Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 1]), en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 2]).
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
- welke mogelijkheden zijn er voor toedeling van zorg- en opvoedingstaken voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] aan de vader?;
- hoe dient de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken qua vorm en frequentie in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] vormgegeven te worden?
Partijen hebben in 2015 afgesproken dat de moeder voortaan het eenhoofdig gezag over de kinderen zou gaan uitoefenen. De vader heeft al jarenlang geen bemoeienis in het leven van de kinderen en toont daarin ook geen interesse. Er is al jaren nagenoeg geen contact tussen de vader en de kinderen en hij maakt geen onderdeel uit van hun leven. Hij is daarom niet in staat om beslissingen over de kinderen te nemen. De communicatie tussen partijen verloopt moeizaam en zij hebben een slechte verstandhouding. Wanneer de vader toestemming moet geven voor een beslissing ten aanzien van de kinderen geeft de moeder de vader alle relevantie informatie die hij daarbij nodig heeft. De vader is vervolgens nalatig bij het adequaat terugsturen van de ingevulde formulieren. Het heeft bijvoorbeeld twee weken geduurd voordat de vader toestemming gaf voor de inschrijving van [minderjarige 1] op de middelbare school en voor het aanvragen van een nieuw paspoort duurde het zelfs twee maanden voordat de vader de benodigde toestemming had gegeven. Deze gang van zaken heeft zijn weerslag op de kinderen. Het is voor de moeder en de kinderen telkens weer spannend, onvoorspelbaar en onduidelijk of, met welk antwoord en wanneer de vader uiteindelijk zal reageren. De vrees dat de kinderen door het handelen van de vader klem of verloren zullen raken is zeer aannemelijk. De moeder verwacht bij deze stand van zaken niet dat partijen in staat zullen zijn verbetering in de communicatie te bewerkstelligen. Omdat toestemming vragen aan de vader haar te veel energie kost, heeft de moeder inmiddels een punt bereikt waarbij zij alleen voor de zaken die zij echt belangrijk vindt toestemming vraagt aan de vader.
De vader is nooit vrijwillig met de moeder overeengekomen dat de moeder eenhoofdig het gezag over de kinderen mag uitoefenen. Anders dan de moeder stelt heeft de vader wel degelijk interesse in de kinderen getoond. De moeder gaf hem hier geen enkele ruimte voor. Na het uiteengaan van partijen stuurde de vader kaartjes naar de kinderen en bezorgde hij cadeautjes, maar er volgde nooit een reactie. De vader heeft jarenlang verzocht om contact te mogen hebben met de kinderen, maar de moeder geeft tot op heden geen enkele ruimte aan de vader om invulling te geven aan zijn vaderschap. De vader is hierdoor moedeloos geworden en het viel hem zwaar om nog enige actie te ondernemen ten aanzien van zijn rol als vader. De vader is bereid om de verstandhouding en de communicatie met de moeder te verbeteren en zo nodig hulpverlening hierbij te ervaren. Wanneer de moeder toestemming nodig heeft van de vader informeert zij de vader niet of onvolledig, maar verlangt zij wel een handtekening van de vader. Van de vader kan niet verwacht worden dat hij een blanco formulier invult zonder uitleg van de moeder waarvoor zijn toestemming nodig is. Als de moeder de vader volledig en correct informeert zal de vader aan redelijke verzoeken van de moeder zonder meer meewerken. Dat heeft hij tot op heden ook altijd gedaan. Met de rechtbank is de vader van mening dat de moeder geen feiten heeft gesteld en verder ook niet is gebleken dat de kinderen bij instandhouding van het gezamenlijk gezag klem of verloren zouden raken tussen de ouders. Hoewel de communicatie tussen partijen te verbeteren valt, zijn partijen wel degelijk in staat om een vorm van communicatie te onderhouden en weet de moeder de vader te vinden als zij zijn toestemming nodig heeft. Het is in het belang van de kinderen dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, zodat zij weten dat er - ondanks het ontbreken van contact tussen de vader en de kinderen - twee ouders zijn die meedenken en beslissen over hun toekomst.