ECLI:NL:GHSHE:2024:1768

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
200.312.969_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over non-conformiteit van geleverde printplaten tussen twee B.V.'s

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tussen [X. B.V.] en [X Electronics B.V.] over de levering van printplaten. [X. B.V.] heeft bij [X Electronics B.V.] 50 printplaten besteld, maar stelt dat de geleverde printplaten gebreken vertonen en niet voldoen aan de overeengekomen kwaliteit. [X. B.V.] vordert ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van reeds betaalde bedragen. [X Electronics B.V.] betwist de gebreken en eist betaling van openstaande facturen. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vorderingen van [X. B.V.] afgewezen en de vorderingen van [X Electronics B.V.] gedeeltelijk toegewezen. In hoger beroep heeft [X. B.V.] zeven grieven ingediend en vordert vernietiging van het vonnis, terwijl [X Electronics B.V.] in incidenteel hoger beroep de gedeeltelijke afwijzing van buitengerechtelijke kosten aanvecht. Het hof oordeelt dat [X. B.V.] niet heeft aangetoond dat de printplaten gebreken vertonen en dat de vorderingen van [X. B.V.] niet toewijsbaar zijn. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [X. B.V.] in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.312.969/01
arrest van 28 mei 2024
in de zaak van
[X. B.V.],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [X. B.V.] ,
advocaat: mr. T. Hooyman te Utrecht,
tegen
[X Electronics B.V.] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [X Electronics B.V.] ,
advocaat: mr. M.C.A. Geerts te Oirschot,
op het bij exploot van dagvaarding van 30 juni 2022 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 31 maart 2022, door de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats
's-Hertogenbosch, gewezen in de gevoegde zaken met zaak-/rolnummer 9132210 \ CV
EXPL \ 21-1672 tussen [X Electronics B.V.] als eiseres en [X. B.V.] als gedaagde en 9230369 \ CV EXPL \ 21-2457 tussen [X. B.V.] als eiseres en [X Electronics B.V.] als gedaagde.
De zaak in het kort en de beslissing van het hof
Deze zaak gaat over het volgende. [X. B.V.] heeft bij [X Electronics B.V.] printplaten besteld. [X. B.V.] stelt zich op het standpunt dat de geleverde printplaten gebreken vertonen en niet voldoen aan de kwaliteit die zij daarvan mocht verwachten. Zij wil dat de overeenkomst ontbonden wordt en dat [X Electronics B.V.] de reeds betaalde bedragen aan haar terugbetaalt. [X Electronics B.V.] is van mening dat de printplaten in orde zijn en wil dat [X. B.V.] de nog openstaande facturen betaalt. Ook wil [X Electronics B.V.] dat de daadwerkelijk door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten volledig worden vergoed.
Het hof komt tot het oordeel dat [X. B.V.] niet heeft aangetoond dat er gebreken kleven aan de printplaten, zodat de vorderingen van [X. B.V.] terecht zijn afgewezen. [X Electronics B.V.] heeft niet aangetoond dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht om de facturen door [X. B.V.] betaald te krijgen. De kantonrechter heeft de buitengerechtelijke kosten van [X Electronics B.V.] daarom terecht gedeeltelijk afgewezen. Het vonnis wordt bekrachtigd.
1. Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummers 9132210 \ CV EXPL 21-1672 en 9230369 \ CV EXPL \ 21-2457)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met productie 1;
  • de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met producties 1 tot en met 3;
  • de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
  • de mondelinge behandeling, waarbij partij spreekaantekeningen hebben overgelegd.
2.2.
Ter zitting heeft [X. B.V.] verzocht de op voorhand bij H-formulier van 22 januari 2024 door [X. B.V.] toegezonden producties 2 tot en met 7 in het geding te mogen brengen. [X Electronics B.V.] heeft daartegen bezwaar gemaakt met een beroep op de 'tweeconclusieregel'.
2.2.1.
De producties zijn tijdig in het geding gebracht. Het hof is van oordeel dat geen sprake is van nieuwe feiten, stellingen of verweren. De producties hebben voldoende samenhang met en dienen ter nadere uitwerking van eerder ingenomen stellingen en aangevoerde feiten. Het hof verwerpt het bezwaar van [X Electronics B.V.] en bepaalt dat de door [X. B.V.] ingebrachte producties 2 tot en met 7 deel uitmaken van de gedingstukken.
2.3.
Het hof heeft een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De feiten

3.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.1.1.
[X Electronics B.V.] is een onderneming die zich bezighoudt met de productie van elektronica.
3.1.2.
[X. B.V.] is een bedrijf dat elektrische ligfietsen voor mensen met een lichamelijke beperking ontwerpt, produceert en verkoopt.
3.1.3.
Door ondertekening door [X. B.V.] van de offerte van [X Electronics B.V.] hebben partijen op 30 april 2020 een overeenkomst met elkaar gesloten, op grond waarvan [X. B.V.] 50 printplaten van [X Electronics B.V.] gekocht heeft die [X Electronics B.V.] zou produceren en assembleren op basis van een door [X. B.V.] aangeleverd ontwerp. Deze printplaten zijn bestemd om te worden gebruikt voor de productie van elektronische stimulatoren, die dienen als aandrijving van de elektrische ligfietsen die [X. B.V.] verkoopt.
3.1.4.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van de federatie van technologiebranches 2014 (hierna: de FHI voorwaarden) van toepassing.
3.1.5.
De artikelen 1.5, 20.3 en 33.6 van de FHI voorwaarden luiden:
"1.5 Gebrek: Er is sprake van een gebrek indien het door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever op grond van
de Overeenkomst Geleverde niet compleet is en/of niet voldoet aan de specificaties en/of het niet
de eigenschap(pen) bezit die door Opdrachtnemer Schriftelijk en expliciet aan Opdrachtgever zijn bevestigd voor of bij het tot stand komen van de Overeenkomst.
