ECLI:NL:GHSHE:2024:123
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de voorlopige hechtenis na veroordeling voor betrokkenheid bij synthetische drugsproductie
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de voorlopige hechtenis van de verdachte, die eerder door de rechtbank was veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens zijn betrokkenheid bij de productie en handel in synthetische drugs. De verdachte had verzocht om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis, maar het hof oordeelde dat er voldoende gronden zijn voor voortzetting van de hechtenis. Het hof overwoog dat het veroordelend vonnis en het gevaar voor herhaling belangrijke factoren zijn die de voortzetting van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen. De verdachte had eerder een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend, maar dit was afgewezen. Het hof benadrukte dat na een veroordelend vonnis de belangen van de samenleving zwaar wegen en dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn om de voorlopige hechtenis te schorsen. De verdachte had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die een ander oordeel rechtvaardigden. Het hof wees daarom zowel het verzoek tot opheffing als het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af.