Uitspraak
[X],
5.Het verdere geding in hoger beroep
- het hiervoor genoemde tussenarrest, waarbij het hof [appellant] heeft toegelaten tegenbewijs te leveren tegen het (voorlopig) dwingend bewijs van het door [geïntimeerde] gestelde feit dat de AVO 21/91 voor of bij het sluiten van de op 17 juni 2014 voor [project 1] gesloten overeenkomst aan [appellant] ter hand zijn gesteld;
- het op 15 april 2024 gedateerde H16-bericht waarbij [appellant] heeft bericht:
6.De beoordeling
- de AVO 21/91 van toepassing zijn voor [project 1] inclusief het in dat kader door [geïntimeerde] aan [appellant] opgedragen meerwerk (rov. 3.14) én [project 2] (rov. 3.15);
- [appellant] in beginsel aan de AVO 21/91 is gebonden, maar dat het in artikel 11 daarvan neergelegde arbitragebeding vernietigbaar is als [geïntimeerde] aan [appellant] geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om daarvan kennis te nemen, en dit geding zich toespitst op de door [appellant] betwiste terhandstelling van de AVO 21/91 (rov. 3.16);
- dit geding zich voor zowel [project 1] als [project 2] in het bijzonder toespitst op het door [geïntimeerde] gestelde feit dat de AVO 21/91 voor of bij het sluiten van de op 17 juni 2014 voor [project 1] gesloten overeenkomst aan [appellant] ter hand zijn gesteld, van welk gesteld feit de op 17 juni 2014 door partijen ondertekende akte (voorlopig) dwingend bewijs oplevert (rov. 3.17 en 3.18);
- griffierecht € 5.689,--
- salaris gemachtigde € 3.572,-- (1 punt x tarief V)
- nakosten