Uitspraak
[de pleegouders] ,
de Raad voor de Kinderbescherming,
5.De tussenbeschikking van het hof van 15 september 2022
- de eerstvolgende drie omgangsmomenten bij de moeder thuis zullen plaatsvinden en het eerste en laatste half uur van de omgang begeleid worden door de pleegzorgwerker;
- de omgangsmomenten vervolgens zullen plaatsvinden bij de moeder thuis zonder begeleiding.
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
7.De verdere beoordeling
op dit momentuitvoering wordt gegeven – één hele dag in de zes weken onbegeleid bij de moeder thuis – wordt vastgelegd. De moeder heeft laten zien dat zij één dag per zes weken op een voor [minderjarige 1] prettige wijze invulling kan geven aan de omgangsmomenten en dat het niet langer noodzakelijk is dat hier begeleiding bij aanwezig is. [minderjarige 1] gedijt hier goed bij. De problemen die er eerder waren na de omgangsmomenten met de moeder (bedplassen, claimend gedrag, erg emotioneel zijn), zijn er niet meer. Dat is een mooie ontwikkeling. Daarnaast laat deze frequentie zich goed combineren met zijn hobby’s en zijn gezinsleven bij de pleegouders thuis. Het hof ziet dat alle betrokkenen hard hebben gewerkt en stappen hebben gezet om tot deze uitgebreidere regeling te komen. Deze regeling past nu het beste in het leven van [minderjarige 1] .