ECLI:NL:GHSHE:2024:1420

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
20-001821-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen van een minderjarige

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren in 1972, was eerder veroordeeld voor het medeplegen van het vervaardigen van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij haar minderjarige dochter betrokken was. De rechtbank had de verdachte partieel vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 181 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uren. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de vordering van de advocaat-generaal in overweging heeft genomen, die een taakstraf van 80 uren en een gevangenisstraf van 181 dagen had gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastegelegde afbeeldingen als kinderpornografisch kunnen worden aangemerkt en dat de verdachte samen met haar partner, medeverdachte, verantwoordelijk was voor het maken van deze afbeeldingen. Het hof heeft de eerdere vrijspraak van de rechtbank niet gevolgd en heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor het medeplegen van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, met aftrek van voorarrest, en de eerdere veroordeling is vernietigd.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001821-18
Uitspraak : 22 april 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 18 mei 2018, in de strafzaak met parketnummer 03-866365-13 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag] 1972,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte partieel vrijgesproken van het tweede gedeelte van de tenlastelegging en ter zake van ‘een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren en een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
De rechtbank heeft de verdachte partieel vrijgesproken, te weten van het tweede gedeelte van de tenlastelegging, ziende op de afbeeldingen met bestandsnamen LC-351751 en LC-351752 en LC-351753 (de foto’s 6,7 en 8 in proces-verbaal PL2300-2016228368-4).
De verdachte heeft aanvankelijk onbeperkt hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft bij akte van 31 januari 2022 – tijdig, immers voor de aanvang van het onderzoek ter terechtzitting – het hoger beroep ingetrokken voor zover het tegen deze vrijspraak was gericht.
Het hof heeft ter terechtzitting van 31 januari 2022 geoordeeld dat voornoemde partiële vrijspraak dient te worden aangemerkt als een beschermde vrijspraak. Voorts heeft het hof bepaald dat dit deel van het beroep partieel namens de verdachte kon worden ingetrokken en dat dit deel van de tenlastelegging derhalve niet aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte voor het tenlastegelegde zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.
De raadsman van de verdachte heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis, met verbetering van gronden en met uitzondering van de kwalificatie en de opgelegde straf. Voorts zal het hof de door de rechtbank opgenomen wettelijke voorschriften vervangen op de wijze zoals hierna is vermeld.
Het hof zal de overwegingen van de rechtbank onder de kopjes inleiding, bewijs en overwegingen in het geheel verbeteren en vervangen op na te melden wijze. Het hof heeft daarbij deels aansluiting gezocht bij hetgeen de rechtbank heeft overwogen.
Verbetering van de bewijsmiddelen [1] en bewijsoverwegingen
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman, overeenkomstig de overgelegde pleitnota, bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken. Daartoe is samengevat aangevoerd dat de tenlastegelegde afbeeldingen niet kunnen worden aangemerkt als kinderporno; de tenlastegelegde afbeeldingen bevatten op zichzelf geen seksuele gedraging. Ook uit de wijze van het tot stand komen van de tenlastegelegde afbeeldingen kan niet worden geconcludeerd dat deze onmiskenbaar strekken tot het opwekken van een seksuele prikkeling. Verder stelt de verdediging dat uit het dossier volgt dat [medeverdachte] de foto’s heeft genomen en dat medeplegen niet kan worden bewezen, hetgeen wel nodig is om tot een veroordeling van de verdachte te komen. Uit het enkele feit dat de verdachte (mede) op de afbeeldingen is te zien, kan niet volgen dat er van samenwerking ten aanzien van de totstandkoming van de foto’s sprake is.
Het hof overweegt als volgt.
Inleiding
In maart 2012 ontving het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme van de nationale recherche (hierna: TBKK) afbeeldingen van de Deense politie, waarop onder andere een man, een vrouw, drie jongens en twee meisjes in wisselende samenstellingen te zien waren. Een aantal van die afbeeldingen werd aangemerkt als kinderporno. Op de afbeeldingen waren aanwijzingen te zien dat deze in Nederland zouden zijn gemaakt. Door het TBKK werd een onderzoek ingesteld naar de herkomst van die foto’s. Op de foto’s werden onder andere de verdachte, haar dochter [slachtoffer] en haar partner [medeverdachte] , herkend. [2] Op 17 juni 2013 werden de verdachte en [medeverdachte] aangehouden.
