6.3.1.Ter toelichting voert de
vrouwhet volgende aan. De vader is in 2000 in Marokko verdwenen. De hele familie is nog altijd op zoek naar hem. Het is tot op heden onbekend wat er met hem is gebeurd. De vrouw weet niet of hij is overleden. De man is hiervan op de hoogte. De stelplicht en bewijslast van de stelling dat de vader op [datum] 2000 is overleden, rust op de man. De man heeft niet aan zijn stelplicht voldaan.
attestation administratif en extrait d'acte de décès
De man heeft een attestation administratif en een extrait d'acte de décès in het geding gebracht, maar hoe hij daaraan is gekomen, heeft hij niet toegelicht. Deze documenten kunnen ook niet als bewijs dienen van het overlijden van de vader op [datum] 2000. Het attestation administratif is slechts een administratieve verklaring en is bovendien onleesbaar. In het extrait d'acte de décès staan fouten - de geboorteplaats van de vader en de naam van de moeder van de vader zijn onjuist - en de akte is onvolledig: de datum van overlijden volgens de Islamitische kalender, de geboortedatum en het beroep van de vader en de naam en functie van de ambtenaar, ontbreken. Ook is de volledige naam van de vader niet vermeld in het document. De apostille op het extrait d'acte de décès bevestigt alleen de echtheid van de handtekening en de hoedanigheid waarin de ondertekenaar van het stuk heeft gehandeld. Het zegt niets over de juistheid van de inhoud van het document.
vonnis rechtbank Nador en apostille
Het door de man eerst in hoger beroep overgelegde vonnis van 8 april 2013 van de rechtbank Nador waarbij de nalatenschap van de vader zou zijn verdeeld, zou er een indicatie voor zijn dat, als de vader al zou zijn overleden, dat na 2000 zou zijn geweest. Er heeft echter nimmer een procedure tot verdeling van de nalatenschap plaatsgevonden. Het vonnis is niet authentiek. Het door de man als vonnis gepresenteerde document is, alleen al gezien de opmaak daarvan, een zelfstandig door of namens de man op een tekstverwerker geproduceerd document.
De apostille die is overgelegd, zegt niets meer dan dat het document waarop de apostille ziet op 3 juni 2014 is ondertekend en uit drie pagina's bestaat en dat de apostille is afgegeven door de griffie van de rechtbank Nador. Daarmee is niet gezegd dat deze apostille ziet op het vonnis van de rechtbank Nador van 8 april 2013 of op het document dat door de man als vonnis is gepresenteerd. De apostille kan ook betrekking hebben op een heel ander document van de rechtbank Nador met drie pagina's dat toevallig op 3 juni 2014 is ondertekend. De apostille vermeldt ook niet dat de apostille ziet op een vonnis en zegt over de aard van het document dus feitelijk niets.
In het vonnis staat de vrouw als één van de gedaagden genoemd met als adres [adres] , maar de vrouw woont in Europa (eerst in België en later in Nederland). Zij heeft geen woonplaats in Marokko. De vrouw is nooit opgeroepen voor een procedure in Marokko, terwijl zij in elk geval sinds 2008 als in Nederland woonachtig bij het Marokkaans consulaat in [plaats 4] staat geregistreerd. Indien jegens haar een gerechtelijke procedure in Marokko aanhangig zou zijn gemaakt, had zij via het consulaat voor deze procedure opgeroepen moeten zijn (artt. 36 en 37 Code Civil, vgl. prod. 21). Het vonnis vermeldt ook dat zij in de procedure is vertegenwoordigd door advocaat mr. [advocaat] te [plaats 3] , maar deze persoon kent zij niet en heeft zij nooit ontmoet.
proces-verbaal van verdeling
De man heeft in twee procedures twee verschillende versies van het proces-verbaal van verdeling overgelegd, die hij beide heeft betiteld als origineel. Ook het proces-verbaal van verdeling is dus niet authentiek. Daarbij vermeldt het proces-verbaal van verdeling geen datum van overlijden en klopt de inhoud ervan niet. Volgens dit proces-verbaal heeft de gerechtsdeurwaarder zich op 1 april 2014 naar het te verdelen perceel grond begeven en ter plaatse de aanwezigheid van de vrouw geregistreerd, maar in die periode is de vrouw helemaal niet in Marokko geweest, hetgeen blijkt uit de mutaties op de bankrekening van de vrouw.
6.3.2.De
manheeft, samengevat, het volgende verweer gevoerd. Het heeft hem altijd zeer verbaasd dat de vrouw durft te stellen dat zij niet weet dat de vader in 2000 is overleden. De man weet niet anders dan dat de vader op [datum] 2000 in Marokko is overleden en dat hij daar ook is begraven. Hij weet dat omdat hij destijds met de vrouw samenleefde. Er is nooit enige twijfel over geweest dat de vader is overleden. Pas toen hij de erfenis van de vrouw heeft betrokken in de nadere verdeling van de huwelijksgemeenschap betoogde de vrouw, tot zijn grote verbazing, dat zij geen erfenis heeft verkregen, omdat niet vaststaat dat de vader is overleden. Het is in strijd met de waarheid dat de hele familie nog steeds op zoek is naar de vader. Dat blijkt ook daaruit dat de erfgenamen, waaronder de vrouw, in Marokko een verdelingsprocedure hebben gevoerd. Het vonnis van verdeling van 8 april 2013 van de rechtbank te Nador is voorzien van een apostille, waarmee in rechte vaststaat dat het vonnis authentiek is. Met de overgelegde overlijdensakte voorzien van een apostille is aangetoond dat volgens de bevoegde Marokkaanse autoriteiten de vader op [datum] 2000 is overleden. Het is aan de vrouw om te bewijzen dat dat niet zo is. De overgelegde documenten zijn van een familielid van de vrouw verkregen. Dit familielid wil uit respect voor de familieverhoudingen zijn naam niet bekendmaken en die wens dient te worden gerespecteerd.
