Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
mr. M. van der Horst, voorzitter,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1988, was eerder veroordeeld voor witwassen en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 120 uren. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een verzoek van de verdachte om het vonnis te herzien. De advocaat-generaal heeft bevestigd dat het vonnis moet worden gehandhaafd, terwijl de raadsman van de verdachte vrijspraak heeft bepleit en verzocht om teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van € 32.100,00.
Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de bewijsvoering en de verklaringen van de verdachte. De verdachte heeft verschillende verklaringen afgelegd over de herkomst van het geld, waaronder dat het om erfgeld van zijn opa zou gaan. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte geen concrete en verifieerbare verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het geld, waardoor het vermoeden is gerechtvaardigd dat het geld van misdrijf afkomstig is. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat het geld afkomstig was van een misdrijf en heeft het vonnis van de politierechter bevestigd.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de feiten en omstandigheden die zijn vastgesteld in de bewijsvoering. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet in staat is geweest om een legale herkomst van het geld aan te tonen, en heeft daarom het vonnis van de politierechter bevestigd. Dit arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffiers en is op 5 maart 2024 openbaar gemaakt.