Bewijsmiddelen
Tijdens het onderzoek werden de foto’s bekeken. Een aantal zijn genoemd respectievelijk beschreven met volgnummers 1 tot en met 34 in de proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4 respectievelijk -5. De afbeeldingen met de bestandsnamen HH Public Sample 001.jpg
(het hof begrijpt: volgnummer 16),LC-351904 (
het hof begrijpt: volgnummer 3)en LC-351905
(het hof begrijpt: volgnummer 2)werden door verbalisant [verbalisant 1] , destijds werkzaam als gecertificeerd kinderpornorechercheur, als kinderpornografisch aangemerkt. Op deze afbeeldingen zijn te zien de verdachte en [slachtoffer] . [slachtoffer] ligt rechts van de verdachte en [slachtoffer] heeft de tepel van de rechterborst van de verdachte in haar mond. De verdachte heeft met haar rechterhand het hoofd van haar dochter vast. [slachtoffer] ’s bovenlichaam is ontbloot. Deze foto met volgnummer 3 is nagenoeg identiek aan de foto met volgnummer 2. [3] Verder is de foto met volgnummer 16 identiek aan de foto met volgnummer 2. [4]
Uit onderzoek op basis van zogenaamde exif-informatie is gebleken dat de afbeeldingen LC-351904 (volgnummer 3) en LC-351905 (volgnummer 2) werden gemaakt op – respectievelijk – 2004-01-09 om 07:35:15 uur en 2004-01-09 om 07:35:28 uur. [5] Uit de exif-informatie volgt verder dat op 2004-01-09 tussen 07:15:40 uur en 07:50:54 uur in totaal 14 foto’s werden gemaakt. [6] Al deze foto’s werden in het politieonderzoek als kinderpornografisch aangemerkt. [7] Hieronder volgt, met uitzondering van de hiervoor beschreven foto’s met volgnummers 2 en 3, een beschrijving van die foto’s:
- Foto met volgnummer 28: op deze afbeelding staat [slachtoffer] afgebeeld. Het meisje ligt op een zitbank. Het meisje ligt op haar rug, heeft haar rechterhand onder haar hoofd, de linkerhand in haar zij, heeft haar linkerbeen opgetrokken en draagt een wit onderbroekje met een roze bies en een afbeelding van een blauw bloemetje. Het camerastandpunt is gericht op de borsten en het kruis van het meisje. [8] Volgens de exif-informatie is de foto gemaakt op 2004-01-09 om 07:15:40 uur. [9]
- Foto met volgnummer 34: op deze afbeelding staat [slachtoffer] afgebeeld. Het meisje zit geheel ontkleed op een speelkleed. Het meisje betast met haar rechterhand haar vagina en houdt met haar linkerhand haar blauwe onderbroekje vast. [10] Deze foto is volgens de exif-informatie gemaakt op 2004-01-09 om 07:29:27 uur. [11]
- Foto met volgnummer 4: afgebeeld zijn de verdachte en [slachtoffer] . Beiden liggen op hun rug in een tweepersoonsbed. Het meisje ligt rechts van haar moeder, heeft haar hoofd naar links, reikt met haar rechterhand naar de rechterborst van haar moeder. Het meisje heeft haar benen opgetrokken en draagt een blauw onderbroekje. Het camerastandpunt is gericht op het kruis van het meisje. [12] Blijkens de exif-informatie is deze foto gemaakt op 2004-01-09 om 7:35:05. [13]
- Foto met volgnummer 1: afgebeeld zijn de verdachte en [slachtoffer] . Het meisje ligt op een bed. Het meisje ligt op haar rug, heeft haar benen opgetrokken, houdt met beide handen haar voeten vast en kijkt tussen haar benen door in de camera. Ze draagt een blauw onderbroekje en heeft een ontbloot bovenlichaam. Het camerastandpunt is gericht op het kruis van het meisje. Naast haar ligt haar moeder, de verdachte. Zij heeft dezelfde houding als haar dochter [slachtoffer] . [14] Uit de exif-informatie volgt dat de foto is genomen op 2004-01-09 om 7:36:17 uur. [15]
- Foto met volgnummer 27: op deze afbeelding staat [slachtoffer] afgebeeld. Het meisje ligt op een bed. Het meisje ligt op haar rug, heeft haar benen opgetrokken en kijkt daar tussendoor in de camera. Ze draagt een blauw onderbroekje dat zij in de knieholte heeft zitten. Het camerastandpunt is gericht op de anus en vagina van het meisje. [16] Volgens de exif-informatie is deze foto genomen op 2004-01-09 om 7:41:09. [17]
