Uitspraak
GERECHTSHOF ‘S-HERTOGENBOSCH
[minderjarige] ( [minderjarige] ),geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] .
hierna te noemen: de moeder.
de Raad voor de Kinderbescherming,hierna te noemen: de raad.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Tromp;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de moeder, via beeldbelverbinding.
3.De feiten
“
woont op de groep bij [hulpverlening] . Zij gaat elk weekend naar één van haar ouders. Het ene weekend naar de moeder, het andere weekend naar de vader.
“
U belast [minderjarige] niet met uw negatieve gevoelens over het genomen besluit over de omgang.Dat betekent dat u:- Niet op een negatieve manier praat over de weekend- en vakantie omgang met [minderjarige] bij u. Niet als ze bij u thuis is, en niet als u telefonisch contact met haar heeft.- Niet op een negatieve manier praat over de weekend- en vakantie omgang van [minderjarige] bij moeder. Niet als ze bij u thuis is, en niet als u telefonisch contact met haar heeft.- [minderjarige] niet de schuld geeft van het genomen besluit;- Niet de moeder van [minderjarige] beschuldigt van beïnvloeding van [minderjarige] en haar meningen over de weekenden en vakanties bij u.”
“
Tijdens schoolweken:[minderjarige] heeft eens in de twee weken omgang met haar vader. Dat is op zaterdag van 11.00 uur tot 20.00 uur. [minderjarige] wordt opgehaald op de groep door vader, en teruggebracht naar de groep door vader. [minderjarige] slaapt op de groep.Vader bereidt de bezoeken voor met [hulpverlening] . Vader bespreekt de bezoeken na met [hulpverlening] .
4.De omvang van het hoger beroep
5.De beoordeling
Daarnaast heeft de kinderrechter ten onrechte geoordeeld dat beperking van het contact tussen de vader en [minderjarige] noodzakelijk is. Het beperken van het contact betreft een inbreuk op family life en mag niet verder gaan dan in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. De vader heeft aangegeven open te staan voor hulpverlening of omgangsbegeleiding. De oorzaak van de problemen ligt vermoedelijk in de verschillende opvoedsituaties van de ouders en dat [minderjarige] daar moeilijk mee om kan gaan. Ten onrechte is geen rekening gehouden met de mogelijkheid om bij de vader extra opvoedondersteuning in te zetten op de momenten dat [minderjarige] bij de vader verblijft en op het verbeteren van het contact tussen de ouders en [minderjarige] , door bijvoorbeeld systeemtherapie.