Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige 1] (hierna te noemen: [minderjarige 1] ),
[minderjarige 2] (hierna te noemen: [minderjarige 2] ),
[minderjarige 3] (hierna te noemen: [minderjarige 3] ),
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verzoek van de vader om tezamen met de moeder het gezag over de kinderen uit te oefenen, alsnog af te wijzen;
- een omgangsregeling te bepalen zonder overnachtingen. Kosten rechtens.
- voor wat betreft het gezag, zich refereert aan het oordeel van het hof;
- verzoekt de bestreden beschikking ten aanzien van de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, een zorgregeling te bepalen zoals die nu tussen partijen feitelijk wordt uitgevoerd.
3.De beoordeling
.
- iedere twee weken van vrijdag 15.00 uur tot zondag 18.00 uur,
- alsmede gedurende de helft van de feestdagen en schoolvakanties,
- het ene weekend op zaterdag van 12.00 uur tot 19.00 uur;
- het andere weekend van zaterdag 12.00 uur tot zondag 19.00 uur, waarbij de
Indien de andere ouder niet met het verzoek instemt, wordt het verzoek ingevolge artikel 1:253c lid 2 BW slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
3.9.3. Gezamenlijke uitoefening van het gezag vereist dat de ouders het mogelijk maken dat beslissingen over de verzorging en opvoeding van het kind tot stand komen op een wijze die niet belastend is voor het kind en zijn veiligheid niet in gevaar brengt. In het geval ouders niet (meer) samenleven en moeizaam of niet communiceren is het van belang dat, waar nodig, de verzorgende ouder die beslissingen kan nemen die voor het dagelijkse leven en de veiligheid van (spoedeisend) belang zijn voor het kind en dat de niet-verzorgende ouder deze beslissingen niet blokkeert. Ook is het van belang dat ouders die niet in staat zijn de strijd met elkaar te staken, tenminste in staat zijn het kind buiten die strijd te houden. Indien bovengenoemde omstandigheden aanwezig zijn, ligt gezamenlijk gezag in de rede, tenzij andere redenen eenhoofdig gezag noodzakelijk maken.
4.De beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] ,
- het ene weekend op zaterdag van 12.00 uur tot 19.00 uur;
- het andere weekend op zaterdag van 12.00 uur tot 19.00 uur en op zondag van 12.00 tot 19.00 uur (zonder overnachting);
- op woensdag van 18.00 uur tot 19.30 uur en gedurende een gedeelte van de vakanties en feestdagen (zonder overnachting), in onderling overleg te bepalen,