6.3.3.Het
hofoverweegt als volgt.
Op grond van art. 150 Rv dient een partij alle feiten te stellen die benodigd zijn voor het intreden van het door hem beoogde rechtsgevolg en deze feitelijke stellingen tevens voldoende concreet te onderbouwen. Heeft deze partij aan die stelplicht voldaan, dan hoeft hij de door hem gestelde feiten slechts te bewijzen (art. 150 Rv), wanneer de wederpartij deze feiten in voldoende mate heeft betwist.
De man stelt dat de nalatenschap van de vader tijdens het huwelijk van partijen is opengevallen, waardoor de gerechtigheid van de vrouw tot haar aandeel in die nalatenschap tot de huwelijksgemeenschap behoort. De man verbindt daaraan het rechtsgevolg dat de vrouw haar aandeel daarin verbeurt, dan wel dat het aandeel van de vrouw in de nalatenschap van haar vader alsnog moet worden verdeeld. Gelet op het bepaalde in art. 150 Rv betekent dit dat de stelplicht en bewijslast van het feit dat de vader tijdens het huwelijk is overleden, op de man rust.
extrait d'acte de décès
Ten bewijze van het overlijden van de vader heeft de man een extrait d'acte de décès (uittreksel uit de overlijdensakte) overgelegd. Artikel 36 van het Marokkaans Besluit nr. 2-99-665 bepaalt het volgende:
‘(…)
Het uittreksel uit de (…) overlijdensakte bevat:
- het aktenumrner en het jaar van registratie;
- de voor- en achternaam van de betrokkene;
- de datum van de gebeurtenis volgens de kalenders van de Islamitische en de Gregoriaanse jaartal, de plaats, het geslacht van de overledene en zijn nationaliteit als hij een buitenlander is;
- de voor- en achternaam van de ouders;
- de geboortedatum en -plaats van de overledene, evenals hun adres en beroep als het gaat om een uittreksel uit een overlijdensakte;
- vermelding van overlijden op het uittreksel uit de geboorteakte indien de houder van deze laatste is overleden;
- de datum van afgifte van de kopie;
- de naam, functie en handtekening van de ambtenaar, alle details op te stellen in de Arabische taal en in Latijnse letters.’
Op het door de man overgelegde extrait d'acte de décès ontbreken de datum van overlijden volgens de Islamitische kalender, de geboortedatum en het beroep van de vader en de naam en functie van de ambtenaar. Bovendien is onweersproken dat het document niet de volledige naam van de vader vermeldt en onjuistheden bevat. Dit document kan naar Marokkaans recht - gelet op het bepaalde in art. 36 van bovengenoemd Besluit - derhalve niet worden aangemerkt als een rechtsgeldige overlijdensakte. Daarbij toont de apostille alleen aan dat de handtekening op het document echt is. Het hechten van een apostille aan een document zegt niets over de inhoud van dat document.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat het extrait d'acte de décès niet kan dienen als bewijs dat de vader tijdens het huwelijk van partijen is overleden.
attestation administratif
De man heeft niet duidelijk gemaakt wat de status is van het attestation administratif. Dit document is bovendien onleesbaar. Ook dit document kan daarom niet dienen als bewijs dat de vader tijdens het huwelijk van partijen is overleden.
vonnis rechtbank Nador en proces-verbaal van verdeling
Het vonnis van de rechtbank te Nador en het proces-verbaal van verdeling die de man verder heeft overgelegd ten bewijze dat de vader is overleden, bevatten geen datum van overlijden van de vader. Nog daargelaten dat de vrouw de authenticiteit van beide documenten alsook het bestaan van een verdeling betwist, zijn deze documenten van een datum gelegen ná de peildatum (29 maart 2007, het vonnis dateert van 8 april 2013). Zo er al sprake is geweest van een procedure tot verdeling van de nalatenschap kan daarom uit die documenten niet worden afgeleid dat de vader tijdens het huwelijk van partijen is overleden. Ook deze documenten kunnen daarom niet dienen ter onderbouwing van de stelling van de man dat de vader tijdens het huwelijk van partijen is overleden.
Het tijdens de mondelinge behandeling gedane verzoek van de advocaat van de man in de gelegenheid te worden gesteld om op basis van het proces-verbaal van het hof alsnog een verklaring van erfrecht te verkrijgen (en waartegen de vrouw bezwaar heeft gemaakt), zal het hof – als tardief en in strijd met de goede procesorde – afwijzen.