[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
wonende te [adres 1] .
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen’ veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis en een voorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren. Voorts is beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal bevestigen met uitzondering van de opgelegde straf en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis en een voorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is partiële vrijspraak bepleit en is een strafmaatverweer gevoerd.
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis onder aanvulling en verbetering van de gronden waarop dit berust met uitzondering van de kwalificatie en de door de politierechter opgelegde straf.
Het hof zal tevens de toepasselijke wettelijke voorschriften aanvullen.
Vervanging bewijsmiddelen
1.
Het relaas proces-verbaal d.d. 27 september 2019 van de verbalisant [verbalisant 1] (pagina’s 10-23), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 2] (pagina’s 24-28), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 3] (pagina’s 29-31), het proces-verbaal bevindingen d.d. 31 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 4] (pagina’s 32-34), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 5] (pagina’s 35-37), het proces-verbaal bevindingen d.d. 27 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 6] (pagina’s 38-40), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 7] (pagina’s 41-43), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 8] (pagina’s 44-47), het proces-verbaal bevindingen d.d. 31 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 9] (pagina’s 48-51), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisanten onder nummer [verbalisant 19] en [verbalisant 20] (pagina’s 52-55), het proces-verbaal bevindingen d.d. 28 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 11] (pagina’s 56- 58), het proces-verbaal bevindingen d.d. 30 mei 2019 van de verbalisant [verbalisant 10] (pagina’s 59-60) met bijlagen, de aangiften van de verbalisanten [verbalisant 12] (pagina 78-80) [verbalisant 7] (pagina 81-83), [verbalisant 13] (pagina 87-89), [verbalisant 8] (pagina’s 90-91), [verbalisant 2] (pagina’s 97-98), [verbalisant 9] (pagina’s 104-105), [verbalisant 14] (pagina 114-116), [verbalisant 15] (pagina’s 117-119), [verbalisant 3] (pagina’s 120-122) met bijlagen en [verbalisant 4] (pagina 125-127) met bijlagen.
Uit deze stukken blijkt het volgende.
Op 26 mei 2019 vanaf ongeveer 19.00 uur zou er in Eindhoven een demonstratie van Pegida sympathisanten plaatsvinden waarbij de demonstranten zich zouden verplaatsen van de Pastoor Petersstraat naar de [locatie] moskee die gelegen is tussen de Otterstraat, de Wezelstraat en de Robbenstraat. Bij het vertrek van de Pegida -demonstranten in de Pastoor Petersstraat te Eindhoven keerde zich een aantal tegendemonstranten tegen hen. De sfeer werd grimmig. Er werd geschreeuwd en vuurwerk afgeschoten door de tegendemonstranten. De Mobiele Eenheid (ME) te voet en te paard was genoodzaakt om daar al op te treden om de tegendemonstranten op afstand te houden. Op het moment dat de demonstranten arriveerden op de Woenselse Markt werden agenten in burger belaagd door de tegendemonstranten. Er werd met eieren en stenen naar hen gegooid. Ook werd er gescholden. Op de Kloosterdreef werden de demonstranten van Pegida opgehouden omdat de tegendemonstranten verderop de Robbenstraat nabij de moskee hadden geblokkeerd. Het was niet meer veilig om de demonstratie van de Pegida -aanhangers verder te laten gaan en zij zijn door de politie in een bus afgevoerd. Toen de leden van de bereden ME in de Robbenstraat in de nabijheid van de moskee kwamen, gooiden de tegendemonstranten direct stenen, eieren en glas naar hen. Ook werd er gescholden. De bereden ME heeft toen een charge uitgevoerd. De bestuursleden van de Moskee hebben getracht om de tegendemonstranten tot rust te manen, maar dat lukte niet. Op de kruising van de Robbenstraat met de Wezelstraat en de Molstraat plaatsten de tegendemonstranten een afzettingsbord op het midden van de kruising. Er werd weer met stenen gegooid richting de ME en de tegendemonstranten stonden recht tegenover de ME in linie. ME-leden werden uitgedaagd en aangevallen. De tegendemonstranten maakten trappende en slaande bewegingen naar de ME. ME-leden werden geraakt. Door deze belaging