ECLI:NL:GHSHE:2024:1598

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
20-001573-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en ontuchtige handelingen door een vader met zijn minderjarige dochter over een periode van zes jaar

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het plegen van seksuele handelingen met zijn minderjarige dochter over een periode van ruim zes jaar. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaren, met aftrek van voorarrest. De zaak kwam aan het licht na een melding van het slachtoffer op school, waar zij vertelde over het langdurige seksueel misbruik door haar vader, dat begon toen zij negen jaar oud was en zich voordeed in Dubai en later in Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van zijn dochter, evenals aan ontuchtige handelingen, en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd. De verdediging had gepleit voor partiële vrijspraak, maar het hof oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer consistent en overtuigend waren. De verdachte heeft zijn daden erkend, maar ontkende enkele details. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001573-23
Uitspraak : 13 mei 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 31 mei 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-208048-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Filipijnen) op [geboortedatum] ,
wonende te [adres verdachte] .
Hoger beroep
De rechtbank heeft de verdachte ter zake van:
  • ‘met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd’ (feit 1);
  • ‘met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd’ (feit 2);
  • ‘met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd’ (feit 3),
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Voorts heeft de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen.
De verdediging heeft primair partiële vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Subsidiair heeft de verdediging een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 10 april 2018 te Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten, met zijn kind, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] geduwd;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 april 2018 tot en met 21 juni 2021 te Terneuzen en/of Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met zijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] geduwd;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 21 juni 2022 te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten en/of Terneuzen, met zijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, telkens buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten met de mond en handen van de borst(en) van die [slachtoffer] en/of het betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of het trekken aan de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of het kussen van die [slachtoffer] en/of het laten betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] .
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 10 april 2018 te Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten, met zijn kind, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en zijn vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] geduwd;
2.
hij in de periode van 11 april 2018 tot en met 21 juni 2021 te Terneuzen en Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met zijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en zijn vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] geduwd;
3.
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 21 juni 2021 te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten en Terneuzen, met zijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten met de mond en handen van de borsten van die [slachtoffer] en het betasten van de vagina van die [slachtoffer] en het trekken aan de schaamlippen van die [slachtoffer] en het kussen van die [slachtoffer] en het laten betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] .
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
1.
Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 28 juni 2021 (p. 7-9), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant I] en [verbalisant II] :
Informatie over het gesprek:
Informatief gesprek met: [slachtoffer] (vrouw), geboren op [geboortedag slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] , nationaliteit Filipijnse, [adres] .
Datum gesprek: 22 juni 2021
Woonsituatie:
[slachtoffer] woont samen met haar vader, moeder en broer, [broer] , in de [adres]
. Zij zijn ongeveer 3 jaar geleden vanuit Dubai naar Nederland verhuisd.
Wat is er gebeurd:
[slachtoffer] is vanaf haar 9e jaar regelmatig verkracht door haar vader. Dit is begonnen in Dubai en is frequent doorgegaan ook toen zij in Nederland kwam wonen.
De verkrachting bestond uit het vaginaal penetreren. Hij gebruikte geen condooms. Tevens moest zij hem regelmatig aftrekken. Hij pakte dan haar hand met kracht vast en legde haar hand op zijn geslachtsdeel.
In Dubai vonden de seksuele handelingen plaats in een kamer waar het hele gezin bij elkaar sliep. In Nederland hebben de seksuele handelingen plaatsgevonden op de slaapkamer van [slachtoffer] .
[slachtoffer] geeft aan dat zij vorig jaar voor het laatst vaginaal gepenetreerd is door haar vader. Tevens wordt [slachtoffer] dagelijks betast door haar vader. Hij wrijft met zijn handen over haar kleding, over haar vagina en billen.
2.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 25 juni 2021 (p. 10-14), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster] :
O: opmerking verbalisant
V: vraag verbalisant
A: antwoord aangeefster
Aangeefster deed aangifte namens het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] ), [adres] .
O: Wij hebben begrepen dat het gezin al 3 jaar in Terneuzen woont.
V: Klopt dat?
A: Ja, de kinderen zijn geboren en getogen in [geboorteplaats slachtoffer] .
