ECLI:NL:GHSHE:2024:1622

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
20-002231-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak valsheid in geschrifte en opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1993, was eerder vrijgesproken van valsheid in geschrifte, maar het hof heeft het subsidiair tenlastegelegde feit, opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bewezen verklaard. De verdachte had valse documenten ingediend bij een makelaarskantoor om een huurwoning te verkrijgen. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het meermalen gebruiken van valse documenten, waaronder een werkgeversverklaring en loonstroken, die valselijk waren opgemaakt. Het hof heeft de bewijsvoering van de politierechter verbeterd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die recent vader was geworden en werk had gevonden. De uitspraak benadrukt het belang van de betrouwbaarheid van documenten in huurprocessen en de gevolgen van valsheid in geschrifte.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002231-23
Uitspraak : 6 mei 2024
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 31 juli 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-143494-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde ‘valsheid in geschrifte’, het subsidiair tenlastegelegde bewezenverklaard en dat gekwalificeerd als ‘opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst’, de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van het voorarrest.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen.
Door de verdediging is primair integrale vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis, met aanvulling en verbetering van de gronden waarop dit berust, en met uitzondering van de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de opgelegde straf. De door de politierechter aangehaalde toepasselijke wettelijke voorschriften worden dientengevolge opnieuw opgenomen.
Omwille van de leesbaarheid zal het hof de bewijsvoering als aangetekend in het proces-verbaal van de openbare zitting van de politierechter op 31 juli 2023, onder 3.1 (laatste alinea op pagina 2 van 5) en onder 3.2 (pagina 3 van 5 en eerste alinea op pagina 4 van 5), geheel vervangen. Derhalve komt de bewezenverklaring van het subsidiaire feit uitsluitend te berusten op de navolgende bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen.
3.1
Bewijsmiddelen
De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen zijn genoemd verwijzen naar pagina’s van het dossier van de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant, district De Baronie, basisteam Markdal, dossiernummer PL2000-2022092100, op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant en gesloten d.d. 13 juni 2022 (doorgenummerde pagina's 1 tot en met 37), nader te noemen: het politiedossier.
Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat de navolgende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
3.1.1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juni 2022 (pg. 7 t/m 9), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 1] , die namens [bedrijf 1] aangifte deed:
(pg. 7)
Ik doe aangifte van fraude namens [bedrijf 1] in Oosterhout. Op 2 maart 2022 zette ik een huurwoning aan [adres 2] op Funda. Voor 31 maart 2022 nam [verdachte] telefonisch contact met ons op.
Op 31 maart 2022 omstreeks 13.32 uur stuurde ik een standaard mail naar [verdachte] met daarin de vraag in wat voor gezinssituatie hij zat, wat de reden was dat hij een woning wilde huren, een kopie van zijn legitimatie en de vraag om 2 recente loonstroken met werkgeversverklaring mee te sturen. Om 13.52 uur ontving ik een e-mail met daarin de reactie van [verdachte] . In de bijlage van deze e-mail stuurde hij de loonstroken mee. Het e-mailadres waarmee hij contact met ons opnam was: [e-mailadres 1] .
Op 1 april 2022 om 14.02 uur nam mijn collega telefonisch contact op om een afspraak in te plannen voor een bezichtiging en stuurde hiervan een bevestiging via de mail naar [verdachte] .
Op 4 april 2022 om 12.30 uur had ik een afspraak met [verdachte] voor een woningbezichtiging. Ik was al in de woning. Hij kwam aanlopen en bekeek samen met mij het appartement. Daarna liepen wij samen richting de parkeerkelder. Bij de woning zit een parkeerplaats. Op het moment van de bezichtiging beschikte ik alleen over de loonstroken. Deze dag om 13.43 uur stuurde [verdachte] ons een mail waarin hij liet weten interesse te hebben in de woning. Om 14.25 uur stuurde ik een reactie waarin ik liet weten dat ik nog een werkgeversverklaring en een kopie van zijn paspoort van hem
(pg. 8)
nodig had om het contract te kunnen opstellen. Een dag later, op 5 april 2022 om 14.00 uur ontving ik van [verdachte] een mail met daarin zijn werkgeversverklaring en een kopie van zijn paspoort. Ik zag dat de foto overeenkwam met de persoon die ik gezien had.
