Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 1 november 2022;
- de akte van [appellant] met een productie;
- de akte van [geïntimeerde] met een productie;
- de antwoordakte van [appellant];
- de antwoordakte van [geïntimeerde].
9.De verdere beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
“In zijn algemeenheid kan ik zeggen dat wij de onderstaande alinea uit het convenant onderschrijven. (.. ) Als wij een geval van arbeidsongeschiktheid door krijgen vanuit UWV doen wij de bepaling aan de hand van algemene richtlijnen. Hier wordt dus niet per werkgever naar het reglement gekeken, alleen naar de juiste toepassing van de algemeen geldende regels wat betreft arbeidsongeschiktheid. Hiermee willen we zeggen: 1e ziektedag binnen het dienstverband toepassen premievrijstelling arbeidsongeschiktheid. Daarbij wel opgemerkt dat we inlooprisico uitsluiten.”.
De deelnemer die direct voorafgaand aan de beëindiging van het deelnemerschap door ziekte niet in staat is om zijn bedongen arbeid te verrichten, maar bij beëindiging van het deelnemerschap (nog) geen beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft ontvangen, maakt aanspraak op vrijstelling van premiebetaling als aan de deelnemer direct aansluitend aan de ziekte een WIA-uitkering wordt verleend. De vrijstelling van de premiebetaling wordt verleend, nadat de gewezen deelnemer een beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij 35% of meer arbeidsongeschikt is en dat de bijbehorende eerste ziektedag in de periode van deelnemerschap lag. (…) De vrijstelling van premiebetaling wordt op zijn vroegst verleend per de datum waarop het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen de WIA-uitkering heeft toegekend.”.