- Foto met volgnummer 29: op deze afbeelding staat [slachtoffer] afgebeeld. Het meisje ligt op een bed. Het meisje ligt op haar rug en heeft haar benen gespreid. Ze draagt een blauw onderbroekje dat zij met beide handjes omlaag brengt. Het camerastandpunt is gerecht op de vagina van het meisje. [18] De foto is volgens de exif-informatie genomen op 2004-01-09 op 7:41:25. [19]
- Foto met volgnummer 14: het meisje ligt op een bed. Het meisje ligt op haar rug, met haar benen gespreid. Ze draagt een blauw onderbroekje dat zij op haar enkels heeft zitten. Het camerastandpunt is gericht op de vagina van het meisje. Het meisje is [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats 2] . [20] Volgens exif-informatie is de foto genomen op 2004-01-09 om 07:42:22. [21]
- Foto met volgnummer 11: op deze foto staat [slachtoffer] , Op de afbeelding is ingezoomd op de vagina van [slachtoffer] welke alleen zichtbaar is. Het meisje heeft het rechterpijpje van haar blauwkleurige onderbroekje naar links geschoven en trekt met haar vingers haar grote schaamlipjes uit elkaar waardoor er zicht is op haar kleine schaamlipjes. [22] De foto is volgens exif-informatie genomen op 2004-01-09 om 07:43:38. [23]
- Foto met volgnummer 13: het meisje staat met de rug naar de camera, er is ingezoomd op haar billen en de bovenkant van haar lichtblauwe onderbroekje zit ter hoogte van haar knieën. Met haar handen steunt ze op de achterkant van een bed. Het afgebeelde meisje is [slachtoffer] . [24] Volgens exif-informatie is de foto genomen op 2004-01-09 om 7:42:42. [25]
- Foto met volgnummer 12: op de afbeelding is ingezoomd op de vagina van [slachtoffer] welke alleen zichtbaar is. Het meisje heeft het rechterpijpje van haar blauwkleurig onderbroekje naar links geschoven en trekt met haar vingers de grote schaamlipjes uit elkaar waardoor er zicht is op haar kleine schaamlipjes. [26] De foto is volgens exif-informatie genomen op 2004-01-09 om 07:43:14. [27]
- Foto met volgnummer 9: het is een afbeelding van de vagina van [slachtoffer] . Het meisje ligt op haar rug met opgetrokken benen. Het meisje trekt met haar vingers haar vagina open. [28] Blijkens exif-informatie is de foto genomen op 2004-01-09 om 7:44:12 uur. [29]
- Foto met volgnummer 30: op deze foto afbeelding staat [slachtoffer] afgebeeld. Het meisje zit met haar knieën op een bed. Het meisje heeft haar bovenlichaam ontbloot en draagt een roze onderbroekje. Het camerastandpunt is gericht op de borstjes van het meisje. Het meisje steekt haar tong uit en houdt deze in de linker mondhoek. [30] Volgens exif-informatie is de foto gemaakt op 2004-01-09 om 7:50:54. [31]
[slachtoffer] is, zoals hiervoor al is vermeld, geboren op [geboortedatum] . [32]
In het herziene rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 11 mei 2023 is onderzoek gedaan naar de authenticiteit en de betrouwbaarheid van de metadata, en in het bijzonder de tijdstempels, aanwezig in de aangeleverde fotobestanden [AAPT7154NL] die een tijdstempel hebben van 9 januari 2004. Op 10 oktober 2022 is volgens opgaaf de meest origineel beschikbare versie van het onderzoeksmateriaal, als collectie van 353 fotobestanden [AAPT7154NL] waarvan het grootste deel ook exif-metadata bevat, bij het Nederlands Forensisch Instituut aangeleverd. Deze collectie bevat 110 bestanden met een tijdstempel van 9 januari 2004. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende hypothesen:
Hypothese B1: De tijdstempels in de fotobestanden [AAPT7154NL] die een tijdstempel hebben van 9 januari 2004, komen (ongeveer) overeen met het moment van opname van foto’s.
