In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Limburg inzake de contactregeling met zijn kinderen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De ouders zijn het niet eens over de omgangsregeling, waarbij de vader verzoekt om een begeleide omgangsregeling en de moeder verzoekt om bekrachtiging van de eerdere beschikking. De Raad voor de Kinderbescherming is betrokken bij de procedure en heeft geadviseerd om de ouders door te verwijzen naar een hulptraject om te werken aan contactherstel. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 februari 2023 zijn beide ouders gehoord, evenals de Raad. Het hof heeft vastgesteld dat er een negatieve beeldvorming over de vader bestaat bij de kinderen en dat er hulpverlening nodig is om dit te doorbreken. Het hof heeft de ouders in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan een BOR-3-traject en specialistische hulpverlening. De beslissing van het hof is om verdere beslissingen aan te houden in afwachting van de uitkomst van de hulptrajecten. De ouders hebben ingestemd met deelname aan het traject en zijn zich bewust van de noodzaak om samen te werken aan het herstel van het contact tussen de vader en de kinderen.