(…)
20.3
Te late betaling
Indien Opdrachtgever door hem aan Opdrachtnemer verschuldigde bedragen niet tijdig voldoet, is Opdrachtgever zonder dat een aanmaning of ingebrekestelling nodig is, over het openstaande bedrag wettelijke rente voor handelstransacties verschuldigd, cumulatief per maand te berekenen. Indien Opdrachtgever na een betalingsherinnering, aanmaning of ingebrekestelling eveneens zijn betalingsverplichtingen binnen een redelijke termijn niet nakomt, verkeert hij in verzuim van rechtswege. Vanaf dat moment is Opdrachtgever naast de in rechte vastgestelde kosten tevens gehouden aan Opdrachtnemer te vergoeden de door Opdrachtnemer werkelijk gemaakte gerechtelijke kosten en de werkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten waaronder begrepen de kosten in rekening gebracht door partij-/of gerechtelijke deskundigen.
(…)
33.6
Testcriteria
De testcriteria dienen bij voorkeur voor of bij het tot stand komen van de Overeenkomst Schriftelijk door Partijen te worden overeengekomen. Subjectieve criteria maken geen onderdeel uit van de testcriteria. Later overeengekomen criteria zijn slechts van toepassing voor zover die door Opdrachtnemer Schriftelijk aan Opdrachtgever zijn bevestigd. Opdrachtgever kan zich er niet op beroepen dat het Geleverde niet voldoet aan bepaalde eisen wanneer deze eisen geen onderdeel uitmaken van de overeengekomen testcriteria. Wanneer niet wordt voldaan aan de testcriteria is sprake van een Gebrek zoals bedoeld in artikel 1.5."
3.1.6.
Partijen hebben afgesproken dat de eerste vijf printplaten (hierna: de eerste batch) die [X Electronics B.V.] produceert als model dienen voor de productie van de vijfenveertig andere printplaten (hierna: de tweede batch).
3.1.7.
De eerste batch is in juni 2020 op verzoek van [X. B.V.] toegestuurd aan het in Engeland gevestigde bedrijf LJ Concepts (hierna: LJC), die de printplaten getest heeft. LJC had ook de productspecificaties van de printplaten opgesteld en uitgewerkt namens [X. B.V.] . Hoewel LJC constateerde dat één component verkeerd was aangebracht, heeft [X. B.V.] de eerste batch goedgekeurd en afgenomen.
3.1.8.
Naar aanleiding van de door LJC uitgevoerde test heeft [X. B.V.] aan [X Electronics B.V.] doorgegeven dat voor de productie van de tweede batch enkele weerstanden en conservatoren moesten worden aangepast.
3.1.9.
De tweede batch is door [X Electronics B.V.] in drie partijen van vijf, zestien en vierentwintig stuks geproduceerd.
3.1.10.
Op verzoek van [X. B.V.] heeft [X Electronics B.V.] van de eerste partij van vijf printplaten van de tweede batch in juli 2020 één printplaat opgestuurd naar LJC om deze te laten testen. LJC heeft haar bevindingen neergelegd in een e-mail van 29 juli 2020. Daarin somt LJC een aantal problemen met de printplaat op:
"Noticed the following issues on board [serienummer] :

Powdery residue around the pins of J2, particularly pin 7 (power button) [pic 1] ● Cap
C26 (10nF) cracked in assembly process [see pic 2]. Check supply of caps .
  • EEPROM U14 not correctly soldered down [pic 3]
  • Bent LED lead with component that has shifted (but function ok) [pic 4]
The biggest issues are:

the cracked cap (…)

the soldering of the UDFN8 EEPROM (…)"
Verder schrijft zij:
"In summary, there does seem to be a process issue/s here. As I say, we noticed issues on other boards with the Flash IC soldering. This needs to be resolved, maybe running all the boards through the oven again on a different setting? [X Electronics B.V.] should have an idea of how to address this
Once I had re-soldered the EEPROM and placed a new cap the board works fine"
3.1.11.
[X Electronics B.V.] heeft de eerste vijf printplaten van de tweede batch niet aangepast naar aanleiding van de testresultaten van LJC. Deze printplaten zijn afgenomen door [X. B.V.] . Wel heeft [X Electronics B.V.] aanpassingen gedaan aan (een deel van) de overige printplaten van de tweede batch.
3.1.12.
Nadat [X Electronics B.V.] deze werkzaamheden had uitgevoerd, heeft [X. B.V.] in september 2020 eenentwintig printplaten van de tweede batch zelf getest op het kantoor van [X Electronics B.V.] . Zestien van deze printplaten heeft [X. B.V.] afgenomen. De overige vijf printplaten heeft [X Electronics B.V.] onder zich gehouden. Daaraan heeft zij nog werkzaamheden verricht naar aanleiding van de testresultaten.
3.1.13.
Vervolgens heeft [X. B.V.] de vijf printplaten waaraan nog werkzaamheden waren verricht, samen met de resterende negentien printplaten van de tweede batch, opnieuw getest. Naar aanleiding hiervan heeft [X Electronics B.V.] nog werkzaamheden aan twaalf van deze printplaten uitgevoerd.
3.1.14.
In oktober 2020 heeft [X. B.V.] aan [X Electronics B.V.] te kennen gegeven dat twee van de afgenomen printplaten niet goed functioneren. Eén van die printplaten heeft [X. B.V.] opgestuurd naar een andere producent van printplaten, Newbury Electronics (hierna: Newbury) om deze te laten onderzoeken. Over het resultaat daarvan heeft [X. B.V.] bij
e-mail van 21 oktober 2020 onder meer het volgende aan [X Electronics B.V.] geschreven:
"We hebben een functionerende printplaat naar een andere producent gestuurd voor een second opinion. Dit was het commentaar:
Ok…we had a conversation this afternoon about the board. Broadly their assessment is:
  • It looks as though the reflow profile was actually running too HOT. This is evident from the burning of flux, giving the crazed look on the solder joints.
  • This would also explain why some components (eg Flash and eeprom) ended up coming away from the board slightly. This is the side that is soldered first, with the components on the other side going second. If the oven is too hot you can have a situation where components on the first (under) side then start to come away.
  • The high heat could reduce the lifespan of items such as the processor.
  • There is evidence of manual work.