Hypothese B2: De tijdstempels in de fotobestanden [AAPT7154NL] die een tijdstempel hebben van 9 januari 2004, komen niet overeen met het moment van opname van de foto’s.
Uit het onderzoek volgt dat de bevindingen van het onderzoek van de aangeleverde fotobestanden [AAPT7154NL] die een tijdstempel hebben van 9 januari 2004 zeer veel waarschijnlijker zijn wanneer hypothese B2 waar is, dan wanneer hypothese B1 waar is.
Verder volgt samenvattend uit het onderzoek dat de metadata eruit zien zoals je zou verwachten bij originele, niet aangepaste metabestanden die zijn gemaakt met een Kodak DX7630. Er zijn binnen het onderzoek geen aanwijzingen gevonden die wijzen op manipulatie van de tijdstempels en metadata in de fotobestanden met exif-tijdstempeldatum 9 januari 2004. [33]
Aan de verdachte zijn in haar verhoor bij de politie op 18 juni 2013 16 foto’s getoond. De getoonde foto’s komen overeen met de nummers in het proces-verbaal beeldmateriaal van het KLPD. [34] In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018 is nader uitgewerkt welke foto’s aan de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn getoond. Dat betreffen de foto’s 1 tot en met 16 uit dit proces-verbaal waarbij de nummering in de tabellen is bijgevoegd. [35] De verdachte heeft in haar verhoor bij de politie verklaard dat zij vanaf mei 2006 tot januari 2007 woonde aan de [adres 2] . Haar partner [medeverdachte]
(het hof begrijpt: [medeverdachte] )kwam daar geregeld. Zij heeft verder verklaard dat de foto’s met nummering 1 tot en met 6 zijn gemaakt op de [straatnaam 1] en dat zij zich deze foto’s kan herinneren omdat zij daar zelf bij was. Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt dat de foto’s met nummering 1 tot en met 6 de foto’s uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4 met respectievelijk volgnummers 3, 1, 4, 2, 15 en 13 betreffen. [36] De foto’s waar de verdachte zelf op staat, zijn volgens haar gemaakt in 2006. [37] In haar verhoor bij de politie op 20 maart 2023 heeft de verdachte met betrekking tot de foto’s met volgnummers 17-34 verklaard dat zij geen manipulatie ziet. [38]
Medeverdachte [medeverdachte] heeft in zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij de foto’s 1, 2, 3 en 4 heeft gemaakt. [39] Dat zijn blijkens het proces-verbaal van bevindingen de foto’s met respectievelijk volgnummers 3, 1, 4 en 2. [40] Verder heeft hij verklaard dat hij een onderbroekenfetisj had en een dwangmatige verzamelaar is van afbeeldingen van meisjes en vrouwen in onderbroeken. [41]
Op 24 oktober 2023 is [slachtoffer] gehoord bij de raadsheer-commissaris. Daar heeft zij onder meer verklaard dat zij zich kan herinneren dat er naaktfoto’s van haar zijn gemaakt als kind zijnde, dat [medeverdachte]
(het hof begrijpt: [medeverdachte] )deze foto’s maakte en dat [verdachte]
(het hof begrijpt: de verdachte)hierbij stond. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij zich de situatie kan herinneren dat zij op een bed ligt met haar knieën omhoog waarbij haar onderlichaam is ontkleed. Verder heeft zij verklaard dat zij zich kan herinneren dat er foto’s van haar vagina zijn gemaakt. Ze lag dan op bed en er werden foto’s gemaakt. [medeverdachte] spreidde haar schaamlippen, en maakte dan met één hand de foto. Haar moeder
(het hof begrijpt: de verdachte)was er ook bij als er zo’n foto van haar vagina werd gemaakt. [42]
Bewijsoverwegingen
Seksuele gedraging
