ECLI:NL:GHSHE:2023:687

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
20-002163-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en cocaïne

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie, alsmede van het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne. De officier van justitie ging tegen deze vrijspraak in beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging.

Het hof heeft de zaak onderzocht en vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten in maart 2019 in de woning van zijn zus was geweest, waar de vuurwapens en cocaïne zijn aangetroffen. Er was DNA van de verdachte aangetroffen op een van de vuurwapens, maar het hof oordeelde dat dit niet voldoende bewijs opleverde om te concluderen dat de verdachte de wapens en drugs voorhanden had. Het hof concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002163-21
Uitspraak : 1 maart 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 31 augustus 2021, in de strafzaak met parketnummer 01-156119-21 tegen:

[Verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken ter zake van – kort gezegd – het voorhanden hebben van een revolver en een pistool (feit 1), het voorhanden hebben van 20 stuks munitie (feit 2) en het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne (feit 3).
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen [1] en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
De verdediging heeft primair integrale vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bepleit en daarmee bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Subsidiair heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot en met 5 april 2019 te Schaijk, gemeente Landerd
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een double-action centraal vuur revolver, van het merk Nagant, model 1895, kaliber 7.62 Nagant (7,62x38r) en/of;
- een semiautomatisch centraal vuur pistool, van het merk Astra, model A-80 Inox,
kaliber 9 millimeter Parabellum (9x19 millimeter),
zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot en met 5 april 2019 te Schaijk, gemeente Landerd
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 6 (zes) centraal vuur kogelpatronen van het kaliber 7.62 millimeter Nagant (7.62x38R) en/of
- 14 (veertien) volmantel centraal vuur kogelpatronen van het kaliber 9 millimeter Luger (9x19 millimeter)
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot en met 5 april 2019 te Schaijk, gemeente Landerd
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 200 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bepleit. Daartoe is in de kern aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde te kunnen komen. Daartoe is aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde vuurwapens, kogelpatronen en cocaïne voorhanden heeft gehad. Daarnaast is aangevoerd dat het kan zijn dat het DNA van de verdachte door middel van secundaire overdracht op het wapen terecht is gekomen, immers de verdachte had boodschappen in een gele plastic tas van de supermarkt Jumbo naar zijn zus gebracht. Volgens de verdediging kan via de tas het DNA van de verdachte op het vuurwapen terecht zijn gekomen, nu het vuurwapen met daarop het DNA van de verdachte eveneens is aangetroffen in een gele plastic tas van de supermarkt Jumbo. Met betrekking de overige tenlastegelegde goederen is het DNA van de verdachte niet aangetroffen.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de voorhanden zijnde stukken is het hof gebleken dat op 5 april 2019 in een met een deksel afgesloten prullenbak op het omheinde buitenperceel van de zus van de verdachte, [naam medeverdachte] (inmiddels ook bekend onder de naam [naam medeverdachte]), aan de [adres 1] twee geladen vuurwapens en cocaïne zijn aangetroffen. De cocaïne lag in een blauwwitte plastictas onder een drietal (thee-)doeken. Daaronder werd een gele plastictas van de supermarkt Jumbo aangetroffen waarin een zilverkleurig pistool met donkerkleurig handvat zat (naar later blijkt: een pistool van het merk Astra), met 14 patronen erin. Onder deze tas lag een blauwwitte plastictas met daarin een gele Jumbotas waarin een zwartkleurig revolver (naar later blijkt: een revolver van het merk Nagant) met 6 patronen erin, werd aangetroffen.
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft de wapens onderzocht op de aanwezigheid van DNA. Uit het onderzoek is gebleken dat op het ruwe deel van één van de vuurwapens (pistool van het merk Astra) een DNA-mengprofiel is aangetroffen dat afkomstig kan zijn van minimaal drie personen, waaronder de verdachte en zijn voornoemde zus. Ook is uit de bemonstering van de randen, gaten en vulopening van het patroonmagazijn van het pistool van het merk Astra een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal twee personen waaronder dat van de verdachte.
De verdachte zelf ontkent ter terechtzitting in hoger beroep enige betrokkenheid te hebben bij de tenlastegelegde feiten.
Verder stelt het hof op grond van de stukken in het dossier en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep vast dat de verdachte op verschillende dagen in maart 2019 het perceel van zijn zus aan de [adres 1] had betreden met een gele plastic tas van de supermarkt Jumbo. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep erkend dat hij in die periode regelmatig in de chalet van zijn zus kwam. Hij heeft daartoe verklaard dat hij destijds daar kwam met volle boodschappentassen met daarin boodschappen voor zijn zus. Zijn zus had destijds een gebroken pols en hij deed haar boodschappen en kookte voor haar.
Het hof acht op grond van de bevindingen van het NFI waarschijnlijk dat de verdachte één van de donoren van de aangetroffen sporen op een vuurwapen (pistool) is geweest. Dat enkele gegeven is echter onvoldoende voor het oordeel dat de verdachte het desbetreffende vuurwapen (pistool) in of omstreeks de ten laste gelegde periode ook voorhanden heeft gehad. Immers, gelet op het gevoerde verweer, het dossier en het verhandelde ter zitting is het niet zonder meer onaannemelijk te achten dat sprake is geweest van secundaire overdracht van het DNA-materiaal van de verdachte. Mitsdien is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het hem tenlastegelegde vuurwapen (pistool) voorhanden heeft gehad. Nu voornoemd verband tussen verdachte en dat vuurwapen (pistool) niet is komen vast te staan is ook voor het andere aangetroffen vuurwapen (revolver), de kogelpatronen en de drugs onvoldoende (ander) bewijs om tot het oordeel te kunnen komen dat de verdachte deze goederen wèl voorhanden heeft gehad.
Dit alles leidt tot de conclusie dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor een bewezenverklaring. Mitsdien zal de verdachte van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door:
mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter,
mr. H.A.T.G. Koning en mr. H.N. Brouwer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Hafti, griffier,
en op 1 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. H. Hafti is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.In de schriftelijke vordering van de advocaat-generaal staat kennelijk abusievelijk vermeld dat zij bevestiging van het beroepen vonnis vordert. Uit hetgeen de advocaat-generaal ter terechtzitting naar voren heeft gebracht, alsmede gelet op het feit dat voor de 3 feiten een straf is gevorderd is het evident dat de advocaat-generaal vernietiging van het beroepen vonnis heeft gevorderd.