V: Wat kun jij vertellen over het seksuele misbruik?
A: [slachtoffer] vertelde dat ze vanaf haar negende (9) tot haar veertiende (14) seksueel werd misbruikt door haar vader. Zij gaf aan dat zij tot haar elfde (11) werd verkracht. Tot haar elfde (11) bestond het seksueel misbruik onder andere uit verkrachten. Na haar elfde (11) is het verkrachten gestopt en bleef vader aan haar zitten. Dit bestond uit kussen en voelen aan haar vagina en borsten. [slachtoffer] gaf tijdens het gesprek aan dat hij een dag voor de melding voor het laatst aan haar had gezeten.
O: Toen [slachtoffer] het vertelde, hoe was haar gemoedstoestand toen?
A: Ik zag een meisje dat erg timide en ingedoken op een stoel zat. De hoofdemotie kwam op mij over als opluchting.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] d.d. 19 juli 2021 (p. 16-20), voor zover inhoudende:
V: vraag verbalisant
A: antwoord getuige
V: [slachtoffer] , tegen wie doe je aangifte?
A: Tegen mijn vader, [verdachte] . Hij is mijn biologische vader (
het hof begrijpt: de verdachte).
V: Wanneer heeft het feit plaats gevonden?
A: Ongeveer 6 jaar geleden is het begonnen, in 2015 tot 21 juni 2021.
V: Ok, [slachtoffer] kan jij ons eens alles vertellen wat er is gebeurd?
A: Het is ongeveer 6 jaar geleden begonnen in Dubai, in het appartement waar ik toen woonde. Ik was toen 9 jaar. We sliepen in die tijd allemaal in dezelfde kamer en het gebeurde ook in die kamer. Mijn moeder en broer waren aan het slapen. Mijn vader liep naar mijn bed. Toen begon hij mij aan te raken en mijn pyjama uit te trekken. Ik wilde me verzetten, maar ik heb niet echt geprobeerd om hem te stoppen. Ik was slaperig en wilde hem niet boos maken. Ik wilde ook geen weerstand bieden omdat ik bang was dat hij me iets aan zou doen. Toen heeft hij mijn pyjamabroek uitgetrokken en hij zijn short, en toen heeft hij zijn penis in mijn vagina gedaan. Hij heeft me toen verkracht. Daarna heeft hij het nog vaak gedaan. Ik denk niet elke nacht, maar wel heel vaak.
V: Zijn er ook nog andere dingen gebeurd?
A: Ja, hij pakte me vast aan mijn borsten om mijn middel of kont en dan begon hij tegen mij aan te schuren.
V: Zijn er nog andere seksuele handelingen gebeurd?
A: Hij probeerde mijn borsten aan te raken, hij probeerde ook mijn borsten met zijn mond aan te raken en dan beet hij daar heel hard in. Hij raakte mijn vagina aan met zijn handen. Dat was misschien wel het ergste. Dan pakte hij mijn schaamhaar vast en trok er hard aan. Dat deed heel veel pijn. Hij probeerde ook mijn clitoris aan te raken, maar die kon hij niet vinden en duwde hij heel hard tegen het bot wat daar zit. Als hij daar beneden greep trok hij ook heel hard aan mijn schaamlippen dat ze eruit werden getrokken. Mijn schaamlippen kwamen daardoor naar buiten en dit heeft lang zo gezeten. Nu de laatste tijd is dit aan het genezen. Het was erg pijnlijk. Hij liet mij hem ook aftrekken. Hij pakte mij bij mijn polsen met twee handen, waardoor ik mijzelf niet kon lostrekken. Dit gebeurde vaak, hij deed dit altijd voordat hij me verkrachtte. Hij zat eerst met zijn mond aan mijn borsten, daarna pakte hij mijn hand om hem af te trekken en daarna verkrachtte hij mij.
V: Alle keren dat je verkracht bent, wat is het hetgeen je het meest geraakt
heeft?