Het hof heeft de tenlastegelegde afbeeldingen, mede op verzoek van de verdediging, in raadkamer bekeken. Daarbij heeft het hof waargenomen dat de afbeeldingen van onderaf in een ongebruikelijk camerastandpunt zijn genomen. Op de afbeeldingen zijn de ontblote bovenlichamen van de verdachte en [slachtoffer] te zien. De verdachte heeft haar hand op het achterhoofd van [slachtoffer] en duwt/houdt [slachtoffer] hiermee in de gefotografeerde positie. Het hof neemt verder waar dat de verdachte haar mond gedeeltelijk open heeft, dat zij haar hoofd (deels) heeft weggedraaid en dat haar ogen (op een van de twee afbeeldingen) naar boven zijn gedraaid. Verder heeft het hof waargenomen, gelijk de verbalisanten hebben gerelateerd, dat [slachtoffer] de tepel van de verdachte in haar mond heeft. Het hof is gelet op het voorgaande, in tegenstelling tot de verdediging, maar met gecertificeerd kinderpornorechercheur [verbalisant 1] , van oordeel dat de tenlastegelegde afbeeldingen wel degelijk afbeeldingen zijn met daarop een gedraging die van expliciet seksuele aard is en derhalve als kinderpornografisch kunnen worden aangemerkt. Dat de afbeeldingen van kinderpornografische aard zijn, vindt bovendien bevestiging in het feit dat deze afbeeldingen onderdeel uitmaken van een reeks van 14 afbeeldingen welke in een tijdsbestek van ongeveer 35 minuten zijn gemaakt en welke overige afbeeldingen eveneens als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Met betrekking tot het moment waarop en de locatie waar de afbeeldingen zijn gemaakt, gaat het hof weliswaar uit van de verklaring van de verdachte, voor zover inhoudende dat de foto’s waarop zij zelf is te zien, zijn gemaakt aan de [adres 2] en dat zij daar woonachtig was in de periode van mei 2006 tot januari 2007. Daarmee wordt bevestigd hetgeen is gerelateerd in voormeld rapport van het NFI van 11 mei 2023, te weten dat de tijdstempels van de afbeeldingen (zeer veel waarschijnlijker) niet overeenkomen met het moment van het maken van de foto’s. Anders dan de verdediging heeft betoogd, is het hof echter van oordeel dat die afbeeldingen wel zijn gemaakt in een tijdsbestek van 35 minuten. Het hof wijst daarbij op de conclusie van het NFI daaromtrent, namelijk dat de metadata eruit zien zoals je zou verwachten bij originele, niet aangepaste metadata van fotobestanden en er geen aanwijzingen zijn gevonden die wijzen op manipulatie van de tijdstempels en metadata in de fotobestanden met exif-tijdstempeldatum 9 januari 2004. Dat de verdachte niet alleen aanwezig was bij de tenlastegelegde afbeeldingen, maar ook bij het maken van voormelde overige (kinderpornografische) afbeeldingen, vindt zijn bevestiging in de hiervoor bij het bewijs opgenomen verklaring van [slachtoffer] bij de raadsheer-commissaris. Het verweer van de verdediging, voor zover inhoudende dat die verklaring van [slachtoffer] ziet op een later moment en aldus niet op de overige hiervoor genoemde afbeeldingen, wordt door het hof niet gevolgd. [slachtoffer] heeft in haar verhoor bij de raadsheer-commissaris immers verklaard dat zij zich een situatie zoals afgebeeld op een van de foto’s kon herinneren, maar dat zij dacht dat ze op dat moment ouder was. Ook heeft zij verklaard dat zij niet zeker weet hoe oud ze was en dat ze eerder in het verhoor gokte dat ze toen ongeveer 12 jaar moet zijn geweest. Ten slotte maakt de door [slachtoffer] geschetste context waarin het maken van de foto’s plaatsvond – welke context overeenkomt met de inhoud van de hiervoor omschreven pornografische afbeeldingen – dat het hof van oordeel is dat [slachtoffer] in haar verhoor voormelde afbeeldingen, waarbij zij ongeveer 8/9 jaar oud was, heeft bedoeld.
