Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/402179 / HA ZA 22-537)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met een productie;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van [appellant] met producties;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] .
3.De beoordeling
it-db2/ [appellant] ( [geboortedatum 1] ): + [telefoonnummer 1] : belde nav beslag BD, wilde regelen, € 50,00 p/maand. (...)’.
it-deb2 ( [telefoonnummer 1] ): kwam bij zijn vader stukken tegen die voor hem bedoeld waren, dat klopt niet. Agg de stukken zijn betekend aan het adres waarop u ingeschreven staat, deb bevestigd dat dit adres ook klopt. (...) doet voorstel nu € 10.000,00 en daarna € 500,00 p/m. (...)’.
(...) Op 15-08-2022 is het beslag onder de belastingdienst (d.d. 10-08-2022) aan [appellant] overbetekend (bij de overbetekening zit uiteraard een afschrift van het beslag d.d. 10-08-2022 onder de belastingdienst). De overbetekening is gedaan aan een werknemer van [appellant] . zijnde [persoon B] . (...) Op 17-08-2022 is daarop door [appellant] . n.a.v. die overbetekening gebeld met ons kantoor. (dus heeft hij die van zijn werknemer [persoon B] ontvangen). (...)’
it-db2/ [appellant] ( [geboortedatum 1] ): [telefoonnummer 1] : belde nav beslag BD, wilde regelen, € 50,00 p/maand. (...)’. Volgens [geïntimeerde] volgt hieruit dat de medewerker expliciet heeft gevraagd naar de persoonsgegevens en de geboortedatum zodat de medewerker kon vaststellen met wie hij sprak, namelijk met [appellant] . In de verklaring van deze medewerker, die [geïntimeerde] heeft overgelegd (productie 3 bij memorie van antwoord), schrijft de medewerker: ‘
Aan mij is kenbaar gemaakt dat de geboortedatum van hem [geboortedatum 1] was, waardoor ik geconstateerd heb dat ik sprak met [appellant] , geboren [geboortedatum 1] en niet met de andere veroordeelde [persoon A] ( [geboortedatum 2] ). Het gegeven dat ik met [appellant] (geboren [geboortedatum 1] ) sprak is op dat moment ook zo door mij in de telefoonnotitie van het betreffende gesprek genoteerd’.
Tel in debiteur [appellant] . : Heeft hier niets mee te maken. U bent wel emde veroordeeld dus dan moet u hiertegen juridisch advies inwinnen anders is de vordering een feit en rest u niets anders dan te betalen. Dan gaat hij dat nu maar meteen doen.”Ter onderbouwing hiervan verwijst [geïntimeerde] naar een verklaring van de [deurwaarder] (productie 4 bij memorie van antwoord).
eerstedaad van bekendheid met het verstekvonnis op 30 augustus 2022 is geweest.