ECLI:NL:GHSHE:2024:1136

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
20-002564-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. J.T.F.M. van Krieken
  • mr. K.J. van Dijk
  • mr. Y. van Setten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens onvoldoende bezwaren

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 12 september 2023 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De raadsman van de verdachte had op 10 januari 2024 een e-mail gestuurd waarin hij zijn bezwaren tegen het vonnis uiteenzette. Het hof oordeelde echter dat de bewoordingen in deze e-mail niet volstonden als een adequate opgave van bezwaren. Bovendien zijn zowel de raadsman als de verdachte niet verschenen op de terechtzitting om mondeling een toelichting te geven op de bezwaren. Het hof concludeert dat aan het indienen van grieven door de raadsman hogere eisen gesteld kunnen worden dan aan die door de verdachte zelf. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten dat de strafzaak niet verder onderzocht hoeft te worden en heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002564-23
Uitspraak : 6 februari 2024
VERSTEK (DNIP)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 12 september 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-128718-23 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Daartoe heeft het hof overwogen dat aan het indienen van grieven door de raadsman hogere eisen kunnen worden gesteld dan aan het indienen van grieven door de verdachte. De raadsman van de verdachte heeft bij e-mailbericht van 10 januari 2024 het volgende naar voren gebracht: ‘
Cliënt kan zich niet verenigen met de beslissing genomen in eerste aanleg en wenst een nieuwe behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep’. Raadsman noch verdachte zijn ter terechtzitting verschenen om mondeling een toelichting te geven op de bezwaren tegen het vonnis. Het hof stelt zich derhalve op het standpunt dat de voorgaande bewoording niet volstaat als zijnde een opgave van bezwaren. Tevens is het hof niet van oordeel dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. J.T.F.M. van Krieken, voorzitter,
mr. K.J. van Dijk en mr. Y. van Setten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Vessem en S. Wafai, griffiers,
en op 6 februari 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Y. van Setten is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.