  • The soldering of the battery tabs could be better. The one tab connection appears to be a dry joint.
  • There is a lot of residual flux. The boards could be cleaner.
  • Overall impression was that it is not to their standard."
3.1.15.
Naar aanleiding hiervan heeft [X Electronics B.V.] een schriftelijk rapport (hierna: het CAPA-rapport) opgesteld. Op pagina 1 van dit rapport van 26 oktober 2020 staat dat het doel ervan is om te onderzoeken wat de oorzaken zijn van de ontstane afwijkingen en welke corrigerende of preventieve maatregelen zij genomen heeft en nog moet nemen.
3.1.16.
[X. B.V.] heeft het CAPA-rapport doorgestuurd aan LJC. LJC heeft hierover bij
e-mail van 27 oktober 2020 het volgende aan [X. B.V.] geschreven:
"If I understand correctly, the report itself states that 17 of 45 boards from the second batch (2005x..x) had issues (as detected by [X Electronics B.V.] ).
a.
a) This is a very high failure rate to have on the production/assembly line.
b) This only relates to the failures detected at the time, and does not include any potential failures due to, eg, dry joints (which potentially only show after a while)
c) Of the few units that passed the testing and were shipped there have been several failures (dry-joint and other).
As suggested by our local UK supplier/manufacturer who analysed the one board (s/n: [serienummer] , which incidentally has since failed with the reason still to be determined):
- It would appear the board was overheated during the assembly process. This is evident from the flux burn marks. This could also explain some of the issues we have seen (eg. Flash and EEPROM ICs not sitting flat on the board and going open-circuit)
- There is potential, if too overheated, to reduce the life expectancy of components such as the processor and the electrolytic capacitors.There is no way of really knowing if this has happened or not, and this problem will only exhibit after a while.
From my side, when we include our experience of trying to deploy these units in the field, there is just too much evidence of inherent issues in the production to be able to trust that they will now work as designed."
3.1.17.
[X. B.V.] heeft vierentwintig van de vijfenveertig printplaten van de tweede batch niet afgenomen van [X Electronics B.V.] . Bij e-mail van 1 december 2020 heeft [X. B.V.] onder meer het volgende aan [X Electronics B.V.] voorgesteld:
"Ik heb me laten informeren wat een geschikte methode is om te kunnen testen of de door jullie aangepaste PCB's alsnog geschikt zijn om naar klanten te sturen. Daarbij ben ik uiteindelijk bij Thales uitgekomen. Thales laat voor sommige van zijn klanten standaard de pcb's onderwerpen aan een temperatuur test en een mechanische trillingstest om zeker te zijn dat de productie goed is geweest. Als de productie goed is komen de printen "fluitend door de test" aldus Thales.
(…)
Mijn voorstel is het volgende:
- Wij sturen borden terug naar jullie zodat jullie die ook kunnen aanpassen.
- Alle borden gaan vervolgens naar Thales voor beide testen.
- We halen ze vervolgens op en testen ze bij jullie op locatie.
=> Komen alle borden door de functionele test dan neemt [X. B.V.] alle borden af en betaalt de borden 100% plus de kosten gemaakt door LJConcept en zelfs de rekening van het verzenden van de borden naar Engeland .
(…)
Ik hoor graag of jullie nog steeds zoveel vertrouwen hebben in deze productie batch hebben en akkoord gaan met dit voorstel.
(…)"
3.1.18.
[X Electronics B.V.] heeft het voorstel van [X. B.V.] niet geaccepteerd.
3.1.19.
De gemachtigde van [X. B.V.] heeft de gemachtigde van [X Electronics B.V.] bij brief van 15 januari 2020 onder andere het volgende geschreven:
Na aflevering van de zaken aan cliënt is gebleken dat deze diverse en zeer uiteenlopende gebreken c.q. tekortkomingen bevatten; er is sprake van 17 verschillende gebreken in 17 verschillende zaken (lees: borden). 17 non-conforme borden op 45 is met een percentage van 37,8% geen verwaarloosbaar aantal en op zichzelf al reden te over om te twijfelen aan de conformiteit van de gehele "batch" zaken, temeer nu deze allen op dezelfde wijze zijn geproduceerd. Daar komt bij dat er, los van de 17 non-conforme borden, bij cliënt meerdere vermoedens zijn gerezen omtrent de gebrekkige kwaliteit van de zaken in zijn geheel.
(…)
Namens cliënt sommeer ik [X Electronics B.V.] middels deze ingebrekestelling op grond van voorgaande derhalve om binnen een (fatale) termijn van 14 dagen nadat [X Electronics B.V.] de zaken in ontvangst heeft genomen, over te gaan tot ofwel kosteloos herstel van onderhavige zaken ofwel tot betaling van het bedrag zoals genoemd onder 2 hierboven. Betaling dient in dat geval te geschieden via onze beheerrekening (…)
3.1.20.
Bij brief van 10 februari 2021 heeft de gemachtigde van [X. B.V.] aan de gemachtigde van [X Electronics B.V.] geschreven dat [X. B.V.] de tussen partijen gesloten overeenkomst buitengerechtelijk ontbindt en wordt [X Electronics B.V.] namens [X. B.V.] verzocht om binnen zeven dagen de al betaalde factuurbedragen van in totaal € 21.100,63 terug te betalen.
3.1.21.
De gemachtigde van [X Electronics B.V.] heeft in reactie hierop bij brief van 18 februari 2021 aan de gemachtigde van [X. B.V.] geschreven dat [X Electronics B.V.] de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst niet accepteert. Ook wordt [X. B.V.] in de brief verzocht om twee openstaande facturen van € 112,12 respectievelijk € 9.843,19 binnen vijf dagen te voldoen.
3.1.22.
Partijen hebben aan de verzoeken die over en weer zijn gedaan geen gehoor gegeven.
3.1.23.
Namens [X. B.V.] is [X Electronics B.V.] onder andere bij brief van 3 maart 2021 verzocht om de testapparatuur die zij voor de uitvoering van de overeenkomst aan [X Electronics B.V.] ter beschikking heeft gesteld retour te sturen of de waarde ervan te vergoeden. De gemachtigde van [X. B.V.] heeft bij brief van 5 maart 2021 laten weten dat [X Electronics B.V.] de testapparatuur onder zich zal houden.
