Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest in het incident ex artikel 351 Rv van 12 juli 2022;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de mondelinge behandeling van 21 november 2023 waarbij [appellant] pleitnotities heeft overgelegd.
- de bij H12 formulier van 28 april 2023 van de zijde van [appellant] aan het hof toegezonden productie.
6.De verdere beoordeling
voor gezien Borg”. Op diezelfde datum is [appellant] een overeenkomst van ‘Borgtocht natuurlijke persoon’ met Qredits aangegaan. Hierin is onder meer bepaald:
1.1. Borg verbindt zich hierbij tot een bedrag van maximaal € 60.000,00 (zegge: zestigduizend euro), te vermeerderen met rente en kosten als bedoeld in artikel 7:856 BW, hoofdelijk jegens Kredietgever als borg voor Kredietnemer tot zekerheid voor betaling van al hetgeen Kredietgever van Borg te vorderen heeft voor de betaling van al hetgeen Kredietgever blijkens haar administratie van Kredietnemer heeft te vorderen uit hoofde van de Financieringsovereenkomst, of in de toekomst zal verkrijgen (hierna: de Borgtocht).(…)”.
goed als borg voor zestigduizend euro te vermeerderen met renten en kosten”
Naar aanleiding van je Whatsapp-bericht van vanochtend tref je hierbij een Excelbestand aan met de gegevens die ik gebruikt heb voor het voorstel voor de financiële compensatie, waarbij ik rekening hou met de omstandigheid dat [persoon 1] inzake de AOW teruggaat van een AOW voor een alleenstaande naar een AOW met een partner zonder recht op AOW. Met een afronding voor toekomstige indexaties kom ik op een maandelijkse compensatie van € 650 naast het wekelijkse bedrag van € 250 die ik je blijf overmaken. (…)
Op
na de ontbinding van hun huwelijk tegenover elkaar niet tot betaling van een alimentatie gehouden zijn.” en blijkt uit dat convenant dat er tussen partijen niets te verrekenen valt, althans is dat standpunt van [appellant] niet betwist, maar [appellant] heeft niet voldoende onderbouwd dat sprake is van periodieke betalingen om niet. Dit in het licht van zijn e-mail van 19 augustus 2019 (met een excel bestand) waarop [geïntimeerde] bij e-mail van 7 september 2019 schrijft:
Mocht de berekening van jou niet stroken met de realiteit, kom ik hier zeker op terug. Overigens heeft mr. Maas mij de informatie verstrekt dat ik ten alle tijden nog partner alimentatie kan laten berekenen en aanvragen. Die optie houd ik sowieso open als zaken nu anders gaan draaien.(…)” en in het licht van het betoog van [geïntimeerde] dat partijen expliciet hebben afgezien van beslommeringen rondom verrekening en alimentatie, maar ervoor gekozen hebben dat [appellant] het wekelijkse “leefgeld” van € 250,-- zoals gebruikelijk zou blijven betalen en daarnaast een maandelijkse compensatie van € 650,-- betaalde gedurende de looptijd van het krediet bij Qredits, zoals die afspraken zijn omschreven en uitgewerkt in de e-mail van 19 augustus 2019. Het had op de weg van [appellant] gelegen om nader te onderbouwen dat de afspraken opgenomen in de e-mail van 19 augustus 2019 niet de tegenprestatie betroffen voor het afzien van alimentatieverplichtingen en/of verrekening. Dat geldt te meer daar de e-mail van
Laatste afwikkeling echtscheiding / winstverdeling VOF / autoverzekering”. Nu [appellant] dat niet heeft gedaan is bewijslevering niet aan de orde en kan niet worden geoordeeld dat sprake is van periodieke betalingen om niet. Reeds daarom kwalificeren de periodieke betalingen niet als schenking. Daaraan doet niet af, naar [appellant] betoogt, dat aan een schenking verplichtingen kunnen worden verbonden.
/ winstverdeling VOF / autoverzekering”- is onvoldoende om te oordelen dat de betalingstoezeggingen van [appellant] om niet zijn.
tot het einde van de van de contractuele looptijd van het microkrediet van Qredits, dan wel tot het eerdere moment van algehele (vervroegde) aflossing daarvan.(…)” (zie hiervoor onder 6.2.3) ook zou gelden voor het bedrag van € 250,--.
Nog te betalen bedragen tot einde microkrediet Qredits” bij de e-mail van 19 augustus 2019 het bedrag van € 250,-- niet wordt genoemd.
[geïntimeerde] zou gedurende de loopduur van de financiering van V.O.F. Expanza via Qredits een maandelijkse bijdrage krijgen van € 1650,- bestaande uit € 250,- per week aan ‘leefgeld’ en € 650,- om overige vaste lasten(…)
te kunnen dekken.(…)”, maar uit de verklaring blijkt niet op welke wijze noch wanneer [dochter geïntimeerde] van dit bedrag van
In uw e-mail van 19 augustus 2019 geeft u nadrukkelijk aan de u met cliënte contractueel bent overeengekomen dat geen sprake is van partneralimentatie en dat gemelde compensatie(s) bedoeld is (zijn) om het vermogen in de VOF op een zodanig peil te houden dat het krediet bij Qredits te allen tijde regulier afgelost kan worden (tezamen met de rentebetaling) en daarmee geen risico bestaat dat u kunt worden aangesproken in verband met uw borgstelling.