werden de ME-leden genoodzaakt om hun schilden en wapenstokken te gebruiken. Omdat de tegendemonstranten de ME bleven aanvallen, heeft de bereden politie een charge uitgevoerd en de tegendemonstranten verdreven richting de Korenwolfstraat. De tegendemonstranten in de Otterstraat en de Kronehoefstraat bleven o.a. stenen, glazen flessen en vuurwerk gooien in de richting van de ME te voet en te paard. ME-leden en paarden werden geraakt. Ook hebben de tegendemonstranten in de Korenwolfstraat een ME-voertuig belaagd, waardoor de bereden ME weer een charge heeft moeten uitvoeren. De tegendemonstranten gooiden nog steeds voorwerpen naar de ME en ook naar de politiehonden en hondenbegeleiders. Onder meer werd er met uit de grond getrokken (verkeers)palen gegooid. Op de Kronehoefstraat en de Kloosterdreef hebben de tegendemonstranten het verkeer belemmerd en een ME-voertuig de doorgang belemmerd. Zij hebben daar geprobeerd een pijlwagen met een verkeersbord om te gooien. Wederom heeft de bereden ME een charge moeten uitvoeren. Door de sectiecommandanten is uiteindelijk om ongeveer 21.30 uur aan de ME het sein gegeven om terug te trekken onder dekking omdat de situatie onhoudbaar was geworden. Van het begin tot het einde zijn er continu tegendemonstranten op verschillende plaatsen aanwezig geweest, die zich als groep hebben verplaatst.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 16] , d.d. 21 juni 2019, pagina 523, voor zover inhoudende:
Op zondag 26 mei 2019 was ik als lid van de Mobiele Eenheid ingezet ter begeleiding van een Pegida demonstratie te Eindhoven. Omstreeks 20:00 uur stond ik met mijn groep in een linie opgesteld op de Wezelstraat in de richting van het plein alwaar de [locatie] moskee gevestigd is. Op dat moment stond ik met mijn groep in de tweede linie. Voor de eerste linie stonden op dat moment naar schatting 200 tegendemonstranten opgesteld die bewust de doorgang blokkeerden.
Wij werden op dat moment bekogeld met diverse voorwerpen waaronder stenen en glazen flessen die vanuit de groep voor ons naar ons gegooid werden. Ik herkende ambtshalve een persoon welke zich vooraan in de groep tegen de eerste linie van de mobiele eenheid ophield. Deze persoon is genaamd [verdachte] .(...) Toen wij voorwaarts gingen, hoorde ik dat [verdachte] riep: ‘"Lafaards” en vervolgens zag ik dat hij op de voorste linie van de mobiele eenheid inliep. Ik zag dat hij daarbij meerdere trappende bewegingen maakte in de richting van de mobiele eenheid. Ik, verbalisant, kon in de hectiek niet zien of hij daadwerkelijk ook collega's heeft geraakt.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] d.d. 23 juni 2019, pagina 530, met fotobijlage, pagina 531, voor zover inhoudende:
Tijdens de inzet bij de demonstratie op 26 mei 2019 te Eindhoven van Pegida , heb ik een persoon waargenomen. Ik heb bij mijn aangifte en pv bevindingen deze man en zijn gedrag omschreven. De man maakte zich schuldig aan opruiing en mishandeling. De mij getoonde foto van NN Verdachte nummer 19, is de door mij bedoelde man. Deze man droeg in het begin van de demonstratie een zonnebril.
4.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg d.d. 22 oktober 2020, inhoudende de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
Het proces-verbaal van herkenning op pagina 530 klopt, ik ben degene op pagina 531.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 17] en [verbalisant 18] , d.d. 20 juni 2019, pagina 532-533:
Op zondag 26 mei 2019 werd er door de groep genaamd " Pegida ", een anti-Islambeweging, een demonstratie door Eindhoven gehouden. Als tegenprotest verzamelden honderden tegenprotestanten tegen Pegida zich rond het punt, de moskee [locatie] , gelegen op [adres 2] . Tijdens de demonstratie van Pegida werden diverse strafbare feiten gepleegd door de tegendemonstratie van Pegida .
Van de strafbare feiten, welke gepleegd werden door de tegendemonstranten van Pegida , werden diverse camerabeelden vrijwillig door omstanders ter beschikbaar gesteld voor het onderzoek. Tevens werden door de Regionale Toezicht Ruimte te Eindhoven camerabeelden beschikbaar gesteld voor het onderzoek. Tijdens het bekijken van de camerabeelden hebben wij, verbalisanten [verbalisant 17] en [verbalisant 18] , ons op 1 specifiek persoon uit de groep gericht van de tegendemonstranten welke mijn aandacht trok door de strafbare feiten welke hij pleegde tijdens de tegendemonstratie.
