ECLI:NL:GHSHE:2024:1137

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
20-002504-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen opgelegde geldboete en procesgang in strafzaak

Op 6 februari 2024 vond een rolzitting plaats bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch in de zaak van een verdachte die hoger beroep had ingesteld tegen een door de rechtbank opgelegde geldboete. De verdachte, geboren in 1990, was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was gedagvaard. De voorzitter, mr. J.T.F.M. van Krieken, stelde vast dat ook de benadeelde partijen niet aanwezig waren. Op verzoek van de advocaat-generaal, mr. R.A. Dona, verleende het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en besloot de behandeling van de zaak voort te zetten.

De zitting had het karakter van een rolzitting, waarbij enkel de grieven tegen het vonnis werden geïnventariseerd. De voorzitter deelde mee dat de verdachte op 8 september 2023 hoger beroep had ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank van 5 september 2023. Het hof had kennisgenomen van een e-mailbericht van de verdachte, waarin hij zijn volmacht voor het instellen van het hoger beroep bevestigde. Het hof las dit bericht met welwillendheid en nam aan dat de verdachte ten minste appel had ingesteld tegen de strafmaat.

De voorzitter kondigde aan dat de inhoudelijke behandeling van de zaak zal worden ingepland na ontvangst van het uitgewerkte proces-verbaal van de rechtbank. Dit proces-verbaal zal door de griffiers en de voorzitter worden vastgesteld en ondertekend. De zaak blijft dus in behandeling, en de verdachte zal op een later tijdstip worden opgeroepen voor de inhoudelijke behandeling.

Uitspraak

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, Rolzitting Meervoudig, op 6 februari 2024.
Tegenwoordig zijn:
mr. J.T.F.M. van Krieken, voorzitter,
mr. K.J. van Dijk en mr. Y. van Setten, raadsheren,
mr. M.E. van Vessem en S. Wafai, griffiers.
Het Openbaar Ministerie wordt ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.A. Dona, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte genaamd:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende te [adres] ,
is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet verschenen.
De voorzitter stelt aan de hand van de mededeling van de deurwaarder vast dat de benadeelde partijen niet zijn verschenen.
Op vordering van de advocaat-generaal verleent het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt, dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
De voorzitter deelt mede dat op voorhand is bepaald dat de zaak niet inhoudelijk zal worden behandeld, maar dat deze zitting het karakter zal hebben van een rolzitting, waarop slechts de grieven tegen het vonnis worden geïnventariseerd.
De voorzitter deelt mede dat de verdachte d.d. 8 september 2023 hoger beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank d.d. 5 september 2023. Het hof kennisgenomen van het e-mailbericht d.d. 8 september 2023, inhoudende de volmacht voor het instellen van het hoger beroep van de verdachte, waarin de verdachte naar voren brengt:
‘Tijdens de zitting is een geldboete opgelegd. Daar wil ik in hoger beroep gaan.’.Het hof heeft het e-mailbericht van de verdachte met grote welwillendheid gelezen, in die zin dat het hof op basis van de voornoemde passage aanneemt dat de verdachte beoogd heeft ten minste appel in te stellen tegen de strafmaat.
De voorzitter deelt mede dat de inhoudelijke behandeling, na ontvangst van het uitgewerkte proces-verbaal van de rechtbank, zal worden gepland bij de meervoudige strafkamer van het hof.
Het hof, gehoord de advocaat-generaal:

schorsthet onderzoek voor onbepaalde tijd;

beveeltde oproeping van de verdachte tegen datum en tijdstip van een nog nader te bepalen terechtzitting, waarop de inhoudelijke behandeling zal plaatsvinden;

beveelt voortsde kennisgeving van de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de benadeelde partijen;

bepaaltdat het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg moet worden uitgewerkt;

bepaaltdat na ontvangst van het uitgewerkte proces-verbaal de inhoudelijke behandeling, bij de meervoudige strafkamer van het hof, voor
30 minutenzal worden ingepland.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffiers is vastgesteld en ondertekend.