3.1.24.
Na de datum van het bestreden vonnis heeft [X Electronics B.V.] de testapparatuur aan [X. B.V.] geretourneerd.
3.1.25.
[X. B.V.] heeft 16 printplaten laten onderzoeken door Thales Cryogenics B.V. (hierna: Thales). In haar rapport van 20 oktober 2022 schrijft Thales:
"§ 3 TEST SPECIFICATIONS
The purpose of the execution of the tests is to test the quality of the production process of the PCBs. For this purpose environmental stress screening (ESS test) tests are used. Temperature cycle test and random vibration tests are the most used stress tests. With these ESS tests defects originating from the production process are revealed without consuming life time of the product.
(…)
§ 5 CONCLUSIONS
The tests have been executed according the specifications.
Visual inspection of the boards after the temperature cycle test and the random vibration test showed no remarks
Functional inspection of the boards is executed by [X. B.V.] : 7 boards failed the functional tests."

4.De vorderingen en de procedure bij de kantonrechter

in zaak 9230369
4.1.
[X. B.V.] vorderde in eerste aanleg in de procedure met zaaknummer 9230369 om [X Electronics B.V.] te veroordelen tot terugbetaling van een bedrag van € 21.100,63 aan door haar reeds betaalde factuurbedragen, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en (proces)kosten. Tevens vorderde [X. B.V.] teruggave van de testapparatuur die zij aan [X Electronics B.V.] ter beschikking heeft gesteld, dan wel een vervangende schadevergoeding van € 1.500,--.
4.1.1.
[X. B.V.] heeft daaraan ten grondslag gelegd dat volgens haar de door [X Electronics B.V.] geleverde printplaten niet aan de overeenkomst voldoen en beroept zich primair op ontbinding van de overeenkomst en subsidiair op vernietiging van artikel 21.4 van de FHI voorwaarden. [X. B.V.] stelt verder dat sprake is van een mondelinge bruikleenovereenkomst ten aanzien van de testapparatuur en dat [X Electronics B.V.] de testapparatuur moet teruggeven, nu het testen van printplaten niet meer aan de orde is.
4.1.2.
[X Electronics B.V.] betwist dat de printplaten niet aan de overeenkomst voldoen en beroept zich voor wat betreft de gevorderde teruggave van de testapparatuur op een retentierecht.
4.2.
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat [X. B.V.] onvoldoende heeft onderbouwd wat de overeenkomst van [X Electronics B.V.] vereist en dat zij de door haar gestelde tekortkomingen niet heeft onderbouwd. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de door [X. B.V.] gestelde non-conformiteit van de door [X Electronics B.V.] geleverde printplaten niet is komen vast te staan, zodat aan de vereisten voor een geslaagd beroep op ontbinding niet is voldaan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat ook de vordering tot vernietiging van de artikel 21.4 van de FHI voorwaarden niet toewijsbaar is. [X Electronics B.V.] daarentegen heeft haar retentierecht ten aanzien van de testapparatuur onvoldoende onderbouwd.
4.2.1.
Op grond daarvan heeft de kantonrechter de vorderingen tot terugbetaling van de betaalde factuurbedragen en betaling van de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. De kantonrechter heeft de gevorderde teruggave van de testapparatuur toegewezen. De proceskosten zijn tussen partijen gecompenseerd, in die zin dat [X. B.V.] en [X Electronics B.V.] ieder hun eigen kosten dragen. De kantonrechter heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
in zaak 9132210
4.3.
In eerste aanleg vorderde [X Electronics B.V.] in de procedure met zaaknummer 9132210 om [X. B.V.] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 112,12 en € 9.843,19, vermeerderd met handelsrente en (proces)kosten.
4.3.1.
[X Electronics B.V.] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij aan de overeenkomst heeft voldaan door printplaten te produceren en te leveren, zodat [X. B.V.] de nog openstaande facturen moet betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de openstaande factuurbedragen. Daarnaast is [X. B.V.] volgens [X Electronics B.V.] een vergoeding van € 880,55 aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd op grond van artikel 20.3 van de FHI voorwaarden.
4.3.2.
[X. B.V.] betwist niet dat partijen een overeenkomst met elkaar gesloten hebben
waarop de FHI voorwaarden van toepassing zijn. Volgens [X. B.V.] voldoen de door [X Electronics B.V.] geleverde printplaten echter niet aan de overeenkomst.
4.4.
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat [X Electronics B.V.] niet aan haar verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, zodat [X. B.V.] de openstaande factuurbedragen is verschuldigd, minus een reeds door haar voldaan bedrag, vermeerderd met de wettelijke handelsrente. De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat [X Electronics B.V.] onvoldoende heeft gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht.
4.4.1.
Op grond daarvan heeft de kantonrechter de vorderingen van [X Electronics B.V.] tot een totaalbedrag van € 3.542,31 vermeerderd met de wettelijke rente toegewezen en voor het overige afgewezen. De kantonrechter heeft op grond van artikel 6:96 lid 4 van het burgerlijk Wetboek (BW) een bedrag van € 40,-- aan buitengerechtelijke kosten toegewezen en voor het overige afgewezen. [X. B.V.] is in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De vorderingen en het geschil in hoger beroep

in het principaal hoger beroep
5.1.
[X. B.V.] voert in het principaal hoger beroep zeven grieven aan tegen het bestreden vonnis. [X. B.V.] vordert vernietiging van het bestreden vonnis en het alsnog volledig afwijzen van de vorderingen van [X Electronics B.V.] en het alsnog volledig toewijzen van haar eigen vorderingen, met veroordeling van [X Electronics B.V.] in de kosten van beide instanties, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
5.1.1.
[X. B.V.] heeft haar eis gewijzigd in die zin dat zij thans de grondslag voor haar vorderingen heeft aangevuld met een beroep op onverschuldigde betaling voor een deel van het door haar aan [X Electronics B.V.] betaalde bedrag. [X Electronics B.V.] heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
5.2.
