Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Tot slot is door de rechtbank ten aanzien van de inbeslaggenomen pet de teruggave aan de verdachte gelast en ten aanzien van de inbeslaggenomen kentekenplaten de teruggave aan de rechthebbenden gelast.
€ 380,01, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De gevorderde proceskosten zijn door de rechtbank afgewezen.
niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
[benadeelde 4]niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[benadeelde 4], ter zake van het onder feit 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 380,01 (driehonderdtachtig euro en één cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 7 (zeven) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
[benadeelde 3]ten bedrage van € 32,00 niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[benadeelde 3]., ter zake van het onder feit 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 30,44 (dertig euro en vierenveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2022 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 1 (één) dag kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
[benadeelde 3]ten bedrage van € 25,00 niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[benadeelde 3], ter zake van het onder feit 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 25,00 (vijfentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 1 (één) dag kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;