2.8.3.In aanmerking genomen de door partijen voorgestelde vragen, de door partijen ter zitting ten aanzien van de vragen van de andere partij gedane suggesties en hetgeen hiervoor is overwogen, bepaalt het hof dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de volgende vragen:
1. Is er sprake van vochtoverlast/vochtproblematiek in het appartement [adres] [nummer] , gelegen in het souterrain (hierna: het appartement), en zo ja, waar in dat appartement en hoe manifesteert zich deze vochtoverlast en wat is de intensiteit daarvan?
2. Indien u vochtoverlast / vochtproblematiek in het appartement constateert, wat is (zijn) de oorzaak (oorzaken) daarvan? Indien geen uitsluitsel over de oorzaak kan worden gegeven, kunt u dan de meest waarschijnlijke oorzaak of oorzaken aangeven?
3. In hoeverre levert de inrichting van de binnenplaats van [verweerders] (deels verhard en deels onverhard) in combinatie met een eventuele ‘ondergrondse gang’ een bijdrage aan het ontstaan van deze vochtoverlast/vochtproblematiek? Indien geen uitsluitsel over de oorzaak kan worden gegeven, kunt u dan de meest waarschijnlijke oorzaak of oorzaken aangeven?
4. In hoeverre vormt (vormen) de oorzaak (oorzaken) van de vochtproblematiek (indien
niet verholpen) tevens een gevaar voor de fundering (op zand) van het pand van de [verzoekster] ?
5. Welke maatregelen zouden een einde moeten kunnen maken aan deze vochtoverlast/
Vochtproblematiek en geef daarbij per maatregel aan wat de kosten zouden zijn om deze maatregel te realiseren?
6. Welke maatregel is in de optiek van de deskundige het meest passend (met zo min mogelijk aanpassingen en of kosten voor partijen)?
7. Is het überhaupt mogelijk om deze vochtoverlast/vochtproblematiek
enkel vanaf het perceel van de [verzoekster] op te lossen? En zo ja, wat zouden de hiermee
gepaard gaande kosten dan zijn?
8. Worden er in en aan het appartement, voor zover grenzend aan de onroerende zaak van [verweerders] , 'koudebruggen' gesignaleerd?
9. Hoe beoordeelt u de aanleg van de vloer in het appartement, dit mede in samenhang met de aanhechting van deze vloer aan de wanden die aan de onroerende zaak van [verweerders] grenzen?
10. Wordt binnentreden of binnengetreden zijn van hemelwater in het appartement geconstateerd en - zo ja - is dit dan afkomstig van de onroerende zaak van [verweerders] ?
11. Indien u vochtoverlast/vochtproblematiek van hemelwater in het appartement, afkomstig van de onroerende zaak van [verweerders] constateert, maakt deze overlast het appartement ongeschikt als woning?
12. Indien u vochtoverlast/vochtproblematiek van hemelwater in het appartement, afkomstig van de onroerende zaak van [verweerders] constateert, maakt deze overlast het appartement ongeschikt als berging?
13. Is er sprake van een 'geheime gang' onder de binnenplaats van [verweerders] en zo ja, is dit dan een in de [adres] in [plaats] meer voorkomend 'tongewelf'? Verloopt deze gang (‘tongewelf) dan vanuit de [adres] bezien dwars op de straat of loopt deze parallel aan de richting van deze straat?
14. Kan vanuit een dergelijke ‘geheime gang ’ (tongewelf) water uittreden en intreden in het appartement, mede in verband met de dikte van een (eventuele) scheidingsmuur respectievelijk scheidingsmuren? Hoe is de kelderopbouw c.q. hoe is de betreffende buitenmuur opgebouwd?
15. Wat zijn de gevolgen met betrekking tot de doorlatendheid dan wel het al dan niet open zijn van de aangetroffen verfsystemen? Wat is de samenstelling van de betreffende verfsystemen?
16. Wat is het effect van de kennelijk in het appartement geplaatste voorzetwand en wat is het effect daarvan op de ventilatie?
17. Wat is de materiaalsamenstelling van de later aangebrachte raaplaag en hoe diep onder maaiveld is deze aangebracht?
18. Hoe is de dichting uitgevoerd rondom de nadien door derden ( [bedrijf 1] / de [verzoekster] ) aangebrachte ventilatiekoker, welke uitkomt in het perk van [verweerders] en is deze voldoende vocht of waterdicht uitgevoerd?
19. Kan de berging van de [verzoekster] , zoals die thans als woonruimte wordt gebruikt, op basis van het Bouwbesluit worden aangemerkt als een verblijfsruimte / verblijfsgebied?
20. Wat acht u verder nog van belang om op te merken?