Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.MVS Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 18 januari 2022;
- het proces-verbaal van de enquête van 13 juni 2022;
- de memorie na enquête van AEC;
- de memorie na enquête van MVS c.s.
9.De verdere beoordeling
Verder zullen we de voorwaarde hanteren dat alle door ons geleverde apparatuur eigendom blijft totdat 100% van de betalingen zijn gedaan’. Dit levert naar het oordeel van het hof geen aanvullend bewijs op in voormelde zin. Daarbij is van belang dat deze e-mail van [persoon B] zelf afkomstig is.
stilzwijgendheeft aanvaard, anders dan AEC (ook) heeft betoogd.
tijdensde bespreking op 1 oktober 2015 deze voorwaarde door [persoon B] is gesteld. Volgens de getuigenverklaring van [persoon B] is tijdens deze bespreking het punt van het eigendomsvoorbehoud besproken en geconcretiseerd en zijn in zijn beleving tijdens die bespreking afspraken gemaakt over het eigendomsvoorbehoud. De bewuste e-mail van 29 september 2015 van [persoon B] heeft AEC echter niet in het geding gebracht. Dit terwijl [persoon B] blijkens zijn getuigenverklaring deze e-mail wel heeft. Ook voor wat betreft de stelling van AEC dat het eigendomsvoorbehoud op 1 oktober 2015 door [persoon B] en [Persoon A] is
besproken, zijn er dus geen aanvullende bewijzen in voormelde zin voorhanden. [Persoon A] heeft dit als getuige ontkend. Dat [persoon B] en [Persoon A] het eigendomsvoorbehoud toen hebben
afgesproken, kan dus evenmin worden aangenomen.
wetendat het eigendomsvoorbehoud niet aan de orde is geweest, maar kan hij zich verder niets (goed) herinneren over de afspraken omtrent de luchtwasser. Mogelijk heeft hij er een belang bij dat in rechte niet komt vast te staan dat er een eigendomsvoorbehoud tot stand is gekomen, zoals AEC suggereert. Hieruit kan echter niet worden afgeleid dat het eigendomsvoorbehoud wél is besproken en dat daarover concreet afspraken zijn gemaakt.