[X Electronics B.V.] bestrijdt de grieven en concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep en afwijzing van de vorderingen van [X. B.V.] . [X Electronics B.V.] vordert [X. B.V.] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten in beide instanties, te vermeerderen met de wettelijke rente.
in het incidenteel hoger beroep
5.3.
[X Electronics B.V.] voert in het incidenteel hoger beroep één grief aan tegen het bestreden vonnis. [X Electronics B.V.] vordert in hoger beroep vernietiging van het bestreden vonnis voor wat betreft de gedeeltelijke afwijzing van de buitengerechtelijke kosten van [X Electronics B.V.] en [X. B.V.] alsnog te veroordelen tot betaling van de door [X Electronics B.V.] gemaakte buitengerechtelijke kosten.
5.3.1.
[X Electronics B.V.] heeft haar eis vermeerderd en vordert thans primair [X. B.V.] op grond van artikel 20.3 van de FHI voorwaarden te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.917,48 aan werkelijk gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, dan wel subsidiair een bedrag van € 479,23 conform de staffel behorende bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [X. B.V.] heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
5.4.
[X. B.V.] bestrijdt de grief en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [X Electronics B.V.] in haar grief in het incidenteel hoger beroep, dan wel haar grief in het incidenteel hoger beroep ongegrond te verklaren of af te wijzen, met veroordeling van [X Electronics B.V.] in de kosten en nakosten van het incidenteel hoger beroep.
de omvang van het hoger beroep
5.5.
Over de omvang van het hoger beroep merkt het hof het volgende op. De vordering van [X. B.V.] tot teruggave van de testapparatuur is door de kantonrechter toegewezen. [X Electronics B.V.] heeft tegen die toewijzing geen (incidentele) grief gericht. In zoverre is het bestreden vonnis dan ook niet aan het oordeel van het hof onderworpen. Voor het overige is met de grieven in het principaal en het incidenteel hoger beroep het geschil tussen partijen in volle omvang aan het hof voorgelegd.

6.De beoordeling in hoger beroep

in het principaal hoger beroep
6.1.
De grieven 1 tot en met 4 lenen zich voor gezamenlijke bespreking. Deze grieven strekken ertoe dat het hof zal oordelen dat de door [X Electronics B.V.] geleverde printplaten niet aan de overeenkomst voldoen, hetgeen reden is voor ontbinding van de overeenkomst. Het hof is van oordeel dat de grieven 1 tot en met 4 niet slagen. Het volgende is daartoe redengevend.
6.2.
[X. B.V.] heeft ter mondelinge behandeling bij het hof verklaard dat de eerste batch bedoeld was om het ontwerp te testen en dat zij de (conformiteit van de) eerste batch in deze procedure buiten beschouwing laat. Het hof beschouwt dit als een eisvermindering. Het hof zal recht doen op de aldus verminderde eis.
6.3.
Ten aanzien van de tweede batch stelt [X. B.V.] zich op het standpunt dat de printplaten niet aan de overeenkomst voldoen, nu (i) verschillende printplaten concrete gebreken vertonen en (ii) alle 45 printplaten niet de kwaliteit bezitten die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
6.4.
De kantonrechter heeft in rov. 5.5. en 5.6. van het bestreden vonnis terecht en op juiste gronden overwogen:
"5.5. Een verkoper is op grond van artikel 7.17 lid 1 BW gehouden om aan de koper een
zaak af te leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. Op grond van artikel 7.17 lid 2
BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst als zij, mede gelet op de aard van de
zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen
bezit die de koper daarvan op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag
verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig
zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen. Het artikel is ook van
toepassing in een situatie als deze, waarbij de gekochte zaken nog tot stand moeten worden
gebracht.
5.6.
Nu geen sprake is van een consumentenkoop, staat het partijen vrij om in hun
overeenkomst van artikel 7:17 BW af te wijken. In dit geval zijn partijen de toepasselijkheid
van de FHI voorwaarden overeengekomen, waarin een regeling is opgenomen die afwijkt
van artikel 7:17 BW. [X. B.V.] beroept zich voor de onderbouwing van zijn vordering op de artikelen 1.5. en 33.6. van de FHI voorwaarden. (…)"
6.5.
Tegen voornoemde maatstaf is geen grief gericht, zodat ook het hof daarvan uitgaat. Op [X. B.V.] rust de stelplicht en, bij voldoende betwisting door [X Electronics B.V.] , de bewijslast van de door haar gestelde non-conformiteit.
(i) Is er sprake van concrete gebreken?
6.6.
Het hof komt tot het oordeel dat [X. B.V.] haar stelling dat de printplaten concrete gebreken vertonen onvoldoende heeft onderbouwd.
6.6.1.
[X. B.V.] heeft de eerste 5 printplaten van de tweede batch afgenomen. Daarvan heeft zij één printplaat laten testen door LJC. LJC heeft daarbij geconstateerd dat er een cap gebroken was en een verbinding niet goed gesoldeerd was. Nadat LJC dit had verholpen, functioneerde de printplaat prima. Uit het rapport van LJC volgt niet dat de overige 4 printplaten dezelfde of andere gebreken vertonen. Voor zover LJC aangeeft dat zij bij andere printplaten problemen heeft geconstateerd met de "Flash IC soldering", kan dit slechts zien op de printplaten van de eerste batch die in dit geschil buiten beschouwing zijn gelaten, nu LJC immers van de tweede batch slechts één printplaat heeft onderzocht.
6.6.2.
