ECLI:NL:GHSHE:2023:798
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot verhuur van de woning van de rechthebbende door de bewindvoerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de bewindvoerder om een machtiging tot verhuur van de woning van de rechthebbende, de moeder. De bewindvoerder, die de dochter van de rechthebbende is, had in eerste aanleg een verzoek ingediend bij de kantonrechter, maar dit was afgewezen. De moeder, geboren in 1936, woont sinds oktober 2021 in een verzorgingstehuis en kan niet meer terugkeren naar haar woning. De bewindvoerder stelde dat de woning leegstaat en dat dit niet in het belang van de moeder is, vooral omdat de waarde van de woning vanaf 2024 zal meetellen bij de berekening van de eigen bijdrage voor de zorg. De bewindvoerder verzocht om de woning te verhuren voor € 1.300,- per maand, met de intentie dat de woning in de familie blijft.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 januari 2023 was de moeder niet aanwezig, wat het hof ertoe bracht om haar niet te horen, gezien haar gezondheidstoestand. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat verhuur in het belang van de moeder is en dat de financiële belangen niet geschaad zouden worden. Het hof vernietigde de beschikking van de kantonrechter en verleende de bewindvoerder de gevraagde machtiging tot verhuur, met de voorwaarde dat zij eerst een machtiging van de kantonrechter moet verkrijgen voor het oversluiten van de hypotheek.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de belangen van de rechthebbende en de noodzaak om de woning niet leeg te laten staan, wat financieel nadelig zou zijn voor de moeder. Het hof heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.