ECLI:NL:GHSHE:2024:1145
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en afwijzing deskundigenonderzoek in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, verzocht om het gezag over [minderjarige] te behouden. De rechtbank had op 15 september 2023 het gezag van zowel de vader als de moeder beëindigd en de GI tot voogd benoemd. De vader was van mening dat de rechtbank ten onrechte het gezag had beëindigd en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de mogelijkheid van eenhoofdig gezag. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2024 werd de vader bijgestaan door zijn advocaat, mr. D. Strijbosch, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming en de moeder, bijgestaan door mr. R. Shahbazi, ook hun standpunten naar voren brachten. Het hof oordeelde dat de vader niet in staat was om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] te dragen binnen een aanvaardbare termijn. Het hof concludeerde dat de beëindiging van het gezag van de vader noodzakelijk was om de belangen van [minderjarige] te waarborgen, en dat er geen grond was voor het gelasten van een deskundigenonderzoek. De grieven van de vader werden afgewezen en de beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd.