ECLI:NL:GHSHE:2024:1331
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens ontbreken van grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.V.M. van den Hoven, heeft geen grieven ingediend tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 24 mei 2023 was gewezen. Het hof had eerder, in een tussenarrest van 31 oktober 2023, een mondelinge behandeling gelast, maar deze vond niet plaats omdat de advocaat van de appellant zich had onttrokken. De zaak werd vervolgens naar de rol verwezen voor het aanstellen van een nieuwe procesvertegenwoordiger, maar ook op de daaropvolgende zittingen heeft de appellant geen nieuwe vertegenwoordiger gesteld en zijn er geen grieven ingediend. Hierdoor heeft het hof vastgesteld dat het recht van de appellant om grieven in te dienen is vervallen.
Het hof heeft geoordeeld dat de appellant niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep, omdat hij geen grieven heeft aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep. Tevens is de appellant veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 2.135,-- aan griffierecht en € 607,-- aan salaris advocaat. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 april 2024.