Standaard controleer ik de werkgeversverklaring. Om deze reden nam ik contact op met " [bedrijf 2] ". Ik zocht dit bedrijf op via Google en vond hier een telefoonnummer. Ik belde het telefoonnummer en kreeg de eigenaar aan de lijn. Ik vroeg hem naar [betrokkene] . Ik hoorde dat hij zijn dat hij geen [betrokkene] kende. Ik hoorde dat hij zei dat er bij het bedrijf 30 medewerkers in dienst zijn en hij iedereen bij naam kent. Ik vroeg hem of [verdachte] bij hem in dienst was. Ik hoorde dat hij zei dat hij geen [verdachte] kende. Diezelfde dag stuurde ik de loonstroken en werkgeversverklaring naar [bedrijf 2] . De eigenaar van " [bedrijf 2] " vertelde mij dat hun logo en contactgegevens gebruikt waren, maar dat dit geen officiële documenten waren. Een week later nam [verdachte] telefonisch contact met mij op om te vragen hoe het zat met de woning. Ik vertelde hem dat ik wist dat zijn werkgeversverklaring niet klopte en dat hij daar niet in dienst was. Hierna heb ik niets meer van hem gehoord.
Door de fraude hebben wij financiële schade opgelopen. Deze bestaat uit: (…) mijn uurloon voor het half uur van de bezichtiging (...).
3.1.2
Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 9 juni 2022 (pg. 24 en 25), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
(pg. 24)
Verdachte
Naam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats]
Datum en tijd aanhouding : 9 juni 2022 te 11:45 uur
Locatie aanhouding: vertrek te Eindhoven Airport
Verdachte werd aangehouden op verzoek van politie West-Brabant Zeeland te Breda en vond plaats naar aanleiding van het volgende:
Op 9 juni 2022 verscheen verdachte voor ons bij de paspoortbalie bij vertrek te Eindhoven Airport. Na controle van het paspoort van verdachte kwam naar voren dat verdachte gesignaleerd stond als zijnde Opsporing en Aanhouden.
Na telefonisch overleg met politie Breda is besloten dat verdachte in afwachting op transport en voorgeleiding door politie Breda bij ons op Eindhoven Airport bij aankomst wordt ingesloten.
(pg. 25)
Identiteitsvaststelling:
Ter vaststelling van de identiteit werden de identificerende gegevens van de verdachte vastgelegd in de Strafrechtketendatabank.
3.1.3
Een geschrift, als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder sub 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten: een ID Staat (op basis van identificatie met biometerie) (pg. 20 en 21), voor zover inhoudende:
(pg. 20)
SKN: [nummer 1]
V-nummer:
P-nummer [nummer 2]
Datum/tijd: 09 juni 2022 11:56
Personalia
SKDB (vastgelegd) Geconstateerde personalia
Achternaam
Voornamen
Geboortedatum
Geboorteplaats & land
Nationaliteit 1
Geslacht
[verdachte]
[geboortedag] 1993
[geboorteplaats] Nederland
Nederlandse
Mannelijk
[verdachte]
[geboortedag] 1993
[geboorteplaats] Nederland
Nederlandse
Mannelijk
Meldingen registers
Bv BSN: Document met nummer [documentnummer] staat niet geregistreerd als gestolen of vermist
[FOTO] [FOTO]
Hof: hier is een foto opgenomen van de Hof hier is een portretfoto
identiteitspagina (met pasfoto) van een Nederlands opgenomen van de
Paspoort op naam van voormelde persoon persoon vermeld op de ID-
staat
Gegevens uit document
Documentnummer [documentnummer]
Type document Nationaal paspoort Nederland
Achternaam [verdachte]
Voornamen [verdachte]
Geboortedatum [geboortedag] 1993
Nationaliteit Nederlandse
Geslacht Mannelijk
Geldig tot 01-07-2026
(pg. 21)
Opname info
Opname datum 09 juni 2020 11:50
Opname organisatie Brigade Brabant Zuid
Opname plaats [adres 3]
Naam opsteller [verbalisant 2]
3.1.4
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2022 (pg. 19), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 9 juni 2022 om 19.30 uur nam ik een verdachte verhoor af bij verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1993 in [geboorteplaats] . Ik zag dat de verdachte [verdachte] overeenkwam met de foto op zijn identiteitskaart. Ik kon dit zien omdat in de bewijsstukken van het dossier van verdachte [verdachte] een kopie zat van een op zijn naam gesteld identiteitsbewijs.
