ECLI:NL:GHSHE:2023:861
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag en benoeming van bewindvoerder in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende het ontslag van de bewindvoerder van de rechthebbende. De rechthebbende, die in eerste aanleg verzocht had om ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Limburg van 15 april 2022, waarin dit verzoek was afgewezen. De rechthebbende voerde aan dat er gewichtige redenen waren voor ontslag, waaronder een verstoorde werkrelatie en onvoldoende communicatie van de bewindvoerder. De bewindvoerder daarentegen stelde dat de rechthebbende onvoldoende meewerkte aan het bewind.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2023 was de rechthebbende niet aanwezig, maar haar advocaat, mr. L.M. van den Dungen, was wel aanwezig. Het hof heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder e-mailberichten en brieven van de bewindvoerder. Het hof oordeelde dat er sprake was van een verstoorde werkrelatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder, wat een gewichtige reden voor ontslag opleverde. Het hof heeft vervolgens de beschikking van de rechtbank vernietigd en de bewindvoerder ontslagen, met benoeming van een opvolgend bewindvoerder.
De beslissing houdt in dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na haar ontslag een eindrekening en -verantwoording moet afleggen aan de opvolgend bewindvoerder. De opvolgend bewindvoerder moet binnen drie maanden na haar benoeming een afschrift van de beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen indienen bij de rechtbank. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.