A: Er zijn twee ernstige keren geweest. Een keer dat hij heel hard aan mijn
schaamhaar trok. Hij trok mijn knie opzij en begon heel hard tegen mijn clitoris te wrijven. De tweede vreselijkste keer was dat hij zijn penis via achteren naar binnen probeerde te brengen. Ik weet niet of het hem echt gelukt is om naar binnen te brengen, maar ik weet wel dat het heel veel pijn deed. Ik heb nog nooit zoveel pijn gehad.
V: En dit heeft allemaal plaatsgevonden in Dubai?
A: Het ergste in Dubai, maar hier is hij ermee doorgegaan. Mij seksueel misbruiken, verkrachten.
V: Kun je me vertellen over de ergste keer in Nederland?
A: Hier zijn er ook twee slechtste momenten geweest. De ene keer niet echt fysiek maar meer emotioneel. In de [straat] . Mijn broer en ik hadden een kamer en mijn ouders hadden een kamer. Op een nacht kwam mijn vader naar mijn kamer. Mijn broer was in slaap gevallen. Mijn vader heeft mij verkracht vlak bij mijn broer. De tweede meest vreselijke keer was dat hij in mij klaar kwam. Vaak deed hij dit buiten mijn lichaam en moest ik het van hem schoonmaken. Die keer kwam hij in mij klaar. Ik was bang dat ik zwanger zou raken.
V: Wanneer was de laatste keer dat er iets is gebeurd?
A: De laatste keer was dat hij me verkrachtte. Dat was vorig jaar. Toen is hij ook in mij klaargekomen. De laatste keer dat hij me seksueel heeft aangeraakt was de dag voordat ik erover ben gaan vertellen wat hij deed.
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 augustus 2022 (p. 35-42), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: vraag verbalisant
A: antwoord verdachte
V: Wanneer zijn jullie verhuisd naar Nederland?
A: Op 30 december 2018.
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 augustus 2022 (p. 45-54), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: vraag verbalisant
A: antwoord verdachte
V: Je weet al langere tijd dat er aangifte tegen je is gedaan door een medewerkster
van Veilig Thuis in verband met seksueel misbruik dat door jou gepleegd zou zijn
met je dochter [slachtoffer] . Wat vind je van deze beschuldiging?
A: Ik heb geen tegenwerpingen.
V: Wat gebeurde er de eerste keer?
A: Ze was natuurlijk jong, een kind. Ik raakte haar ‘private parts’ aan.
V: Wat bedoel je met de ‘private parts’?
A: Haar vagina. Ik had toen ook seks met haar.
V: Waar en wanneer gebeurde dit?
A: Ik weet dat het gebeurde als we in het huis waren, ik bedoel in het huis in Dubai. Het was op haar bed.
V: Hoe ging het met het aanraken van [slachtoffer] (
het hof begrijpt hierna telkens: [slachtoffer])?
A: lk begon eerst met haar borst te strelen.
V: Had dit aanraken een seksuele lading voor jou?
A: Ja.
V: Wanneer ging je dan verder en raakte je de vagina van [slachtoffer] aan?
A: Het gebeurde gewoon. Het stapelde zich maar op. Het gebeurde een tweede, een derde keer. Het leek al een gewoonte te worden. Ik bleef het doen. Toen gebeurde het weer. In 2016.
V: Op welke momenten gebeurde het?
A: We sliepen met het hele gezin in dezelfde kamer. Het gebeurde ook wel daar. Iedereen sliep dan. Ook mijn vrouw sliep en dan lukte het mij om het toch te doen met [slachtoffer] . Ik stapte dan bij [slachtoffer] in bed. Ik had dan geslachtsgemeenschap met mijn dochter. Penetratie. Met mijn penis in haar vagina. Ik deed het dan langs de achterkant. Het bleef zich maar herhalen. Toen we in Nederland kwamen zei ik tegen mezelf dat het niet meer mocht gebeuren. Maar de drang blies in mijn oren.
V: Wanneer had je voor het laatst geslachtsgemeenschap met [slachtoffer] ?
A: In 2020 in Nederland.
V: [slachtoffer] verklaarde ook dat zij je moest aftrekken en dat je daarbij haar handen pakte
en naar je penis bracht.
A: Ja dat klopt, dat is gebeurd.
