ECLI:NL:GHSHE:2024:1387

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
20-002465-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie na overlijden van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 16 augustus 2023. De verdachte, geboren in 1992 en overleden op 20 oktober 2023, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, die bij gebreke van betaling vervangen zou worden door tien dagen hechtenis. Na het overlijden van de verdachte heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou worden verklaard in de strafvervolging, aangezien het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht.

Het hof heeft de akte van overlijden van de verdachte in overweging genomen en vastgesteld dat de verdachte op 20 oktober 2023 is overleden. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. Deze beslissing is genomen na een zorgvuldige behandeling van de zaak tijdens de terechtzitting in hoger beroep, waarbij het hof ook kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal.

De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken. Het hof heeft de zaak met inachtneming van de relevante wetgeving en de feiten rondom het overlijden van de verdachte zorgvuldig beoordeeld, wat heeft geleid tot de conclusie dat de vervolging niet kan doorgaan.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002465-23
Uitspraak : 22 april 2024

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 16 augustus 2023, in de strafzaak met parketnummer 03-145152-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
overleden te Rotterdam op [sterfdag] 2023.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, bij gebreke van betaling te vervangen door tien dagen hechtenis.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het Openbaar Ministerie vanwege het overlijden van de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht komt het recht tot strafvordering te vervallen door de dood van de verdachte.
Uit de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep volgt dat de verdachte, blijkens de akte van overlijden van 24 oktober 2023, is overleden op 20 oktober 2023.
Daarom moet, na vernietiging van het vonnis waarvan beroep, het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn strafvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het Openbaar Ministerie ter zake van het tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging.
Aldus gewezen door:
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. G.J. Schiffers en mr. H.A.T.G. Koning, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H.M. van Gennip, griffier,
en op 22 april 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Schiffers is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.