Medeplegen
Met betrekking tot het door de verdediging gevoerde verweer omtrent het medeplegen, overweegt het hof nog als volgt. Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat medeverdachte [medeverdachte] de tenlastegelegde afbeeldingen, waarop zowel de verdachte als [slachtoffer] zijn te zien, heeft genomen. Het hof is van oordeel dat er op die afbeeldingen doelbewust is geposeerd en dat er geen sprake was van een spontaan ‘grappig’ moment, zoals de verdediging heeft betoogd. Daarbij wijst het hof onder meer op de setting waarin de afbeeldingen zijn genomen, namelijk op een bed, waarbij zowel het bovenlijf van [slachtoffer] als van de verdachte is ontbloot, maar ook op de (seksuele) pose die door zowel de verdachte als [slachtoffer] daarop zijn aangenomen. Naar ‘s hofs oordeel kan het de verdachte niet zijn ontgaan dat deze afbeeldingen door medeverdachte [medeverdachte] zijn genomen, mede gelet op haar aanwezigheid bij de andere 12 in een totaal tijdsbestek van 35 minuten genomen kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] . Dat maakt dat het hof van oordeel is dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] bij het bewezenverklaarde feit, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht het hof het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Het hof verwerpt mitsdien het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging in al zijn onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan zoals in de bewezenverklaring van de rechtbank is vermeld.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd.
Op te leggen straf
De advocaat-generaal heeft gevorderd aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, op te leggen.
De raadsman van de verdachte heeft bepleit aan de verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het samen met haar partner medeplegen van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen van haar destijds minderjarige dochter [slachtoffer] . De afbeeldingen zijn onderdeel van een reeks van afbeeldingen waarin [slachtoffer] poseerde in seksueel prikkelende houdingen en die zijn ontdekt tijdens een onderzoek naar kinderporno op het internet door de Deense autoriteiten. Uit dat onderzoek is gebleken dat de afbeeldingen van [slachtoffer] via het internet zijn verspreid en door verzamelaars van kinderporno worden gedeeld. Het hof is van oordeel dat de verdachte haar zeer jonge dochter heeft misbruikt ten behoeve van de perverse seksuele behoeften van haar toenmalige maar ook nog huidige partner. Hierbij merkt het hof op dat [slachtoffer] kennelijk om aan de fetisj van de medeverdachte tegemoet te komen, heeft geposeerd in verschillende onderbroeken. Het is weerzinwekkend dat de verdachte eraan heeft meegewerkt dat haar dochter, in alle onschuld en totaal onwetend, op deze wijze is gefotografeerd en geëxploiteerd. Zij heeft daarmee het vertrouwen dat een kind in een ouder moet kunnen hebben op zeer ernstige wijze misbruikt en heeft slechts oog gehad voor haar eigen seksuele verlangens en/of die van haar partner. Daar komt bij dat het een feit van algemene bekendheid is dat slachtoffers van een feit als het onderhavige gedurende lange tijd de negatieve psychische gevolgen kunnen ervaren. [slachtoffer] heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat haar moeder haar heeft bedreigd dat ze niks over de zaak mocht vertellen en dat haar leven een hel zou worden als ze dat wel zou doen. Het hof neemt dit de verdachte bijzonder kwalijk.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op de inhoud van het haar betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 2 februari 2024, waaruit volgt dat zij niet eerder ter zake van strafbare feiten is veroordeeld.
Tevens heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft daarnaast acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid zijn neerslag heeft gevonden. Deze oriëntatiepunten gaan bij het vervaardigen van kinderporno uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee jaren.