V: [slachtoffer] heeft zich een keer verdedigd door tegen je aan te stompen. Je tegen haar
zei dat ze dat goed deed, maar dat je haar daarna wel weer verkrachtte. Wat kun je
daar over zeggen?
A: Ik kon mezelf niet meer in de hand houden. Wat ze vertelde is waar, ik deed dat.
V: [slachtoffer] verklaarde dat het seksueel handelen doorging, ook na de verhuizing naar
Nederland. Toen sliepen [slachtoffer] en [broer] (
het hof begrijpt: de broer van [slachtoffer]) op dezelfde kamer. Dat je haar hebt verkracht waar haar broer vlakbij lag. Reageer hier eens op.
A: In het nieuwe huis in Nederland is er één keer een situatie geweest waarbij dit
gebeurd is. [broer] was inderdaad in dezelfde kamer toen ik geslachtsgemeenschap
met [slachtoffer] had.
V: De laatste periode penetreerde je [slachtoffer] niet meer, maar bleef je haar wel betasten.
De laatste keer was zelfs op de dag voor ze het meldde bij de zorg coördinator van
school, melding 22 juni 2021.
A: Ja dat klopt, ik heb dat gedaan.
6.
Een geschrift, te weten een geboorteakte, die als bijlage achter het politiedossier is gevoegd, voor zover inhoudende:
Name: [slachtoffer]
Name of Father: [verdachte]
Nationality: FILIPINO
Name of Mother: [naam moeder slachtoffer]
Nationality: FILIPINO
Date of Birth: [geboortedag slachtoffer]
Place of Birth: [geboorteplaats slachtoffer]
7.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, d.d. 17 mei 2023, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Het is gebeurd in Dubai en later in Nederland. Ik beken dat ik met mijn penis in haar vagina ben binnengedrongen. Het klopt dat er penetratie heeft plaatsgevonden in de periode van 2015 tot 2020. Het klopt dat ik tegen de politie heb gezegd dat ik haar vagina heb betast. Ik heb met mijn mond en mijn handen haar borst betast en ik heb haar gekust. U vraagt mij of ze ook mijn penis heeft moeten betasten. Dat is gebeurd ja.
8.
De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van dit hof op 29 april 2024, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik tot en met 10 april 2018 te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met mijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heb gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door mijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te hebben geduwd/gebracht.
Het klopt dat ik in de periode van 11 april 2018 tot en met 21 juni 2021 te Terneuzen en Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met mijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heb gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door mijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te hebben geduwd/gebracht.
Het klopt dat ik tot en met 21 juni 2021 te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, en Terneuzen, met mijn kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heb gepleegd, te weten het betasten met de mond en handen van de borsten van die [slachtoffer] , het betasten van de vagina van die [slachtoffer] , het kussen van die [slachtoffer] en het laten betasten van mijn penis door die [slachtoffer] .
Ik weet nu wat de schaamlippen zijn. Ik heb mijn vingers tussen de schaamlippen van [slachtoffer] geduwd.
Het klopt dat [slachtoffer] ook [slachtoffer] werd genoemd.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging bepleit dat de verdachte partieel van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Daartoe is – kort gezegd – naar voren gebracht dat de verdachte ontkent dat hij zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft geduwd en dat hij hard aan de schaamlippen van zijn dochter heeft getrokken. Gelet op de proceshouding van de verdachte, waarbij hij direct openheid van zaken heeft gegeven, is het aannemelijk dat verdachtes verklaringen (ook) op deze punten juist zijn. Bovendien was de verdachte gericht op seksuele bevrediging en niet op het op een sadistische wijze pijn doen van [slachtoffer] . Voor wat betreft de startdatum van de onder feit 1 en onder feit 3 opgenomen pleegperiode heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Het hof overweegt als volgt.