Op maandag 10 juni 2019 hebben wij, verbalisanten [verbalisant 17] en [verbalisant 18] op de aangeleverde camerabeelden de specifieke persoon bekeken. Wij kunnen deze specifieke persoon als volgt omschrijven:
- licht getinte huidskleur
- zwart haar, bovenop langer en de zijkanten kort geschoren
- zwart shirt lange mouw, ronde hals
- zwarte lange spijkerbroek
- zwarte sneakers met een witte zool
- zonnebril " pilotenbril"
- horloge om zijn linker pols
Wij hebben " Filmpje moslim jongeren slaags met ME rondom Pegida -demonstratie" bekeken. Wij zagen dat de camerabeelden van de datum 26 mei 2019 waren.
Wij zagen dat deze specifieke persoon bij 00:00:04 seconden duwde tegen een verbalisant van de mobiele eenheid welke in de linie stond. Wij zagen dat hij meer bewegingen maakte richting verbalisanten in de linie van de Mobiele Eenheid.
Deze persoon is vervolgens herkend door diverse verbalisanten als zijnde [verdachte] , geboren [geboortedag] 1973. Dit betreft verdachte 19 in de fotomap.
6.
De eigen waarneming van het hof van camerabeelden op CD4 genaamdMoslimjongeren slaags met ME rondom Pegida -demonstratie.Het volgende is te zien:
De camerabeelden vangen aan met een opstootje tussen de aanwezige ME’ers en een groep mannen. Om 00.02 seconden is te zien dat de verdachte zich in de linie van de ME bevindt. De verdachte wordt uit de linie geduwd richting de groep (tegen-)demonstranten en hij lijkt nog met een van de ME’ers te communiceren waarbij hij tot tweemaal toe “met zijn handen spreekt” en deze daarbij steeds tot ongeveer schouderhoogte omhoog beweegt. De verdachte lijkt niet op een rustige en kalme manier te spreken. De verdachte staat op dit moment als enige, achterom kijkend en pratend in de richting van en op zeer korte afstand c.q. in de linie van de ME. Een persoon in burgerkleding rent uit de ME-groep richting de groep (tegen)demonstranten die op korte afstand van de ME-groep staat. De verdachte krijgt om 00:04 seconden een duw met een wapenschild van de ME ter hoogte van zijn keel. De verdachte keert zich richting de ME-groep, lijkt zijn rug te rechten en stapt hierop terug richting de ME-linie waarbij de rest van de groep demonstrerende mannen direct naar voren beweegt en om hem heen komt te staan. Daarbij is te zien dat een man in een spijkerbroek en een zwart T-shirt met korte mouwen, die zich rechts van de verdachte bevindt, zijn been omhoog beweegt en naar voren springt en zijn omhoog getrokken been schopt in de richting van de ME waarmee de man in de linie komt. De mannen die bij hem in de buurt staan begeven zich ook in de richting van de ME waarbij een aantal zich gewelddadig opdringt richting de ME-groep. Te zien is dat de verdachte zich in deze groep bevindt en met zijn arm naar voren op de ME-linie afstapt. De mannen worden door de ME met geweld teruggedrongen.
Vervanging bewijsoverweging
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep partiële vrijspraak bepleit. Daartoe is – op de gronden zoals nader in de pleitnota verwoord – in de kern het volgende aangevoerd.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de processen-verbaal van verbalisant [verbalisant 9] in onderling verband en samenhang bezien onvoldoende duidelijk zijn wat betreft de herkenning van de verdachte, dan wel dat deze processen-verbaal elkaar onderling uitsluiten. Volgens de raadsvrouw staat op basis van de processen-verbaal niet vast dat de persoon die verbalisant [verbalisant 9] was opgevallen als opruiend, later ook geweld heeft toegepast. De herkenning van de verdachte als verdachte 19 valt volgens de verdediging te betwisten nu in een ander proces-verbaal de verkeerde [achternaam verdachte] is gekoppeld, hetgeen afbreuk doet aan de eerdere fotoherkenning.