3.1.5
Bescheiden, als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder sub 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten geschriften, bestaande uit een e-mailbericht aan de politie met daarbij in de bijlage een kopie van een Nederlands paspoort (pg. 18 en 17) voorzien van een pasfoto van een jongeman, voor zover inhoudende:
(pg. 18)
Van: [bedrijf 1]
Verzonden: woensdag 11 mei 2022
Aan: [verbalisant 1]
Onderwerp: Kopie legitimatie [verdachte]
Bijlagen: Kopie legitimatie Dhr. [verdachte] .jpg
Geachte mevrouw [verbalisant 1] (
het hof begrijpt: de verbalisant [verbalisant 1]),
Zoals telefonisch besproken ontvangt u in de bijlage kopie legitimatie van De heer [verdachte] , hij heeft bij ons de huurwoning aan [adres 2] bezichtigd en daarvoor een valse werkgeversverklaring en loonstroken bij ons aangeleverd.
Met vriendelijke groet,
[aangever 1] .
(pg. 17)
[FOTO]
Hof: een foto van een Nederlands Paspoort, met daarop naast een pasfoto van een jongeman, de volgende documentgegevens:
Documentnummer: [nummer 3]
Nationaliteit: Nederlandse
Naam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedag] 1993
Geslacht: M
3.1.6
Bescheiden als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder sub 5, van het Wetboek van Strafvordering, te weten geschriften, bestaande uit een e-mailbericht gedateerd 31 maart 2022 te 13:52 uur, met als bijlagen twee loonstroken, in reactie op een e-mailbericht gedateerd 31 maart 2022 te 13:34 (pg. 10 t/m 12), voor zover inhoudende:
(pg. 10)
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: 31 maart 2022 13:52
Aan: [bedrijf 1]
Onderwerp: Re: [adres 2]
Bijlagen: [bestandsnaam 1] ; [bestandsnaam 2]
Ik ben opzoek naar een woning omdat ik in een break up zit met me vriendin en ik dus op mezelf moet gaan wonen.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Op 31 mrt. 2022 om 13:34 heeft [bedrijf 1]
[e-mailadres 2]het volgende geschreven:
Geachte heer [verdachte] ,
Allereerst bedanken wij u voor de getoonde interesse in de huurwoning gelegen aan [adres 2] .
De woning is beschikbaar per 11 april 2022. (…)
Mocht u interesse hebben in deze woning dan vragen wij u om een aantal documenten bij ons aan te leveren. Wij bekijken dan of u in aanmerking komt om de woning te huren en plannen daarna een bezichtiging met u in bij de woning.
Graag ontvangen wij van u de volgende documenten:
- Laatste 2 recente loonstroken (u dient rekening te houden met een inkomen van bruto ca. 2 a 3 x de maandhuur, uit een vast dienstverband.);
- Werkgeversverklaring
- Kopie legitimatie
- Omschrijving van u persoonlijke situatie/gezinssituatie (aantal personen en huisdieren) en reden van verhuizing.
Gelieve alle documenten in 1 e-mail toe te sturen (zodat wij het per persoon overzichtelijk bij elkaar kunnen houden) aan [e-mailadres 2] met daarbij uw telefoonnummer.
(pg. 11 salarisstrook december 2021)
[bedrijf 2]
[verdachte]
[adres 4]
Basisgegevens
Boekjaar 2021 Datum in dienst 04-01-2020 Geboortedatum [geboortedag] 1993
Periode December Datum uit dienst LH-tabel Wit
Parttime percentage 100,00 Basis bruto salaris 7941,50 Bijz.tarief% 8,61
Uren per week 40.00 Basis bruto loon 45,82 Heffingskorting Ja
Functie Lead Developer C# Minimumloon 1725,00 Onbepaalde tijd Ja
Soortloner Maandloner Ondertekend contract Ja
Type Werknemer Oproepcontract Nee
Salariscomponenten
Normaal Bijzonder Totaal
tarief tarief
Bruto maand salaris 7941,50 7941,50
Loonheffing 7941,50
Ingehouden Loonheffing -3141,50 -3141,50
Netto loon 4800,00
Specificatie betaling
Netto loon 4800,00
Uit te betalen op: [rekeningnummer]
Cumulatieven
Totaal
Uniform loon 102921,34
Arbeidskorting 825,96
Loonheffing 40526,44
Reserveringen
Stand Vorig Bij Af Saldo
Vakantiegeld 3812,92 635,32 0 4448,24
Vakantieuren 44,99 13,33 0 18,32
(pg. 12 salarisstrook januari 2021)
[bedrijf 2]
[verdachte]
[adres 4]
Basisgegevens
Boekjaar 2021 Datum in dienst 04-01-2020 Geboortedatum [geboortedag] 1993
Periode Januari Datum uit dienst LH-tabel Wit