Partiële vrijspraak
Het hof acht met de verdediging niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft geduwd. [slachtoffer] heeft verklaard dat de verdachte ‘zijn penis via achteren naar binnen probeerde te brengen’. Tevens heeft zij verklaard ‘Ik weet niet of het hem echt gelukt is om
(zijn penis)naar binnen te brengen’. De verdachte heeft in dit verband verklaard dat hij met zijn penis in de vagina van [slachtoffer] ging en dat hij dat ‘langs de achterkant’ deed. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte bevestigd dat hij daarbij zijn penis in de vagina van [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht. Gelet op hetgeen zowel [slachtoffer] als de verdachte heeft verklaard kan naar het oordeel van het hof niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer] heeft geduwd. De verdachte zal derhalve in zoverre van het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Anders dan de verdediging acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte hard aan de schaamlippen van [slachtoffer] heeft getrokken. Op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is het hof niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan zou moeten worden getwijfeld aan de betrouwbaarheid en juistheid van hetgeen [slachtoffer] heeft verklaard. Zij heeft consistent en consequent verklaard over de aard van de seksuele handelingen en de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden, alsmede over de voor haar pijnlijke gevolgen van die handelingen. Bovendien vinden haar verklaringen steun in de andere bewijsmiddelen. Het verweer strekkende tot partiële vrijspraak van het tenlastegelegde wordt derhalve in zoverre verworpen.
Ten aanzien van de pleegperiode van de onder 1 en onder 3 tenlastegelegde feiten stelt het hof vast dat [slachtoffer] heeft verklaard dat zij negen jaar oud was toen het misbruik begon. Uit hetgeen de verdachte bij de politie heeft verklaard blijkt dat hij zich kan herinneren dat [slachtoffer] tien jaar oud was toen het begon en niet negen jaar oud. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft hij verklaard dat hij niet zich niet herinnert of het misbruik op tienjarige leeftijd begon. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij geen antwoord kan geven op de vraag of het misbruik in 2015 of in 2016 begon. Gelet op de verklaring van [slachtoffer] en het feit dat de verdachte niet meer precies weet vanaf welk moment de aan hem verweten gedragingen hebben plaatsgevonden, stelt het hof de begindatum van het onder 1 en onder 3 bewezenverklaarde vast op 1 januari 2015.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind,
meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind,
meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind,
meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar, met aftrek van voorarrest.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging – op gronden zoals verwoord in de overgelegde pleitnota – naar voren gebracht dat de tenlastegelegde feiten een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen, doch dat de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren – gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de straffen die in vergelijkbare strafzaken zijn opgelegd – te hoog is. Ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft de verdediging in het bijzonder naar voren gebracht dat hij het misbruik direct heeft erkend, dat hij zelf in therapie is gegaan en dat hij de therapie inmiddels heeft afgerond. Bovendien ondersteunt de verdachte zijn vrouw en kinderen op financieel gebied en werkt hij hard om de kosten van de studies van zijn kinderen en de studentenkamers te betalen. Indien de verdachte gedetineerd raakt, ontstaan grote financiële problemen. De verdachte vreest dat zijn kinderen hun studies dan zullen moeten staken. De verdediging heeft het hof verzocht om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan bij voorkeur 2 jaren en anders 1 jaar voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en als bijzondere voorwaarden (betreffende het gedrag van de verdachte) een contactverbod met [slachtoffer] en dat hij contacten met minderjarigen dient te vermijden.
Het hof overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen sanctie heeft het hof gelet op:
- de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan,
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd en
- de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Aard en ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich gedurende een zeer lange periode, een periode van ruim zes jaren, met grote regelmaat schuldig heeft gemaakt aan het plegen van seksuele handelingen met zijn minderjarige dochter [slachtoffer] . De seksuele handelingen bestonden onder andere uit vaginale penetratie met zijn penis, het betasten van de borst(en) van [slachtoffer] , het trekken aan haar schaamlippen en het laten betasten van verdachtes penis door [slachtoffer] . De handelingen vonden plaats vanaf het moment dat [slachtoffer] nog maar negen jaar oud was, onder meer in de door het hele gezin gedeelde slaapkamer in Dubai. [slachtoffer] kon zich zelfs in haar eigen bed niet veilig voelen. In sommige gevallen waren de moeder en/of de broer van [slachtoffer] tijdens het misbruik in dezelfde kamer aanwezig.
