ECLI:NL:GHSHE:2023:686

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
20-000047-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep tegen vrijspraak voor vuurwapenbezit en cocaïne

Op 1 maart 2023 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 28 december 2020 was vrijgesproken van het voorhanden hebben van een revolver en een pistool, het voorhanden hebben van 20 stuks munitie en het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne. De rechtbank had het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de in beslag genomen vuurwapens en munitie onttrokken aan het verkeer. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal vernietigen en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 139 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 150 uren. De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, zich verenigend met de redengeving van de rechtbank. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal had abusievelijk bevestigd dat zij het vonnis wilde handhaven, terwijl zij in werkelijkheid vernietiging had gevorderd.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000047-21
Uitspraak : 1 maart 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 28 december 2020, in de strafzaak met parketnummer 01-230558-19 tegen:

[Verdachte],

ook bekend onder de naam: [Verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken ter zake van – kort gezegd – het voorhanden hebben van een revolver en een pistool (feit 1), het voorhanden hebben van 20 stuks munitie (feit 2) en het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne (feit 3). De rechtbank heeft het tegen de verdachte verleende (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Daarnaast zijn de onder de verdachte in beslag genomen vuurwapens en 20 stuks munitie onttrokken aan het verkeer.
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen [1] en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht, waarvan 139 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis. De advocaat-generaal heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot het beslag.
De verdediging heeft primair integrale vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bepleit en daarmee bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Subsidiair heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd. Ten aanzien van de onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen heeft de verdediging geen standpunt ingenomen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door:
mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter,
mr. H.A.T.G. Koning en mr. H.N. Brouwer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Hafti, griffier,
en op 1 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. H. Hafti is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.In de schriftelijke vordering van de advocaat-generaal staat kennelijk abusievelijk vermeld dat zij bevestiging van het beroepen vonnis vordert. Uit hetgeen de advocaat-generaal ter terechtzitting naar voren heeft gebracht, alsmede gelet op het feit dat voor de 3 feiten een straf is gevorderd is het evident dat de advocaat-generaal vernietiging van het beroepen vonnis heeft gevorderd.