Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
-
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 1] ;
-
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 2] .
advocaat: mr. C.A.E. van der Poel.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
primair: de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar tegen de bestreden beschikking ingestelde hoger beroep;
subsidiair: de door de moeder tegen de bestreden beschikking aangevoerde grieven af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 4 oktober 2022;
- de brief van de GI van 10 februari 2023 met bijlagen, ontvangen op 14 februari 2023.
3.De beoordeling
Subsidiair stelt de vader dat het hoger beroep van de moeder moet worden afgewezen. De vader betwist dat de eerdere zorgregeling goed verliep. Daarnaast is het de vraag op welke zorgregeling de moeder doelt. De moeder blijft vasthouden aan haar eigen opvattingen over wat goed is voor de kinderen. De kinderen missen nu duidelijkheid. De kinderen zijn op de hoogte van de zorgregeling die bij beschikking van 23 november 2022 is bepaald. De moeder beslist echter eenzijdig zich hier niet aan te houden. De vader maakt zich ernstig zorgen over wat dit met de kinderen doet. De moeder veroorzaakt door haar handelen dat er geen stabiliteit en duidelijkheid is voor de kinderen en dat de vader niet als een volwaardige ouder wordt beschouwd. De moeder voldoet hiermee niet aan haar opvoedingsverantwoordelijkheden.
In het licht van het eenzijdige gedrag van de moeder dient de ondertoezichtstelling gehandhaafd te blijven. Op die manier kan er zicht blijven op de kinderen en er op worden toegezien dat de moeder zich houdt aan naleving van de week-op-week-af co-ouderschapsregeling zoals bepaald in de betreffende beschikking van de rechtbank.
Ten aanzien van [minderjarige 2] erkennen partijen dat [minderjarige 2] meer positieve begeleiding nodig heeft van beide ouders bij de start van de week-op-week-af co-ouderschapregeling. Gezien de weerstand van moeder tegen de opvoedsituatie bij vader is de ondertoezichtstelling nodig om deze begeleiding vorm te geven zodat [minderjarige 2] kan wennen aan de nieuwe week-op-week-af co-ouderschapssituatie.