Naar het oordeel van het hof kan – gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheid dat de verdachte naar ’s hofs oordeel geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor haar handelen – niet worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van één jaar, met aftrek van voorarrest, in beginsel passend en geboden.
Met betrekking tot het procesverloop overweegt het hof het navolgende.
Het hof stelt voorop dat iedere verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn of haar zaak binnen een redelijke termijn. Deze waarborg strekt er onder mee toe te voorkomen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven.
Het hof stelt vast dat in eerste aanleg en in hoger beroep de redelijke termijn is overschreden, te weten een overschrijding van in totaal ongeveer 7 jaren. Het hof zal deze overschrijding van de redelijke termijn verdisconteren in de op te leggen straf.
Zoals hiervoor overwogen is het hof van oordeel dat zonder schending van de redelijke termijn een gevangenisstraf voor de duur van één jaar passend en geboden is. Nu de redelijke termijn is geschonden, zal worden volstaan met een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van voorarrest. In hetgeen de raadsman heeft bepleit, ziet het hof geen redenen om anderszins te beslissen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 47, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie en de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor vermeld;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen voor het overige.
Aldus gewezen door:
mr. C.M. Hilverda, voorzitter,
mr. drs. M.C.C. van de Schepop en mr. R. Lonterman, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Peperkamp, griffier,
en op 22 april 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie-eenheid Limburg, Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie-eenheid Limburg en [verbalisant 2] , brigadier van politie-eenheid Limburg, proces-verbaalnummer 2012085827, gesloten d.d. 27 juni 2013, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal van politie met doorgenummerde dossierpagina’s 1-307. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
2.Proces-verbaal aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming ex artikel 110 van het Wetboek van Strafvordering, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 23 januari 2013, proces-verbaalnummer 2012085827.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018 opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 2/8 en pagina 4/8, niet doorgenummerd.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 4/8, niet doorgenummerd.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4 en 3/4 niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 2 en 3.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4 en 3/4 niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeeldingen 28, 34, 4, 3, 2, 1, 27, 29, 14, 13, 12, 11, 9 en 30.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 1/8 (afbeelding 1), 2/8 (afbeelding 2, 3 en 4), 3/8 (afbeelding 9, 11 en 12), 4/8 (afbeelding 13 en 14), 6/8 (afbeeldingen 27, 28 en 29) en 7/8 (afbeelding 30 en 34).
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 6/8, niet doorgenummerd.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 28.
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 7/8, niet doorgenummerd.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 34.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 2/8, niet doorgenummerd.
13.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 4.
14.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 1/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 1/8, niet doorgenummerd.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 1/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 1.
16.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 6/8, niet doorgenummerd.
17.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 27.
18.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 6/8, niet doorgenummerd.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 29.
20.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 4/8, niet doorgenummerd.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 14.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 3/8, niet doorgenummerd.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 11.
24.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 4/8, niet doorgenummerd.
25.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 13.
26.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 4/8, niet doorgenummerd.
27.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 12.
28.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 3/8, niet doorgenummerd.
29.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 9.
30.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-5, pagina 7/8, niet doorgenummerd.
31.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 30.
32.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2012, p. 71.
33.Het herzien rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 11 mei 2023, nummer 2022.05.13.109, opgemaakt door de NFI-deskundige ir. R. Zoun.
34.Het proces-verbaal van zaakgericht verhoor van verdachte [verdachte] , dossierpagina 293; het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2015, proces-verbaalnummer 20122085827, pagina 2/2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] .
35.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd.
36.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4 en 3/4, steeds kolom 5, niet doorgenummerd.
37.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 juni 2013, dossierpagina’s 291 en 293.
38.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 20 maart 2023, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-toonmapB
39.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 18 juni 2013, dossierpagina 258.
40.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, proces-verbaalnummer PL2300-2016228368-4, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd.
41.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 18 juni 2013, dossierpagina’s 262-263.
42.Het proces-verbaal van getuigenverhoor van de getuige [slachtoffer] door de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, d.d. 24 oktober 2023, pagina’s 2 en 3.