Naar aanleiding van de opmerkingen van LJC heeft [X Electronics B.V.] aanvullende werkzaamheden verricht aan de volgende printplaten. [X. B.V.] heeft vervolgens van die tweede batch 21 printplaten getest en daarvan 16 printplaten afgenomen. Deze 16 printplaten heeft [X. B.V.] door Thales aan een trillingstest en een temperatuurtest laten onderwerpen. [X. B.V.] stelt dat 7 printplaten niet functioneren, maar onderbouwt dit verder niet. Anders dan [X. B.V.] stelt, volgt uit het rapport van Thales niet dat 7 van de geteste printplaten gebreken vertoonden. Thales heeft slechts geconstateerd dat de printplaten visueel in orde waren na de trillingstest en de temperatuurtest, maar heeft verder geen onderzoek uitgevoerd naar de functionaliteit van de printplaten. Thales heeft genoteerd dat [X. B.V.] een
functional inspectionheeft gedaan en dat 7 printplaten daar niet doorheen kwamen, maar iedere onderbouwing van die stelling ontbreekt en [X Electronics B.V.] betwist dat 7 printplaten niet voldeden. Het Hof kan daar dan ook niet vanuit gaan.
6.6.3.
[X. B.V.] heeft nog gesteld dat één van de door haar afgenomen printplaten in gebruik is genomen door een klant in Engeland en dat deze printplaat slechts tien minuten heeft gefunctioneerd en daarna is uitgevallen. Ook deze – door [X Electronics B.V.] betwiste – stelling heeft [X. B.V.] niet onderbouwd, bijvoorbeeld door een verklaring van de Engelse klant.
6.6.4.
[X. B.V.] heeft één van de printplaten laten onderzoeken door Newbury. [X. B.V.] heeft een e-mail aan [X Electronics B.V.] gestuurd met daarin opgenomen een tekst die volgens haar zeggen afkomstig is van Newbury en waaruit volgens haar blijkt dat de printplaten gebrekkig zijn. Nu [X Electronics B.V.] dit betwist en [X. B.V.] geen rapport of correspondentie van Newbury heeft overgelegd, is niet komen vast te staan dat dit de conclusies van Newbury zijn. Daar komt echter bij dat ook uit de weergegeven tekst niet volgt dat de printplaten concrete gebreken vertonen. In de tekst wordt slechts de
mogelijkheidvermeld dat de printplaten aan een te hoge temperatuur zijn blootgesteld en de
mogelijkheiddat dit de functionaliteit zou kunnen aantasten. Voorts geeft de tekst aan dat aan de printplaat handmatig werk is verricht en dat er sprake is van overtollige 'flux', maar wordt niet de conclusie getrokken dat dat gevolgen heeft voor de kwaliteit. Verder blijkt uit de tekst niet dat de soldering van de 'battery tabs' onvoldoende is. Dit alles wordt door [X Electronics B.V.] ook betwist.
6.6.5.
Gelet op het voorgaande heeft [X. B.V.] niet onderbouwd dat er aan de 21 (5 reeds afgenomen -zie rov. 6.6.1.- plus de thans besproken 16) in totaal door haar afgenomen printplaten concrete gebreken kleven. Ten aanzien van de overige 24 printplaten heeft [X. B.V.] niet gesteld en is evenmin gebleken dat deze concrete gebreken vertonen. [X. B.V.] stelt dat [X Electronics B.V.] in haar correspondentie en eigen onderzoek naar de printplaten erkent dat de printplaten non-conform zijn. [X Electronics B.V.] betwist dit echter en stelt dat zij de door haar nog verrichte werkzaamheden uit coulance naar [X. B.V.] heeft verricht. Wat daar ook van zij, [X Electronics B.V.] heeft onbetwist gesteld dat zij na het door haar opgestelde CAPA-rapport werkzaamheden aan de printplaten heeft verricht en dat die printplaten voldoen aan de overeenkomst. [X. B.V.] heeft deze 24 printplaten nooit afgenomen en niet gesteld dat, en zo ja welke, concrete gebreken er ná het verrichten van deze werkzaamheden door [X Electronics B.V.] (nog) aan deze printplaten kleven.
(ii) Voldoen de printplaten aan de overeengekomen kwaliteit?
6.7.
Naast haar stelling omtrent concrete gebreken (per printplaat) – die het hof heeft verworpen – heeft [X. B.V.] aangevoerd dat alle printplaten in het algemeen niet voldoen aan de afgesproken kwaliteit.
De printplaten worden geproduceerd met gebruikmaking van de zogenoemde 'Surface Mount Technology' (hierna: SMT), waarbij componenten machinaal op de printplaat worden gesoldeerd. [X. B.V.] stelt dat afgesproken was dat [X Electronics B.V.] eerst de eerste batch van 5 printplaten zou produceren en ten aanzien van de tweede batch (van 45 printplaten) pas het SMT-proces zou doorlopen nadat [X. B.V.] het gewijzigde ontwerp voor de tweede batch had doorgegeven. [X. B.V.] stelt zich daarmee – zo begrijpt het hof – op het standpunt dat de printplaten volledig machinaal via de SMT-procedure geassembleerd zouden worden, volgens het (gewijzigde) ontwerp van [X. B.V.] . Dit is volgens haar uitdrukkelijk overeengekomen in de offerte en blijkt uit de gevoerde correspondentie. [X. B.V.] heeft hiervoor ook een bedrag van € 2.075,75 exclusief btw extra betaald. [X Electronics B.V.] heeft zich echter niet aan deze afspraak gehouden en alle 50 printplaten van beide batches tegelijk SMT geproduceerd volgens het ontwerp voor de eerste batch. Het SMT-proces kan per printplaat maar éénmaal worden doorlopen. Dit betekende dat [X Electronics B.V.] de wijzigingen in het ontwerp bij de tweede batch later handmatig moest doorvoeren. Door het gewijzigde ontwerp moesten erg veel componenten handmatig verwijderd, verplaatst of gewijzigd worden. Handmatig geassembleerde printplaten zijn volgens [X. B.V.] van slechtere kwaliteit dan machinaal geassembleerde printplaten. Gelet op het productieproces kan de kwaliteit van de printplaten niet meer vertrouwd worden en bestaat er een groot risico dat de printplaten op enig moment niet meer functioneren. Dit geldt voor de gehele tweede batch, aangezien deze printplaten allemaal op dezelfde manier handmatig zijn aangepast.
6.8.
