ECLI:NL:GHSHE:2023:766
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis en belangenafweging in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank die de voorlopige hechtenis van de verdachte heeft geschorst. De rechtbank oordeelde dat het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang, en dat de doelen van de voorlopige hechtenis ook op andere manieren gerealiseerd kunnen worden. De officier van justitie ging in hoger beroep, stellende dat de rechtbank haar beslissing niet voldoende had gemotiveerd, omdat niet duidelijk was gemaakt welk persoonlijk belang zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang.
Het hof heeft de zaak bestudeerd en de argumenten van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, gehoord. Het hof concludeert dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het gevaar voor herhaling kan worden ondervangen door voorwaarden te stellen aan de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof benadrukt dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of er minder bezwarende alternatieven zijn voor de voorlopige hechtenis, ook als de verdachte zelf geen specifieke persoonlijke belangen aanvoert. Het hof oordeelt dat de beslissing van de rechtbank niet onbegrijpelijk is en wijst het hoger beroep af, waarbij de beschikking van de rechtbank wordt bevestigd.