ECLI:NL:GHSHE:2024:1449
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep in familiezaken met betrekking tot minderjarige
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep dat was ingesteld door de vader van een minderjarige, geboren in 2017. De vader, wonende in België, had beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, die op 11 augustus 2023 was uitgesproken. De vader werd in deze procedure bijgestaan door zijn advocaat, mr. J. Jansen. De moeder, die op een bij het hof bekend adres woont, was de verweerster in het hoger beroep en werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. M.H.J.M. Stassen.
Op 20 maart 2024 heeft de advocaat van de vader per e-mail het hoger beroep ingetrokken. De advocaat van de moeder heeft op 21 maart 2024 met de intrekking ingestemd. Hierdoor vond de geplande mondelinge behandeling bij het hof geen doorgang. Het hof heeft vastgesteld dat de grieven van de vader niet worden gehandhaafd, wat leidde tot de conclusie dat de vader niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek in hoger beroep.
De beslissing van het hof hield ook in dat de proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak werd gedaan op 25 april 2024 door de rechters H. van Winkel, J.C.E. Ackermans-Wijn en F. Dunki Jacobs, in aanwezigheid van de griffier.