[X Electronics B.V.] betwist dat partijen hebben afgesproken dat voor de tweede batch de SMT-procedure pas zou worden doorlopen na het doorgeven van de wijzigingen in het ontwerp. [X Electronics B.V.] heeft ter mondelinge behandeling bij het hof toegelicht toe dat de SMT-procedure slechts één van de tien tot dertig processtappen is die elke printplaat bij de assemblage moet doorlopen. Om problemen en verschillen tussen de printplaten te voorkomen, is het belangrijk dat alle printplaten deze stap tegelijk doorlopen. Daarom heeft [X Electronics B.V.] ten aanzien van alle 50 printplaten tegelijk de SMT-procedure uitgevoerd. Met zowel machinale als handmatige assemblage kan dezelfde kwaliteit behaald worden. Geen enkele printplaat kan volledig machinaal geassembleerd worden, er worden altijd ook componenten handmatig geplaatst. [X Electronics B.V.] doet het altijd op deze manier. Het is niet rendabel om de SMT-machine te laten draaien voor een kleine hoeveelheid van 5 printplaten, het aan [X. B.V.] gerekende bedrag voor het produceren in twee verschillende batches is ook niet toereikend om die extra kosten te dekken.
6.9.
Om te beoordelen wat partijen zijn overeengekomen, dient de overeenkomst te worden uitgelegd. Daarvoor geldt de Haviltex-maatstaf en komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen in de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
6.10.
[X. B.V.] beroept zich op de tekst van de overeenkomst (welke blijkt uit de offerte van 30 april 2020) in combinatie met de daaraan voorafgaande correspondentie.
De tekst van de overeenkomst biedt naar het oordeel van het hof geen enkel aanknopingspunt voor de stelling dat afspraken zijn gemaakt over de wijze van produceren of assembleren (handmatig dan wel machinaal), of de te gebruiken technologie of productiemethode. In de offerte van 30 april 2020 staat slechts vermeld (voor zover van belang):
"Aantal : 5 stuks 45 stuks (één order 50 stuks twee leveringen)
Prijs / st: € 768,84 € 353,69"
6.11.
[X. B.V.] beroept zich daarnaast op e-mailcorrespondentie tussen de directeur van [X. B.V.] en de Operational Manager van [X Electronics B.V.] .
Op 14 april 2020 om 14:37 uur mailt [X. B.V.] aan [X Electronics B.V.] :
"Graag geef ik opdracht voor de productie van de eerste 5 stuks volgens offerte"
[X Electronics B.V.] antwoordt daarop per e-mail van 14 april 2020 om 14:42 uur:
"Ik heb toch goed begrepen de printen kunnen allen besteld worden maar slecht[s] op voorhand 5 stuks assemblage
Na vrijgave de overige 45 stuks"
Waarop de directeur van [X. B.V.] reageert bij e-mail van 14 april 2020 om 14:46 uur:
"Toen ik de mail verzond besefte ik me dat ik dat vergeten was te zeggen. Inderdaad alle 50 kale printen bestellen."
6.12.
Uit de correspondentie volgt dat [X Electronics B.V.] alle 50 'kale' printen – het hof begrijpt dit als de onderdelen waarop later de componenten worden gesoldeerd – zou bestellen. Hoewel er gesproken wordt over het bestellen van 50 kale printen, valt uit de correspondentie niet op te maken dat deze ook volledig 'kaal' zouden blijven en dat er aan deze printen geen handelingen – zoals bijvoorbeeld de SMT-procedure – zouden worden uitgevoerd vóór het doorgeven van de wijzigingen voor de tweede batch.
Daarbij overweegt het hof dat het in beginsel, zonder een expliciete, andersluidende afspraak, aan [X Electronics B.V.] als producent is om te bepalen hoe zij, met de haar ter beschikking staande middelen, machines en methoden, uitvoering geeft aan de opdracht. Uit de overeenkomst of de correspondentie blijkt niet dat is gesproken over de te gebruiken technologie of dat is afgesproken dat de printplaten volledig – of zelfs in overwegende mate – machinaal zouden worden geassembleerd. De keuze om ofwel te wachten met het doorlopen van het SMT-proces tot het gewijzigde ontwerp, of om het SMT-proces éénmaal ten aanzien van alle printen tegelijk te doorlopen en vervolgens handmatig wijzigingen aan te brengen, is aan [X Electronics B.V.] . [X Electronics B.V.] heeft onbetwist gesteld dat de SMT-procedure slechts één van de vele processtappen in de volledige assemblage van de printplaten is en dat zij de printplaten altijd op deze wijze produceert. Zij heeft onbetwist gesteld dat het te duur is om het SMT-proces voor slechts 5 printplaten te doorlopen en dat geen enkele printplaat ooit volledig machinaal en zonder handmatig soldeerwerk wordt geleverd.
Het hof is dan ook van oordeel dat [X. B.V.] uit de offerte en uit de hiervoor aangehaalde correspondentie niet redelijkerwijze mocht begrijpen dat de printplaten volledig machinaal zouden worden geassembleerd, of dat de SMT-procedure voor de tweede batch pas zou worden doorlopen na het doorgeven van de wijzigingen.
6.12.1.
Het hof is verder van oordeel dat niet is komen vast te staan dat handmatige solderingen of wijziging van de componenten een slechtere kwaliteit opleveren dan machinale assemblage. Het had, gelet op de gemotiveerde betwisting van [X Electronics B.V.] , op de weg van [X. B.V.] gelegen dit standpunt nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door een rapport van een deskundige waaruit volgt dat machinale assemblage kwalitatief betere resultaten oplevert dat dan handmatige assemblage. Dit heeft zij echter nagelaten.
conclusie
6.13.
De conclusie van het voorgaande is dat de door [X. B.V.] gestelde non-conformiteit van de printplaten niet is komen vast te staan. Daarmee zijn de vorderingen, voor zover in dit hoger beroep aan de orde, niet toewijsbaar. De overige grieven behoeven dan ook geen bespreking meer.
bewijsaanbod
6.14.
