Uitspraak
3.[geïntimeerde 3] , wonende te [woonplaats] (Duitsland);
[geïntimeerde 4], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 5], wonende te [woonplaats] (Duitsland);
[geïntimeerde 8], wonende te [woonplaats] (Duitsland);
[geïntimeerde 9a], wonende te ' [woonplaats] ;
[geïntimeerde 9b], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 11], wonende te
[geïntimeerde 12], wonende te [woonplaats]
[geïntimeerde 13], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 21], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 23], wonende te [woonplaats] (België);
[geïntimeerde 25], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 26a], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 26b], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 28], wonende te [woonplaats] (Duitsland);
[geïntimeerde 30a],
[geïntimeerde 30b], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 33a], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 33b], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 34a], wonende te
[geïntimeerde 34b], wonende te [woonplaats] ;
[geïntimeerde 37], wonende te [woonplaats] ;
5.Het vervolg van de procedure in hoger beroep
- het arrest van 8 augustus 2023;
- de door Duinrand genomen memorie na tussenarrest met producties 54 tot en met 56;
- de door de huurders genomen memorie na tussenarrest met producties 15 tot en met 19;
- de door Duinrand genomen antwoordmemorie na tussenarrest;
- de door de huurders genomen antwoordmemorie na tussenarrest met producties 20 tot en met 23.
6.De verdere beoordeling
- voor recht verklaard dat de huurovereenkomsten van de in de kop van dat arrest genoemde huurders op 31 december 2023 zullen eindigen;
- elk van de in de kop van dat arrest genoemde huurders veroordeeld om de door hem of haar gehuurde standplaats op het vakantiepark Duinrand-West uiterlijk op 31 maart 2024 geheel leeg en ontruimd ter beschikking van Duinrand te stellen;
- elk van de in de kop van dat arrest genoemde huurders veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 250,-- per dag indien hij of zij niet tijdig voldoet aan de zojuist genoemde veroordeling, en bepaald dat elk van de betreffende huurders boven een bedrag van € 25.000,-- geen verdere dwangsommen verbeurt;
- vordering III in conventie afgewezen;
- de proceskosten van het geding bij de kantonrechter in conventie tussen de partijen gecompenseerd, aldus dat elke partij de eigen proceskosten moet dragen;
- de in de kop van dat arrest genoemde huurders in de proceskosten van het geding in principaal hoger beroep veroordeeld;
- het arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
- bepaald dat op vordering IV in conventie wordt beslist gelijktijdig met de beslissing in reconventie;
- de zaak in verband met de verdere beoordeling van de vordering in reconventie naar de rol verwezen voor door Duinrand en de huurders gelijktijdig te nemen memories na tussenarrest met de in rov. 3.18.12 van het arrest omschreven doelen (waarna antwoordmemories na tussenarrest van Duinrand en de huurders, gelijktijdig te nemen).
- primair conform de aan het vonnis te hechten schadeopstelling uit productie 6 en 9 ‘Taxatie Minderhoud Verkoop’;
- subsidiair minimaal conform de aan het vonnis te hechten schadeopstelling uit productie 6 en 9 ‘Taxatie Minderhoud Technisch’;
- aan de huurders opgedragen om in de door hen te nemen memorie na tussenarrest per resterende eiser in reconventie gemotiveerd, onder vermelding van de huisnummers van de betreffende standplaats/vakantiewoning en onder verwijzing naar de relevante paginanummers van het door hen overgelegde deskundigenbericht, te stellen welke vergoeding aan die partij toekomt; en om daarbij ook te reageren op de stellingen die Duinrand in reconventie heeft ingenomen over de vast te stellen schadevergoeding;
- aan Duinrand opgedragen om in de door haar te nemen memorie na tussenarrest per resterende eiser in reconventie gemotiveerd, onder vermelding van de huisnummers van de betreffende standplaats/vakantiewoning en onder verwijzing naar de relevante paginanummers van het door haar overgelegde deskundigenbericht, te stellen welke vergoeding aan die partij toekomt; en om daarbij ook in te gaan op de reactie die de huurders op het verweer van Duinrand in reconventie hebben gegeven in hun spreekaantekeningen bij de zitting bij de kantonrechter.
- De gestelde kosten van verwijdering van in de kampeermiddelen aangetroffen asbest vormen onderdeel van de kosten van sloop en verwijdering van de kampeermiddelen. Die kosten zijn reeds om de in rov. 6.3.6 genoemde redenen niet toewijsbaar.
- De gestelde kosten van asbestverwijdering zijn bovendien niet toewijsbaar omdat de huurders geen enkele onderbouwing hebben gegeven voor hun stelling dat in de 10 genoemde niet verplaatsbare kampeermiddelen asbest is aangetroffen en dat in verband daarmee de door hen opgesomde kosten moeten worden gemaakt. Het had op hun weg gelegen die stelling met verifieerbare bescheiden te onderbouwen, te meer nu zij deze stelling pas in het allerlaatste stadium van deze procedure naar voren hebben gebracht. Het hof concludeert dat de huurders ten aanzien van de beweerdelijke kosten van asbestverwijdering niet aan hun stelplicht hebben voldaan.
- van huurder 3: [geïntimeerde 3] – [adres] ;
- van huurder 4: [geïntimeerde 4] – [adres] ;
- van huurder 5: [geïntimeerde 5] – [adres] ;
- van huurder 8: [geïntimeerde 8] – [adres] ;
- van huurders 9.a en 9.b: [geïntimeerde 9a] en [geïntimeerde 9b] – [adres] ;
- van huurder 11: [geïntimeerde 11] – [adres] ;
- van huurder 12: [geïntimeerde 12] – [adres] ;
- van huurder 13: [geïntimeerde 13] – [adres] ;
- van huurder 21: [geïntimeerde 21] – [adres] ;
- van huurder 23: [geïntimeerde 23] – [adres] ;
- van huurder 25: [geïntimeerde 25] – [adres] ;
- van huurders 26.a en 26.b: [geïntimeerde 26a] en [geïntimeerde 26b] – [adres] ;
- van huurder 28: [geïntimeerde 28] – [adres] ;
- van huurders 30.a en 30.b: [geïntimeerde 30a] en [geïntimeerde 30b] – [adres] ;
- van huurders 33.a en 33.b: [geïntimeerde 33a] en [geïntimeerde 33b] – [adres] ;
- van huurders 34.a en 34.b: [geïntimeerde 34a] / [geïntimeerde 34b] – [adres] ;
- van huurder 37: [geïntimeerde 37] – [adres] .