Parttime percentage 100,00 Basis bruto salaris 7941,50 Bijz.tarief% 8,61
Uren per week 40.00 Basis bruto loon 45,82 Heffingskorting Ja
Functie Lead Developer C# Minimumloon 1725,00 Onbepaalde tijd Ja
Soortloner Maandloner Ondertekend contract Ja
Type Werknemer Oproepcontract Nee
Salariscomponenten
Normaal Bijzonder Totaal
tarief tarief
Bruto maand salaris 7941,50 7941,50
Loonheffing 7941,50
Ingehouden Loonheffing -3141,50 -3141,50
Netto loon 4800,00
Specificatie betaling
Netto loon 4800,00
Uit te betalen op: [rekeningnummer]
Cumulatieven
Totaal
Uniform loon 7.941,50
Arbeidskorting 68,83
Loonheffing 3141,50
Reserveringen
Stand Vorig Bij Af Saldo
Vakantiegeld 4448,24 635,32 0 5083,56
Vakantieuren 18,32 13,33 0 31,65
3.1.7
Bescheiden als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder sub 5, van het Wetboek van Strafvordering, te weten geschriften, bestaand uit e-mailberichten gedateerd 4 april 2022 tot en met 5 april 2022, met als bijlage een werkgeversverklaring van [bedrijf 2] (pg. 13 t/m 15), voor zover inhoudende:
(pg. 13)
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: 5 april 2022 14:00
Aan: [bedrijf 1]
Onderwerp: Re: afspraakbevestiging
Bijlagen: [bestandsnaam 3]
Beste, hierbij de werkgeversverklaring en paspoort.
[FOTO]
Het hof stelt vast dat naast voormelde tekst voorts ook een foto van een Nederlands paspoort ten name van [verdachte] , waarvan de identiteitspagina identiek is aan die in het hiervoor vermelde bewijsmiddel onder 3.1.3, deel uitmaakt van dit e-mailbericht.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
(Ongenummerde pagina, volgend op pg. 13 en voorafgaand aan pg. 14)
Op 4 april 2022 om 14:25 heeft [bedrijf 1] < [e-mailadres 2] > het volgende geschreven:
Geachte heer [verdachte] ,
Hartelijk dank voor uw e-mail.
Dat is fijn om te horen, voor het opstellen van de huurovereenkomsten hebben wij geen arbeidsovereenkomst nodig maar een werkgeversverklaring, zou u deze samen met uw legitimatiebewijs naar ons willen sturen per mail. Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
[bedrijf 1]
Van: [verdachte] < [e-mailadres 1] >
Verzonden: 4 april 2022 13:43
Aan: [bedrijf 1]
[e-mailadres 2]
Onderwerp: Re: afspraakbevestiging
Beste,
Bij deze wil ik u laten weten, dat ik de woning wil. Ik zal vandaag nog mijn arbeidsovereenkomst en paspoort opsturen.
Dank
[verdachte]
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Op 1 april 2022 om 14:02 heeft [bedrijf 1] < [e-mailadres 2] > het volgende geschreven:
Geachte heer [verdachte] ,
Hierbij bevestigen wij graag de afspraak met betrekking tot het bezichtigen van onderstaande woning:
(Pag. 14)
[adres 2]
Afspraak: maandag 4 april 2022 om 12.30 uur.
Met vriendelijke groet,
[bedrijf 1]
(pg. 15, werkgeversverklaring)
BIJLAGE – MODEL – WERKGEVERSVERKLARING [bedrijf 2]
Gegevens
werkgever
Naam werkgever
Adres werkgever
Postcode en woonplaats
KvK-nummer
[bedrijf 2]
[adres 5]
[KvK-nummer]
Gegevens
werknemer
Naam werknemer
Adres werknemer
Postcode en woonplaats
Geboortedatum
In dienst sinds
Functie
[verdachte] X man
[adres 4]
[geboortedag] 1993
04-01-2020
Lead Developer C#
Aard van het dienstverband
De werknemer heeft
Is er sprake van een proeftijd?
Is er een reorganisatie of maatregel aangekondigd die het dienstverband of het inkomen mogelijk raken of zijn er voornemens het dienstverband binnenkort te beëindigen?
Directeur / aandeelhouder
X een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of is aangesteld in vaste dienst
X ja
Zo ja, is de proeftijd verstreken? X ja
X nee
X nee
Verklaring voortzetting dienstverband (indien van toepassing)
Wordt bij gelijkblijvend functioneren en
ongewijzigde bedrijfsomstandigheden de
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij
beëindiging daarvan opgevolgd door een
voortgezette of vernieuwde
arbeidsovereenkomst:
Worden bij vernieuwing de
arbeidsvoorwaarden gewijzigd, zo ja, licht
toe hoe:
X ja, voor onbepaalde tijd
X nee
Inkomen
1. Bruto jaarsalaris1
2. Vakantietoeslag2
€ 95.298 (basissalaris excl. overwerk e.d.)
