Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 28 december 2021 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen;
- de memorie van grieven van [appellante] van 26 juli 2022;
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in (deels voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep, van [geïntimeerde] van 4 oktober 2022 met twee producties;
- de memorie van antwoord in (deels voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep van [appellante] van 12 december 2022 met één productie.
6.De feiten
7.Het geding in eerste aanleg
8.De ontvankelijkheid van [appellante] in het principaal appel
9.De omvang van de rechtsstrijd.
10.De beoordeling: was er een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW?
wij niet. Wij zijn van mening dat de ventilator die in 2005/2006 is weggenomen geschikt was voor de voormalige functie maar ongeschikt zou zijn geweest voor het huidige gebruik.
náde totstandkoming van de huurovereenkomst met [appellante] heeft gekregen zijn in dit kader niet relevant.
datmestdampen (waaronder ammoniakdampen) in het gehuurde zijn binnengedrongen, van oordeel is dat de vraag
hoedie mestdampen in het gehuurde konden binnendringen (na te hebben vastgesteld dat het binnendringen niet aan [appellante] is toe te rekenen, r.o.10.9) verder niet relevant is voor de beantwoording van de vraag of sprake is geweest van een gebrek. Voor het beantwoorden van die vraag is dus niet van belang door welke bouwkundige omstandigheid de dampen in het gehuurde konden binnendringen, en dus ook evenmin welke hoeveelheid mest eind december 2015, begin 2016 door [geïntimeerde] in de kelder is opgeslagen. Grief C geeft het hof dan ook geen aanleiding om ten aanzien van de vraag of het gehuurde een gebrek heeft gekend anders te oordelen dan hierboven vermeld.
11.De beoordeling: bestaan, causaliteit en toerekenbaarheid van de schade
12.De beoordeling: omvang van de schade
diverse schakelmaterialen € 11.934,24
installatieautomaten - 7.126,63
lasklemmen - 158,01
industriële componenten - 1.033,33
verlichting en toebehoren - 11.436,29
beveiligingsmaterialen - 2.395,44
CEE Form stekkermaterialen- 3.445,63
nietin het gehuurde aanwezig waren ten tijde van het gebrek en de aangetroffen sporen van oxidatie geven een voldoende aanwijzing voor de aanname dat zij daar toen juist wel aanwezig waren.
13.De beoordeling: vermindering dan wel (on)verschuldigdheid van de huursom
Inspectie). Dat [geïntimeerde] feitelijk zodanig heeft gehandeld dat dit een vrij en onbelemmerd gebruik van het gehuurde door [appellante] in de weg stond is niet gebleken. Voor zover [geïntimeerde] opmerkingen heeft gemaakt over consequenties voor de onderhavige procedure van een onbegeleide toegang van [appellante] tot het gehuurde, is het [appellante] geweest die de keuze heeft gemaakt om daaraan tegemoet te komen. Op grond van de huurovereenkomst was [appellante] daar niet toe gehouden. Dat [appellante] (subjectief) de houding van [geïntimeerde] als een vermindering van haar huurgenot heeft ervaren, betekent daarom op zich nog niet dat naar objectieve maatstaven kan worden vastgesteld dat [geïntimeerde] haar heeft belemmerd om vrij gebruik te maken van het gehuurde.
14.Conclusies in het principaal en incidenteel appel en de proceskosten
- dagvaardingskosten € 82,83;
- griffierecht € 941,00;
- kosten deskundigenbericht € 10.964,12;
- salaris advocaat