24.1Toestemmingen en ontheffingen als bedoeld in de artikelen 21,22 en 23 kunnen uitsluitend worden verleend na vooraf verkregen goedkeuring van de hoofdvereniging. Aan een gegeven toestemming of ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. (…)”
Het gebouw, waarvan het appartement van [appellant] onderdeel uitmaakt, is op of omstreeks september 2019 opgeleverd.
Op 11 februari 2020 heeft een gecombineerde vergadering van (onder meer) de Hoofd VvE en de Onder VvE plaatsgevonden (100 procent aanwezigheid). Van deze vergadering zijn notulen opgemaakt. Daarin is onder meer het volgende vermeld:
“15. Vaststellen voorschrift zonwering dakterrassen en dit vastleggen in het Huishoudelijk Reglement (HR)
[betrokkene 1] heeft een bouwvergunning aangevraagd voor het aanbrengen van zonweringen op de dakterrassen. Deze vergunning is ook door de gemeente verleend en was als bijlage met de agenda meegestuurd.
Omdat deze zonwering al tijdens de bouw een optie was, hoeft de vergadering hier geen toestemming meer voor te verlenen.
Indien de VvE er tevens toe wil besluiten om deze zonwering uniform vast te stellen voor alle dakterrassen, kan dit d.m.v. het opnemen van dit voorschrift in een (nog op te stellen) HR. Voor het vaststellen van een HR is 2/3 meerderheid nodig in een vergadering waarin ten minste 2/3 van alle eigenaren is vertegenwoordigd.
Besluit: Om uniformiteit te waarborgen zal in het, nog op te stellen, HR worden vastgelegd dat de lamellen zonwering op de dakterrassen volgens de op d.d. 15 juli 2019 verleende bouwvergunning is toegestaan.
Actiepunt: HR Commissie: vastleggen in HR dat de lamellenzonwering op de dakterrassen volgens de op d.d. 15 juli 2019 verleende bouwvergunning is toegestaan.”
In de zomer van 2021 heeft [appellant] – zonder toestemming van de VvE – een zonwering/overkapping laten plaatsen voor een bedrag van € 37.685,00.
Na plaatsing van de betreffende zonwering overkapping heeft de beheerder van de VvE aan [appellant] kenbaar gemaakt dat daarvoor de toestemming van de VvE was/is vereist.
i. [appellant] heeft de VvE verzocht om alsnog toestemming te verlenen voor het plaatsen van voormelde zonwering. Op 30 maart 2022 heeft een gecombineerde vergadering van (onder meer) de Hoofd VvE en de Onder VvE plaatsgevonden. Op de agenda voor die vergadering stond als punt 12: “Verzoek tot aanbrengen overkapping [adres appellant] (Besluit OS 58app en Hoofdsplitsing)”. Van deze vergadering zijn notulen opgemaakt. Daarin is onder meer het volgende vermeld:
“12. Verzoek tot aanbrengen overkapping [adres appellant] (Besluit OS 58app en Hoofdsplitsing)
De eigenaar van [adres appellant] vraagt de vergadering om toestemming voor het
aanbrengen van een overkapping op zijn dakterras. Documenten die de bewoner heeft ingediend voor deze aanvraag zijn met de agenda van deze vergadering toegestuurd. Het bestuur heeft aanvrager nog om de volgende aanvullende stukken gevraagd:
- Advies constructeur / constructieberekening.
- Verleende omgevingsvergunning
- Geen bezwaar architect (indien de architect daartoe bereid is, anders een bericht dat deze hierover geen uitspraak doet).
Het bestuur is van mening dat afwijking van de reeds goedgekeurde zonweringen zoveel mogelijk voorkomen dient te worden om de uniformiteit van de uitstraling te kunnen behouden. Dhr. [betrokkene 2] benadrukt dat dit bij eigenaar bekend is en dat in de statuten van de VvE duidelijk is opgenomen dat voor het aanbrengen van wijzigingen aan het uiterlijk van het gebouw vooraf toestemming dient te worden gevraagd. Dat is hier niet gebeurd. De overkapping is reeds geplaatst.
Aanvrager heeft de aanvullend gevraagde documenten tot op heden niet verstrekt.
Daarom wil het bestuur hiervoor uitstel verlenen tot uiterlijk 3 maanden na de
vergadering. De vergadering wordt verzocht om o.b.v. bovenstaande voorwaarden en opmerkingen een besluit te nemen m.b.t. het al dan niet toestaan van het aanbrengen van de overkapping.
Indien deze toestemming niet wordt verleend, of gevraagde aanvullende documenten niet worden overlegd, dient de (reeds geplaatste) overkapping te worden verwijderd en zal het bestuur overgaan tot handhaving. In dit geval vraagt het bestuur toestemming aan de vergadering voor het, indien nodig, mogen starten van een juridische procedure.
Dhr. [appellant] geeft aan dat in het voortraject tijdens de bouw ook de mogelijkheid van een glazen overkapping is besproken. Daar hebben wij nu voor gekozen. De nu (bij meerdere appartementen) aanwezige lamellenzonwering is ook niet tijdens de bouw aangebracht. Hierop wordt geantwoord dat dit wel het geval is. De vergunning voor deze lamellenzonwering is nog door de ontwikkelaar aangevraagd tijdens de bouwperiode.
Mw. [betrokkene 3] geeft aan dat zij vreest dat de uniformiteit in uitstraling in het
gedrang komt wanneer we steeds een beetje gaan afwijken van het eerder goedgekeurde model.