€ 7.623,84
1) Het bruto jaarsalaris van het gebruikelijke aantal werkweken in de bedrijfstak.
2) Bij vakantiebonnen of tijdspaarfonds: 100% van de waarde van de vakantiebonnen of tijdspaarfonds.
Leningen/
Loonbeslag
Is door u een onderhandse lening aan de werknemer verstrekt?
Is op het loon van de werknemer loonbeslag of looncessie gelegd?
X nee
X nee
Ondergetekende verklaart namens de werkgever dat alle gegevens naar waarheid zijn ingevuld.
Naam ondertekenaar [betrokkene]
Getekend te Breda d.d.05-04-2022
Handtekening
(hof: blauwe handtekening)
Voor eventuele verificatie kan contact worden opgenomen met:
Naam [betrokkene]
Telefoon [telefoonnummer 1]
3.1.8
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 11 april 2022 (pg. 3 t/m 4), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 2] , die namens [bedrijf 2] aangifte deed:
Ik ben directeur mede-eigenaar van [bedrijf 2] gevestigd te Breda. Op 4 april2022 werd ik gebeld door een medewerker (het hof begrijpt: medewerkster) van [bedrijf 1] in Oosterhout. De medewerkster vertelde mij dat er een loonstrook en een werkgeversverklaring bij haar waren ingeleverd ten behoeve van het verkrijgen van een (huur)woning.
Op de loonstrook en werkgeversverklaring stond het logo van [bedrijf 2] Als naam werkgever was ook ons bedrijf genoemd en ons bijbehorende adres. Zij vroeg mij of de heer [verdachte] binnen ons bedrijf werkzaam was. Gezien ik alle werknemers bij naam ken, wist ik ook meteen zeker dat de heer [verdachte] niet binnen ons bedrijf werkzaam was. Er werd dus valselijk gebruik gemaakt van de naam en gegevens van ons bedrijf.
Op 5 april 2022 ontving ik de door de heer [verdachte] ingestuurde loonstrook en werkgeversverklaring. Volgens de werkgeversverklaring zou ene [betrokkene] eigenaar van ons bedrijf zijn en de verklaring ondertekend hebben. Dit is echter ook vervalst, er werkt bij ons geen [betrokkene] en ook het genoemde telefoonnummer klopt niet.
3.1.9
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 mei 2022 (pg. 16), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Ik sprak op 11 mei 2022 telefonisch met [aangever 1] , werkzaam bij [bedrijf 1] Zij gaf aan dat [verdachte] het volgende telefoonnummer en e-mailadres had achtergelaten: [telefoonnummer 2] en [e-mailadres 1] .
3.1.10
Het (na sluiting van het politiedossier aan dat dossier toegevoegde) proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 mei 2023, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 27 september 2022 werden collega’s in Breda aangesproken door de in deze
zaak verdachte [verdachte] . De collega's hebben ter plaatse de identiteit van [verdachte]
vastgesteld aan de hand van zijn identiteitsbewijs. [verdachte] heeft camerabeelden naar die collega's doorgestuurd via Whatsapp. De collega's zagen hierbij dat [verdachte] het telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruikte.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is hetzelfde telefoonnummer als [verdachte] heeft
opgegeven bij [bedrijf 1] Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is op 1 april 2022 om 14.02 gebeld door een medewerker van [bedrijf 1] , dit om met [verdachte] een afspraak te maken voor een bezichtiging, die vervolgens op 4 april 2022 heeft plaatsgevonden.
3.2
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft – op gronden zoals verwoord in de pleitnota en zoals mondeling toegelicht – ter terechtzitting in hoger beroep opnieuw integrale vrijspraak bepleit van het subsidiair tenlastegelegde. Daartoe is in de kern aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte de e-mailberichten met bijlagen heeft verzonden. In de stukken van het dossier ontbreekt de koppeling tussen de verdachte en het gebruikte
e-mailadres. Dat de verdachte in september 2022 gebruik maakte van een bepaald 06-nummer, zegt niets over wie dat nummer in april 2022 gebruikte. Volgens de raadsman is het mogelijk dat niet de verdachte, maar een derde persoon, de documenten heeft gemaild naar de makelaar. Daarnaast zijn de loonstroken op 31 maart 2022 verzonden en valt dit derhalve buiten de tenlastegelegde periode. Naar de mening van de verdediging dient de verdachte, bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs, te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof stelt op grond van de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting het volgende vast.
