ECLI:NL:GHSHE:2023:650

• Datum uitspraak: 28 februari 2023
• Publicatiedatum: 28 februari 2023
• Zaaknummer: 200.278.574_01 H
• Instantie: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Arbeidsrecht
• Procedures: Hoger beroep
• Rechters: J.I.M.W. Bartelds; A.L. Bervoets; A. Wijsman - Van Veen
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Herstel van kennelijke fout in arbeidsovereenkomst met betrekking tot boete en bedingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 februari 2023 een arrest gewezen in hoger beroep, waarin het hof een kennelijke fout in een eerder arrest van 31 januari 2023 heeft hersteld. De zaak betreft een werknemer, aangeduid als [appellant], die door zijn werkgever, Unipak B.V., werd veroordeeld tot betaling van een boete wegens overtreding van verschillende bedingen in de arbeidsovereenkomst, waaronder een relatiebeding, concurrentiebeding, nevenwerkzaamhedenbeding en een intellectueel eigendomsbeding. Het hof constateerde dat in het dictum van het eerdere arrest abusievelijk een bedrag van € 200.000 was vermeld, terwijl het juiste bedrag € 150.000 diende te zijn, zoals ook in de rechtsoverwegingen was toegelicht. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het voornemen om deze kennelijke fout te herstellen. De appellant heeft hierop gereageerd, terwijl van de zijde van Unipak geen reactie is ontvangen. Het hof heeft vervolgens besloten de fout te herstellen en het bedrag in het dictum te corrigeren. De verbetering zal worden vermeld op de minuut van het eerdere arrest. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 februari 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.278.574/01

arrest van 28 februari 2023 tot verbetering in de zin van artikel 31 Rv van het arrest van 31 januari 2023

in de zaak van

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [appellant],

advocaat: mr. M. Straus te Amsterdam,

tegen

Unipak B.V.,

Statutair gevestigd te Bergen op Zoom, kantoorhoudende te [kantoorplaats],

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellante in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als Unipak,

advocaat: mr. Y.A.E. Vlassenroot te Haarlem,

Ambtshalve constatering hof kennelijke fout

Het hof heeft ambtshalve geconstateerd dat het dictum van het eindarrest van 31 januari 2023 een kennelijke fout bevat die zich leent voor eenvoudig herstel. Onder het derde liggende streepje staat:

- veroordeelt [appellant] om tegen bewijs van kwijting aan Unipak binnen 14 dagen na betekening van dit arrest een bedrag van € 200.000 te betalen wegens verbeurde boetes, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 februari 2019 tot de dag der voldoening;

Het bedrag van € 200.000 is abusievelijk vermeld want het hof heeft [appellant] veroordeeld om een bedrag van € 150.000 te betalen. Dit staat in de rechtsoverwegingen 3.14.8 en 3.15, en kan ook niet anders worden begrepen omdat het hof daarbij heeft toegelicht dat het gaat om “ongeveer 3 netto jaarsalarissen”.

Gelegenheid uitlaten partijen

Het hof heeft partijen op 3 februari 2023 gemeld voornemens te zijn deze kennelijke fout ambtshalve te herstellen en partijen in de gelegenheid gesteld om zich daarover binnen twee weken uit te laten. [appellant] heeft het hof bij akte van 17 januari 2023 verzocht de het arrest op die wijze aan te passen. Van Unipak heeft het hof niet vernomen.

Herstel in de zin van artikel 31 Rv

Het hof zal de geconstateerde kennelijk fout herstellen.

De uitspraak

Het hof:

Bepaalt dat onder het derde liggende streepje in het dictum van het tussen bovenvermelde partijen gewezen arrest van 31 januari 2023, de vermelding van het bedrag van € 200.000 wordt verbeterd en gewijzigd in € 150.000;

Bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum van 28 februari 2023 wordt vermeld op de minuut van het arrest van 31 januari 2023.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.I.M.W. Bartelds, A.L. Bervoets en A. Wijsman - Van Veen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 februari 2023.

griffier rolraadsheer