Er wordt tot stemming overgegaan.
Besluit: Een meerderheid van 56% van VvE [VvE 2] is TEGEN het aanbrengen van de overkapping zoals aangevraagd (en reeds gerealiseerd). [betrokkene 4] onthoudt zich van stemming in de VvE's waar zij stemrecht heeft. De overkapping dient te worden verwijderd.
Besluit: De vergadering verleent toestemming aan het bestuur om, indien nodig, een
juridische procedure te voeren, teneinde de overkapping door de eigenaar van
[adres appellant] te laten verwijderen.”
[appellant] heeft op 28 april 2022 aan de kantonrechter verzocht om het op de vergadering van 30 maart 2022 genomen besluit te vernietigen en hem een vervangende machtiging te verlenen om de zonwering te mogen behouden.
Bij beschikking van 21 september 2022 heeft de kantonrechter het besluit vernietigd. Het verzoek om een vervangende machtiging is afgewezen. De kantonrechter heeft overwogen dat het bestuur [appellant] in het kader van zijn verzoek om toestemming voor het plaatsen van de zonwering, heeft gevraagd om drie aanvullende stukken, te weten (1) een advies van de constructeur/ een constructieberekening, (2) de verleende omgevingsvergunning en (3) een verklaring van de architect dat er geen bezwaren bestaan tegen de zonwering van [appellant] . In de notulen is vermeld dat deze documenten ten tijde van de vergadering nog niet (allemaal) beschikbaar waren en dat het bestuur [appellant] daarvoor uitstel wilde verlenen. Dit uitstel is niet verleend en er is – ondanks het ontbreken van de genoemde aanvullende stukken waarom het bestuur zelf nader geïnformeerd wilde worden en die dus kennelijk voor het bestuur van belang zijn voor het te nemen besluit – direct een besluit genomen over het al dan niet geven van toestemming voor het plaatsen van de zonwering. Deze gang van zaken getuigt naar het oordeel van de kantonrechter niet van een zorgvuldige besluitvorming. Om die reden is het besluit vernietigd. De kantonrechter heeft in de beschikking verder overwogen dat deze vernietiging niet per definitie betekent dat de algemene ledenvergadering nooit meer zal mogen besluiten dat [appellant] de zonwering niet mag plaatsen en dus dient te verwijderen of anderszins moet aanpassen. Een nieuw besluit zal wel met de vereiste zorgvuldigheid moeten worden genomen op basis van volledige informatie en de algemene ledenvergadering zal rekening dienen te houden met de gerechtvaardigde belangen van alle betrokken, aldus de kantonrechter in de genoemde beschikking.
[appellant] heeft zijn verzoek om toestemming te verlenen voor het plaatsen van voormelde zonwering opnieuw aan de VvE voorgelegd.
Op 7 maart 2023 heeft een gecombineerde vergadering van (onder meer) de Hoofd VvE en de Onder VvE plaatsgevonden. Op de agenda voor die vergadering stond als punt 12: “Verzoek tot aanbrengen overkapping [adres appellant] (Besluit OS 58app en Hoofdsplitsing)”. Bij de agenda zijn de aanvraag van [appellant] , de toelichting van het bestuur en een brief van een bewoner gevoegd. In laatstgenoemde brief schrijven deze bewoners, onder andere, het volgende:
“Hierbij willen we laten weten dat wij als bewoners van nr [nr] vinden dat ieder recht heeft op zijn eigen mening. Waar we echter bezwaar tegen hebben, is dat hetgeen gebeurd is, het plaatsen van een afwijkende zonwering zonder overleg cq toestemming, door ons wel afgekeurd wordt. Er zijn argumenten voorbij gekomen door medebewoners, dat de overkapping niet zichtbaar is.
Echter voor ons is dat wel het geval en we hebbenzeker last van de reflectie van het zonnescherm doek dat in afwijkende kleur is. Wonen in een appartementencomplex vraagt nu eenmaal overleg en afstemming met elkaar en binnen een VVE dient men zich aan gemaakte afspraken te houden.
Echter weten veel mensen niet wat er allemaal aan vooraf is gegaan voordat de bewoners van de terraswoningen de huidige zonneschermen voor elkaar hebben gekregen. Ook familie [appellant] was hier aanvankelijk bij betrokken.
Het bestuur heeft de nodige zaken in kaart gebracht waardoor is aangetoond dat zij op de hoogte waren van de goed gekeurde zonwering. Helaas heeft familie [appellant] de keus gemaakt zich hier niet aan te houden en hebben ze niet voor de juiste toestemming cq. vergunningen gezorgd, maar zijn ze de rechtszaak gestart.
(…)
Indien de vergadering dit gaat toestaan, is er sprake van een glijdende schaal en zullen toekomstige zaken moeilijker te handhaven zijn. (…)”
Tijdens de vergadering heeft de broer van [appellant] toegelicht dat er in de vorige vergadering stukken ontbraken, maar dat die stukken inmiddels wel zijn verstrekt. [appellant] heeft zijn best gedaan om alle gevraagde informatie en documentatie te overleggen en daarmee is aangetoond dat alles in orde is en de architect ook geen bezwaar heeft, aldus de broer van [appellant] .
De vergadering is vervolgens tot stemming overgegaan. Besloten is om – wederom – geen toestemming te verlenen voor de zonwering.
[appellant] heeft vervolgens het verzoek bij de rechtbank ingediend.