling van de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het verschuldigde griffierecht en het tot aan deze uitspraak begrote bedrag aan salaris van de advocaat, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, na het te dezen te wijzen vonnis, indien en voor zover [appellant] deze kosten voordien niet heeft voldaan;
VI. [appellant] veroordeelt in de nakosten ten bedrage van respectievelijk € 163,-, zonder betekening en € 248,- met betekening, laatstbedoeld bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover verweerder dit niet binnen (de wettelijke vereiste termijn van) twee dagen, althans binnen een door de rechtbank redelijk geachte termijn na betekening van het te dezen wijzen vonnis, heeft voldaan.