ECLI:NL:GHSHE:2023:821
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep in ontnemingszaak
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 20 januari 2020. De zaak betreft een ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene is vastgesteld op € 302.338,36. De rechtbank had de betrokkene verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de betrokkene, bijgestaan door haar raadsvrouw, bevestigd dat zij haar grieven tegen het vonnis niet langer handhaaft. De advocaat-generaal heeft vervolgens gevorderd dat het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaart, een standpunt dat ook door de verdediging werd ondersteund. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de behandeling van haar zaak in hoger beroep. Gezien het ontbreken van een dergelijk belang, heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de verdediging, en is op 3 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.