Volgens de verdediging kan op basis van de resterende processen-verbaal van [verbalisant 16] , [verbalisant 17] en [verbalisant 18] en de eigen verklaringen van de verdachte slechts worden vastgesteld dat de verdachte ‘lafaards’ zou hebben geroepen, trappende bewegingen zou hebben gemaakt, een verbalisant zou hebben geduwd en meer (niet nader geduide) bewegingen zou hebben gemaakt richting de verbalisanten.
Dit betekent dat de verdachte in theorie veroordeeld zou kunnen worden voor de gedachtestreepjes 1, 4, 5 en 10. Ten aanzien van gedachtestreepje 10 is de verdediging van oordeel dat de uiting ‘lafaards’ niet volstaat als mogelijke opruiingsuitingen en niet valt onder de reikwijdte van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. Ten aanzien van gedachtestreepje 1 is de verdediging van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte politieambtenaren heeft geslagen, geschopt of een zogenaamd knietje heeft gegeven. Er kan enkel worden vastgesteld dat de verdachte slaande of schoppende bewegingen heeft gemaakt.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat de verdachte gedurende geruime tijd is meegelopen met de demonstranten van Pegida . Op het moment dat deze demonstranten onderweg waren naar de [locatie] moskee aan de Otterstraat heeft de verdachte zich met een grote groep mannen verzameld vlak bij deze moskee met het doel te voorkomen dat Pegida op het plein een varken zou gaan barbecueën. De emoties bij leden van de moslimgemeenschap die zich hierdoor gekrenkt voelden, kan het hof zich goed voorstellen, maar naar het oordeel van het hof rechtvaardigt dit op geen enkele wijze geweldpleging, en al zeker niet tegen de politie.
Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte tezamen met een grote groep mannen tegenover de linie van de politie staat. Ondanks het feit dat de groep steeds onrustiger wordt, is er op dat moment nog geen sprake van enige geweldpleging. Op het moment dat de verdachte zich in de linie van de ME bevindt, weggeduwd wordt omdat hij daar (op dat moment) niet thuis hoort, zich niet eigener beweging daaruit verwijdert en een duw met het schild krijgt, zoekt de verdachte woordelijk de confrontatie met de ME, komt de rest van de groep in actie en wordt er geweld gebruikt tegen de ME. De verdachte staat op dat moment midden in deze groep en moet opgemerkt hebben dat de mannen om hem heen optrekken richting de ME en daarbij geweldshandelingen plegen jegens de ME. De verdachte heeft er op dat moment voor gekozen om niet weg uit de linie te stappen, maar om ook naar voren, dieper de linie in te bewegen en met zijn arm naar voren gericht in de linie van de ME te lopen waaruit het hof afleidt dat verdachte daarbij of vervolgens een ME’er heeft geduwd. Daarmee heeft de verdachte een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan de openlijke geweldpleging. Niet alleen heeft de verdachte de groep met zijn aanwezigheid getalsmatig versterkt en hebben zijn gedragingen naar het oordeel van het hof ertoe geleid dat een groep (tegen-)demonstranten ineens gewelddadig werd jegens de ME-groep, maar ook heeft hij zich mondeling gekeerd tegen de ME op het moment dat hij uit de ME-groep werd weggeduwd en heeft hij een ME’er geduwd. Onder de gegeven omstandigheden zijn de gedragingen naar het oordeel van het hof zonder meer te zien is als een vorm van openlijk in vereniging geweld plegen.
Alhoewel de verdachte na dit voorval niet meer op de beelden is waar te nemen als geweldpleger is het hof met de politierechter van oordeel dat de verdachte (mede) verantwoordelijk gehouden kan worden voor het openlijke geweld dat daar op dat moment plaatsvond en dat spoedig daarna, al dan niet elders, volgde. Dat de verdachte kort na aanvang van het openlijk geweld weggaat terwijl de geweldplegingen niettemin aanhouden maakt niet dat er niet langer een causaal verband bestaat tussen zijn handelen en de voortdurende openlijke geweldpleging. Naar het oordeel van het hof is de verdachte dan ook eveneens voor dit voortdurende openlijk in vereniging gepleegd geweld verantwoordelijk te houden. Dat wellicht niet ieder gevolg was voorzien of gewild maakt dit niet anders. Het al dan niet met voorwaardelijk opzet ontketenen van een moeilijk zo niet onmogelijk te beheersen situatie van openlijk in vereniging gepleegd geweld tegen personen en/of goederen is voor wat betreft de gevolgen daarvan dan ook in beginsel voor rekening van de verdachte.
Het hof is met de politierechter van oordeel dat het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd: