ECLI:NL:GHSHE:2024:1814
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en draagkrachtbepaling na relatiebeëindiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie en de draagkracht van de man. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant aangevochten, waarin was bepaald dat hij € 350,- per maand aan kinderalimentatie moest betalen voor zijn minderjarige kind, [minderjarige 1]. De man was van mening dat de hoogte van de alimentatie niet correct was vastgesteld en verzocht het hof om de alimentatie te verlagen naar € 50,- per maand.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden, waardoor de hoogte van de kinderalimentatie opnieuw beoordeeld moest worden. Het hof heeft de draagkracht van de man berekend op basis van zijn gemiddelde winst uit onderneming in de jaren voorafgaand aan de omzetting van zijn eenmanszaak naar een BV. De man had onvoldoende onderbouwd dat zijn DGA-salaris als uitgangspunt moest dienen voor de draagkrachtbepaling.
Uiteindelijk heeft het hof de kinderalimentatie voor [minderjarige 1] vastgesteld op € 146,- per maand met ingang van 20 juli 2022, € 141,- per maand met ingang van 1 januari 2023, en € 150,- per maand met ingang van 1 januari 2024. De kosten van het geding zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.