Aangeefster [aangever 1] heeft het volgende verklaard. Vóór 31 maart 2022 heeft ‘ [verdachte] ’ telefonisch contact opgenomen met het makelaarskantoor naar aanleiding van een te huur staande woning. Op 31 maart 2022 heeft deze [aangever 1] een e-mailbericht verstuurd naar het door deze persoon opgegeven e-mailadres ( [e-mailadres 1] ), met onder meer het verzoek om een kopie van zijn legitimatie en 2 recente loonstroken met werkgeversverklaring aan te leveren. Hierop is vanuit het e-mailadres
[e-mailadres 1](en daarbij zichtbaar in de mail de naam van het account ‘ [verdachte] ’) gereageerd. In de bijlage bij dit e-mailbericht bevonden zich 2 pdf-bestanden, te weten loonstroken van januari 2021 en december 2021, beide op naam van ‘ [verdachte] ’. Op 1 april 2022 nam een collega van het makelaarskantoor telefonisch contact op met ‘ [verdachte] ’ op het door ‘ [verdachte] ’ verstrekte telefoonnummer [telefoonnummer 2] om een afspraak in te plannen voor een bezichtiging, waarna de afspraakbevestiging per mail naar het door deze ‘ [verdachte] ’ opgegeven e-mailadres ( [e-mailadres 1] ) is verzonden. Naar aanleiding van dit telefonisch gesprek is ‘ [verdachte] ’ op 4 april 2022 verschenen bij de woningbezichtiging. [aangever 1] en ‘ [verdachte] ’ hebben vervolgens samen gedurende een half uur het appartement en de bijbehorende parkeerplaats bekeken. Na de bezichtiging ontving [aangever 1] een e-mailbericht van ‘ [verdachte] ’, wederom via het mailadres
[e-mailadres 1](met daarbij zichtbaar in de mail de naam van het account ‘ [verdachte] ’), waarin werd aangegeven dat hij interesse heeft in de woning. De volgende dag, 5 april 2022, ontving [aangever 1] per mail van ‘ [verdachte] ’ ( [e-mailadres 1] ) een werkgeversverklaring en een kopie van een paspoort op naam van ‘ [verdachte] ’. [aangever 1] heeft tegenover de politie verklaard dat de persoon op de foto in het paspoort van ‘ [verdachte] ’ overeenkomt met de persoon ‘ [verdachte] ’ die zij op 4 april 2022 heeft gezien bij de bezichtiging van de betreffende woning.
Ter controle van de door ‘ [verdachte] ’ verstrekte gegevens heeft [aangever 1] contact opgenomen met diens werkgever, het in de opgestuurde documenten genoemde bedrijf [bedrijf 2] . De eigenaar van [bedrijf 2] , naar later blijkt [aangever 2] , gaf in dit gesprek aan dat hij alle werknemers bij naam kent en bij het bedrijf geen [betrokkene] en geen ‘ [verdachte] ’ werken en er dus valselijk gebruik is gemaakt van de naam en gegevens van het bedrijf.
Verdachte is op 9 juni 2022 op Eindhoven Airport aangehouden door de Koninklijke Marechaussee toen bij paspoortcontrole bleek dat hij gesignaleerd stond. Uit de ID-Staat blijkt dat de verdachte zich die dag met hetzelfde paspoort legitimeerde als waarvan door ‘ [verdachte] ’ een kopie aan het makelaarskantoor is verstrekt. Vastgesteld is voorts op 9 juni 2022 door de Koninklijke Marechaussee dat de verdachte is genaamd ‘ [verdachte] ’ overeenkomstig de gegevens in zijn paspoort. Met andere woorden, de verdachte legitimeert zich met het paspoort op naam van [verdachte] en is de persoon die op de pasfoto in dat paspoort is afgebeeld. Diezelfde vaststelling deed later die dag verbalisant [verbalisant 4] . Ook zij concludeert dat verdachte overeenkomt met de foto op zijn identiteitskaart/-bewijs. Het hof begrijpt dat zij daarmee doelt op het paspoort, waarvan meerdere kopieën in het dossier aanwezig zijn.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft gerelateerd dat collega’s op 27 september 2022 met de verdachte hebben gesproken naar aanleiding van een ander incident. De collega's hebben ter plaatse de identiteit van de verdachte vastgesteld aan de hand van -wederom- zijn identiteitsbewijs. De verdachte heeft vervolgens camerabeelden naar de collega’s doorgestuurd via Whatsapp. Het telefoonnummer waarmee de verdachte de camerabeelden heeft opgestuurd blijkt hetzelfde telefoonnummer te zijn als door ‘ [verdachte] ’ opgegeven bij [bedrijf 1] .
