3.1.Het hof gaat in deze zaak uit van de volgende feiten.
a. WonenBreburg is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet en is als zodanig verplicht te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen.
b. Voor het aanbieden en toewijzen van haar sociale huurwoningen bedient WonenBreburg zich van het woonruimtebemiddelingssysteem ‘Klik voor Wonen’, dat een samenwerkingsverband betreft tussen verschillende woningcorporaties in de regio.
c. Voor het kunnen reageren op aangeboden sociale huurwoningen is een inschrijving bij ‘Klik voor Wonen’ nodig.
d. [appellant] heeft zich op 5 januari 2012 bij Klik voor Wonen ingeschreven. [appellante] heeft zich op 13 juli 2014 bij Klik voor Wonen ingeschreven.
e. Op 4 april 2017 is [appellant] , nadat hij aangegeven had interesse te hebben, een woning aangeboden aan de [adres] . Deze woning is niet door hem geaccepteerd.
f. Op 1 november 2018 is in Klik voor Wonen de datum van inschrijving van [appellant] gewijzigd van 5 januari 2012 naar 5 januari 2005.
g. Medio december 2018 heeft [appellant] via Klik voor Wonen zijn interesse kenbaar gemaakt voor de sociale huurwoning van WonenBreburg aan de [adres 2] (hierna: de woning).
h. WonenBreburg heeft de woning aan [appellant] toegewezen.
i. Met ingang van 3 januari 2019 is er een huurovereenkomst tussen WonenBreburg en [appellant] tot stand gekomen met betrekking tot de woning, met bijbehorende parkeerplaats. De huurprijs bedraagt laatstelijk € 715,63 per maand ter zake van de woning en € 13,43 per maand ter zake van de parkeerplaats.
j. In januari 2019 is na intern onderzoek gebleken dat de inschrijfdatum van een aantal woningzoekenden in Klik voor Wonen is aangepast door een (inmiddels voormalig) medewerker van één van de woningcorporaties die zijn aangesloten bij Klik voor Wonen.
k. Op 8 maart 2019 heeft [appellant] bij WonenBreburg een verzoek ingediend strekkende tot medehuurderschap van zijn echtgenote [appellante] . WonenBreburg heeft dat verzoek bij brief van 11 maart 2019 ingewilligd.
l. Bij brief van 14 mei 2019 heeft WonenBreburg [appellanten] geschreven aanwijzingen te hebben dat de woning is toegewezen op basis van een onjuiste inschrijfduur en dit nader zal worden onderzocht.
m. Bij brief van 7 juni 2019 heeft WonenBreburg [appellanten] geschreven dat de in Klik voor Woning vermelde inschrijfduur van [appellant] niet correct is geweest omdat deze ten onrechte met zeven jaar is verlengd en is [appellanten] in de gelegenheid gesteld om de huurovereenkomst vrijwillig te beëindigen.
n. Bij brief van 27 juni 2019 heeft WonenBreburg [appellanten] aangeschreven met de mededeling dat hij nu twee woningen huurt en dat hij één van beide huurovereenkomsten moet opzeggen.
o. [appellanten] zijn niet bereid gebleken om de huurovereenkomst van de woning aan de [adres 2] op te zeggen. De huur van de andere woning, aan het [adres 3] hebben zij wel opgezegd.
De procedure bij de kantonrechter