De verdachte heeft met zijn handelen op een buitengewoon ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer] . Ook heeft hij daarbij grovelijk het vertrouwen geschonden dat zij in hem als vader mocht stellen. Daar komt nog bij dat [slachtoffer] bang was voor haar vader. Zij heeft bijvoorbeeld verklaard dat de verdachte haar en haar broer regelmatig sloeg, onder meer met een riem. Ter terechtzitting in eerste aanleg en ook in hoger beroep heeft de verdachte naar voren gebracht dat dit onderdeel uitmaakte van de opvoeding en de Filipijnse cultuur. Zoals ook door de rechtbank is overwogen, kon dit geweld voor [slachtoffer] echter niet los worden gekoppeld van het seksueel misbruik, zodat er ook op deze wijze sprake is geweest van forse dwang. Het gaat bovendien om jarenlang misbruik. Het hof rekent het de verdachte dan ook zeer zwaar aan dat hij zijn dochter, een klein meisje dat weerloos was ten overstaan van haar volwassen vader op de bewezenverklaarde wijze jarenlang en onder grote druk seksueel heeft misbruikt. De verdachte heeft daarbij geen oog gehad voor de belangen van [slachtoffer] en voor de gevolgen van zijn handelen voor zijn eigen dochter. Hij heeft slechts zijn eigen lustgevoelens vooropgesteld. Bovendien is het misbruik pas aan het licht gekomen doordat [slachtoffer] zelf op school over het misbruik heeft verteld.
Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dit soort delicten langdurig, mogelijk hun hele verdere leven, nadelige, psychische gevolgen daarvan (kunnen) ondervinden. Uit de gedingstukken blijkt dat dat ook bij [slachtoffer] het geval is. Verdachtes handelen heeft niet alleen grote impact gehad op [slachtoffer] , maar eveneens op het gezin. De verdachte heeft niet alleen het vertrouwen dat [slachtoffer] in hem mocht stellen geschonden, maar eveneens het vertrouwen dat de andere gezinsleden in hem als vader en partner mochten hebben.
Persoon van de verdachte
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op de inhoud van hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 11 maart 2024. Uit dit uittreksel blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde handelen en ook daarna niet ter zake van een ander strafbaar feit met politie en/of justitie in aanraking is gekomen. In zijn justitieel verleden is daarmee geen strafverzwarende omstandigheid gelegen.
Voorts heeft het hof rekening gehouden met de inhoud van een reclasseringsadvies d.d. 17 april 2023. Door de reclassering wordt het risico op recidive ingeschat als laag-gemiddeld.
De heimelijkheid van het delict, het ontbreken van een sociaal netwerk dat de verdachte kan steunen en het feit dat hij zijn seksualiteit onderdrukt, vindt de reclassering aandachtspunten en risico's. De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, waaraan als bijzondere voorwaarden onder andere een meldplicht en een contactverbod met [slachtoffer] worden verbonden.
Strafoplegging
Gelet op de hierboven beschreven aard en ernst van het bewezenverklaarde handelen kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van een aanzienlijke duur met zich brengt. Naar het oordeel van het hof kan gelet daarop evenmin worden volstaan met een straf als door de rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd, nu de aard en de ernst van het bewezenverklaarde handelen daarin onvoldoende tot uitdrukking komen. In dit verband heeft het hof in het bijzonder nog de zeer lange duur van het ingrijpende misbruik in aanmerking genomen, alsmede de ernstige wijze waarop inbreuk is gemaakt op zowel de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] als het vertrouwen dat [slachtoffer] bij uitstek in de verdachte, als haar vader, mocht stellen.
Alle omstandigheden afwegende acht het hof het passend en geboden de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof geen grond om tot een andere beslissing te komen. Ook de door de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep genoemde uitspraken brengen het hof niet tot een ander oordeel.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 6, 7, 57, 244, 245, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. T. van de Woestijne, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. T.H.J. Menting, griffier,
en op 13 mei 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen zijn genoemd verwijzen naar pagina’s van het dossier van de politie Midden- en West-Brabant, Unit Zeden, onderzoek Marine, onderzoeksnummer ZBRBC21119, proces-verbaalnummer PL2000-2021161821, p. 1 tot en met pagina 56, met daarachter bijlagen. Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.