Het hof overweegt het navolgende.
Op basis van de gebezigde bewijsmiddelen stelt het hof vast dat het de verdachte was die zich onder zijn eigen naam ‘ [verdachte] ’ bij het makelaars-kantoor meldde naar aanleiding van een op Funda.nl aangeboden huurwoning, dat het verdachte was die vervolgens een bezichtiging heeft gehad, daarvoor de benodigde documenten aan het makelaarskantoor heeft doen toekomen en die eenmaal geconfronteerd met de geconstateerde onregelmatigheden, niets meer van zich heeft laten horen. Dat deze [verdachte] daadwerkelijk de verdachte betrof, volgt uit het volgende:
  • het paspoort dat bij de makelaar is aangeleverd is gelijk aan het paspoort dat op de ID Staat is afgebeeld;
  • onomstotelijk is vast komen te staan bij gelegenheid van zijn aanhouding dat het paspoort aan de verdachte toebehoort en dat hij zich daarmee legitimeert;
  • [aangever 1] heeft de persoon die zij op 4 april 2022 in de huurwoning in [adres 2] heeft rondgeleid als ‘ [verdachte] ’ herkend als de persoon die staat afgebeeld op de foto in het in kopie ontvangen paspoort. Het hof heeft geen reden om aan die herkenning te twijfelen. [aangever 1] heeft gedurende een half uur met ‘ [verdachte] ’ in persoon contact gehad en met hem de woning en bijbehorende parkeerplaats bekeken;
  • de verdachte heeft met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] telefonisch contact opgenomen met het makelaarskantoor en met ditzelfde telefoonnummer is hij op 27 september 2022 in contact geweest met de politie, waarbij hij zich -wederom- heeft gelegitimeerd als [verdachte] .
Op grond van deze feiten heeft het hof geen reden te twijfelen aan het feit dat de persoon die een huurwoning zocht en zich daarbij kenbaar maakte als [verdachte] en onder die naam op 4 april 2022 een bezichtiging van de woning had en die ten behoeve van die woning de gevraagde documenten -waaronder een kopie van zijn paspoort- aanleverde, steeds de verdachte is geweest. Het hof kan het verweer van de verdediging op dit punt geenszins volgen. Het spreekt voor zich dat iemand die een woning voor zichzelf zoekt daarbij zijn eigen paspoort gebruikt, én zijn mailadres waarop zijn accountnaam zichtbaar is-, én een telefoonnummer waarop hij te allen tijde bereikbaar is, niet alleen in april 2022, maar ook nadien, zoals in september 2022. Het dossier biedt geen begin van een aanknopingspunt dat een derde, een ander dan verdachte, zich hier zou hebben voorgedaan als de verdachte.
Vast staat voorts dat de verdachte ter verkrijging van de huurwoning onder meer een werkgeversverklaring en twee loonstroken moest aanleveren. Uit de verklaring van [aangever 2] van [bedrijf 2] is gebleken dat de door de verdachte verstrekte documenten het logo en de gegevens van [bedrijf 2] bevatten, maar de verdachte nimmer werkzaam is geweest bij dit bedrijf. Gelet hierop is het hof van oordeel dat deze aangeleverde werkgeversverklaring en loonstroken noodzakelijkerwijs valselijk zijn opgemaakt. Door wie deze documenten zijn opgemaakt is niet komen vast te staan, wel staat vast dat deze vervolgens ten behoeve van het verkrijgen door verdachte van die huurwoning aan het makelaarskantoor zijn verstrekt.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het dan ook niet anders kan zijn dan dat het de verdachte is geweest die de valse stukken heeft gebruikt en dat dit onmiskenbaar was gericht op het verkrijgen van een huurwoning door hem. Het standpunt van de verdediging dat niet vastgesteld kan worden dat de verdachte de e-mailberichten zelf heeft verstuurd en dat het mogelijk is dat een derde persoon de valse stukken heeft aangeleverd, schuift het hof, gelet op het hiervoor overwogene, niet alleen als niet relevant, maar ook als volstrekt onaannemelijk terzijde. Bovendien heeft de verdachte zich bij de politie beroepen op zijn zwijgrecht en is hij noch in eerste aanleg noch in hoger beroep verschenen waardoor een eventueel ontzenuwende verklaring van de verdachte is uitgebleven.