[X. B.V.] heeft nog een algemeen bewijsaanbod gedaan. Nu zij geen concrete en voldoende specifieke feiten en omstandigheden heeft gesteld die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, komt het hof aan bewijslevering niet toe.
in het incidenteel hoger beroep
6.15.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [X Electronics B.V.] niet heeft gesteld dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Met haar grief in het incidenteel hoger beroep komt [X Electronics B.V.] op tegen de (gedeeltelijke) afwijzing van de door haar gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. [X Electronics B.V.] vordert op grond van artikel 20.3 van de FHI voorwaarden vergoeding van de door haar werkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten. Het betreft een bedrag van € 2.000,-- aan loonkosten voor door werknemers van [X Electronics B.V.] verrichte werkzaamheden en een bedrag van € 1.917,48 aan advocaatkosten. Subsidiair vordert [X Electronics B.V.] vergoeding van de buitengerechtelijke kosten conform de staffel bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
6.16.
[X Electronics B.V.] stelt dat zij redelijke kosten heeft gemaakt om de door [X. B.V.] onbetaald gelaten facturen te innen. Zij heeft daarvoor de volgende buitengerechtelijke werkzaamheden verricht:
  • uit coulance verrichte werkzaamheden, om de printplaten aan te passen aan de – niet overeengekomen – wensen van [X. B.V.] ;
  • het voeren van gesprekken en correspondentie met [X. B.V.] naar aanleiding van het standpunt van [X. B.V.] dat de printplaten non-conform zijn;
  • het opstellen van een rapport om aan te tonen dat de printplaten wel conform zijn;
  • bijstand van de advocaat.
6.17.
Voorop staat dat als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking komen: redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, en redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte (art. 6:96 lid 2 BW). Het is daarbij vaste jurisprudentie dat bedrijven die eigen werknemers tijdens hun werktijd hebben moeten inzetten om geleden schade te herstellen of beperken, aanspraak kunnen maken op vergoeding van de intern gemaakte (redelijke) loonkosten. Dat de kosten zien op reguliere werktijd van de medewerkers van de ondernemer, maakt dit niet anders (zie HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:874).
6.18.
Het hof is van oordeel dat [X Electronics B.V.] onvoldoende heeft gemotiveerd dat zij kosten heeft gemaakt ter verkrijging van voldoening buiten rechte. [X Electronics B.V.] heeft aangevoerd dat zij bovengenoemde werkzaamheden heeft verricht om ervoor te zorgen dat [X. B.V.] tevreden zou zijn en alsnog zou overgaan tot betaling van de facturen. Het hof is van oordeel dat het tot de taken van (de werknemers van) een ondernemer behoort om klachten af te handelen. In zoverre hoort de tijd die [X Electronics B.V.] heeft besteed aan het reageren op de klachten van [X. B.V.] over de printplaten tot haar normale bedrijfsuitoefening en zien de door [X Electronics B.V.] opgevoerde werkzaamheden niet op het innen van haar vorderingen. Ook de door de advocaat gemaakte buitengerechtelijke kosten hebben betrekking op het reageren op de stellingen en vorderingen van [X. B.V.] en zien niet op incassering van de facturen van [X Electronics B.V.] . Dit wordt niet anders omdat [X Electronics B.V.] een beroep kan doen op artikel 20.3 FHI. Ook voor toewijzing op grond van die bepaling is nodig dat sprake is van kosten die als buitengerechtelijke kosten kunnen worden aangemerkt. De door [X Electronics B.V.] gestelde werkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. Nu [X Electronics B.V.] daarnaast niet heeft gesteld dat zij (andere) buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht gericht op het innen van haar facturen, kan ook haar subsidiaire vordering, voor zover deze het door de kantonrechter toegewezen bedrag te boven gaat, niet worden toegewezen.
conclusie
6.19.
De conclusie van het voorgaande is dat het incidenteel hoger beroep faalt.
bewijsaanbod
6.20.
[X Electronics B.V.] heeft nog een algemeen bewijsaanbod gedaan. Nu zij geen concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, komt het hof aan bewijslevering niet toe.
De slotsom in het principaal en het incidenteel hoger beroep
6.21.
De slotsom is dat het principaal en het incidenteel hoger beroep falen. Dit betekent dat het bestreden vonnis, voor zover aan het hof voorgelegd, zal worden bekrachtigd.
proceskosten
6.22.
[X. B.V.] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van het principaal hoger beroep.
6.22.1.
Het hof zal [X. B.V.] als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het principaal hoger beroep veroordelen.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente daarover omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover, met dien verstande dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan noodzakelijke betekening van de uitspraak, is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening.
De kosten voor de procedure in het principaal hoger beroep aan de zijde van [X Electronics B.V.] zullen vastgesteld worden op:
  • griffierecht € 2.135,00
  • salaris advocaat € 3.142,00 (2 punten x tarief III)
  • nakosten
totaal € 5.455,00
6.22.2.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
6.23.
Het hof zal [X Electronics B.V.] als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het incidenteel hoger beroep veroordelen.
De kosten voor de procedure in het incidenteel hoger beroep aan de zijde van [X. B.V.] zullen vastgesteld worden op:
  • salaris advocaat € 858,00 (0,5 x 2 punten x tarief I)
  • nakosten
totaal € 1.036,00

7.De uitspraak

Het hof:
op het principaal en het incidenteel hoger beroep
bekrachtigt het bestreden vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 31 maart 2022, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen,
veroordeelt [X. B.V.] in de proceskosten van de procedure in het principaal hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [X Electronics B.V.] vastgesteld op € 5.455,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [X. B.V.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het arrest daarna wordt betekend, dan moet zij € 92,00 extra betalen vermeerderd met de kosten van betekening;
veroordeelt [X Electronics B.V.] in de proceskosten van het incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [X. B.V.] tot op heden vastgesteld op € 1.036,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [X Electronics B.V.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het arrest daarna wordt betekend, dan moet zij € 92,00 extra betalen vermeerderd met de kosten van betekening;
verklaart dit arrest voor zover het de hiervoor vermelde kostenveroordeling van [X Electronics B.V.] betreft uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, F.C. Alink-Steinberg en N.A.J. Purcell en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 mei 2024.
griffier rolraadsheer