Voor wat betreft het verweer dat de loonstroken vóór de tenlastegelegde periode zijn aangeleverd en deze hierom niet tot een bewezenverklaring kunnen bijdragen, merkt het hof het volgende op. Dat de loonstroken al op een eerder moment, te weten op 31 maart 2022, waren opgestuurd, doet naar het oordeel van het hof niet af aan de bewezenverklaring. Immers, zowel de loonstroken, als de werkgeversverklaring en het paspoort dienden tezamen op 5 april tot bewijs van een vast en voldoende inkomen van de verdachte om daarmee te voldoen aan de vereisten om de huurovereenkomst te kunnen aangaan. Hiermee acht het hof de omstandigheid aanwezig waaruit volgt dat het tenlastegelegde feit, waaronder dus ook het gebruik op 4 en 5 april 2022 van de op 31 maart 2022 aangeleverde loonstroken, wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het hof verwerpt de tot vrijspraak strekkende verweren van de verdediging in al hun onderdelen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het hof stelt vast dat de kwalificatie van het bewezenverklaarde als opgenomen door de politierechter niet volledig strookt met het bewezenverklaarde, nu het gaat om meer dan (1) een vals document dat is gebruikt, waardoor sprake is van meer feiten. Om die reden wordt die kwalificatie verbeterd en vervangen als volgt.
Het subsidiair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Op te leggen sanctie
Namens de verdachte is verzocht om te volstaan met het opleggen van een taakstraf, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte recent vader is geworden, inmiddels werk heeft gevonden en dat zijn partner opnieuw zwanger is. Daarnaast is naar voren gebracht dat de verdachte inmiddels de zorg voor zijn gezin op zich heeft genomen en dat dit niet meer mogelijk is indien de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt veroordeeld.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan het gebruiken van een vals document. De verdachte heeft bij herhaling gegevens van het bedrijf [bedrijf 2] valselijk gebruikt en zo het vertrouwen gewekt dat hij een vaste en behoorlijke baan had bij dit bedrijf met een dito inkomen. Door aldus te handelen heeft de verdachte niet alleen het vertrouwen in het bedrijf waarvan hij de gegevens heeft misbruikt geschaad, maar heeft hij ook het vertrouwen van het makelaarskantoor, dat in de juistheid van dergelijke geschriften moet kunnen worden gesteld, geschaad. De verdachte heeft dit louter gedaan om onroerend goed in huur te verkrijgen en heeft daarbij slechts gehandeld met het oog op eigen voordeel. Een woning waarvan geenszins is komen vast te staan dat hij hiervoor over voldoende legale middelen beschikte of op termijn zou kunnen beschikken, terwijl de verhuurder -eenmaal gebonden aan een huurovereenkomst met de verdachte- ongewild met de gevolgen daarvan zou zijn geconfronteerd. Voorts is uit het dossier gebleken dat het makelaarskantoor financiële schade heeft opgelopen (dossierpag. 8), nu door het handelen van de verdachte hun tijd is besteed aan verdachte als een potentiële kandidaat terwijl hij -achteraf bezien- van meet af aan niet voor de huur in aanmerking zou komen, zij hierdoor mogelijk serieuze kandidaten zijn misgelopen en de woning hierdoor meerdere dagen niet verhuurd is kunnen worden. De verdachte is verantwoordelijk te houden voor deze nadelige gevolgen. De verdachte heeft voor die gevolgen kennelijk geen oog gehad en zich slechts laten leiden door eigen gewin. Het hof rekent het de verdachte dan ook aan dat hij heeft gehandeld zoals is bewezenverklaard.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 28 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld, doch niet voor soortgelijke strafbare feiten. Uit voornoemd uittreksel blijkt voorts dat het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Gelet voorts op de ernst van het feit ziet het hof in de persoonlijke omstan-digheden van de verdachte en de overige door de raadsman aangevoerde omstandigheden onvoldoende aanleiding om te volstaan met de door de verdediging bepleite afdoeningsmogelijkheden.
Alle omstandigheden afwegende is het hof van oordeel dat niet volstaan kan worden met een straf als door de advocaat-generaal gevorderd, omdat daarin de ernst van het bewezenverklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt. Het hof acht derhalve een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden. Met oplegging van een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie en de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht:
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor vermeld;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. H.A.T.G. Koning, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Harskamp, griffier,
en op 6 mei 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.