Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[de B.V. 1],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak C/01/378861/KG ZA 22-58)
2.Het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven van [appellant] met producties 18 tot en met 20;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ;
- de memorie van antwoord van [de B.V. 1] met producties 46 tot en met 48;
3.De feiten
- afgewezen het door [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [appellant] gedane enquêteverzoek voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [de B.V. 1] vanaf 2013;
- op het tegenverzoek van [de B.V. 1] en [de B.V. 1] een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [de B.V. 2] vanaf 9 december 2015 en bij onmiddellijke voorziening [geïntimeerde 1] als commissaris van [de B.V. 2] geschorst.
uitgifte van aandelen door de Vennootschap, daaronder begrepen vervreemding
het uitbrengen van stem op aandelen voor zover het betreft het voorstel om goedkeuring te verlenen aan de overdracht van één of meer aandelen in het kapitaal van [hof: [de B.V. 2] ],
VERDELING CERTIFICATEN”(hierna: notariële concept-akte 2018) vermeldt in de aanhef onder 1, 2, 3 en 4 respectievelijk [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] , [appellant] en (de bestuurder van) [de B.V. 1] en verder dat zij:
verkrijger 1, honderd drieëndertig (133) certificaten van aandelen, nummers 1 tot en met 133 alsmede het één/derde onverdeeld aandeel in het certificaat van aandeel met nummer 400 in [de B.V. 1] voormeld, welke de comparant sub 1. in levering aanvaardt;
verkrijger 2, honderd drieëndertig (133) certificaten van aandelen, nummers 134 tot en met 266 alsmede het één/derde onverdeeld aandeel in het certificaat van aandeel met nummér 400 in [de B.V. 1] voormeld, welke de comparante sub 2. in levering aanvaardt;
verkrijger 3, honderd drieëndertig (133) certificaten van aandelen, nummers 267 tot en met 399 alsmede het één/derde onverdeeld aandeel in het certificaat van aandeel met nummer 400 [de B.V. 1] voormeld die de comparant sub 3. in levering aanvaardt.
Continuïteit van de onderneming. Een gezonde toekomst van het bedrijf wil ik waarborgen. Daarom zal ik ernaar streven dat het bedrijf in handen komt van een partij met bewezen geschiktheid om de bedrijfsactiviteiten succesvol voort te zetten. Ik heb te weinig grond om te kunnen concluderen dat jij met jouw ervaringen kwaliteiten op dit punt de beste papieren hebt. Ook de [raad van commissarissen] heeft me eerder vandaag laten weten serieuze risico's te zien voor de onderneming als jij dga zou worden.
Waarde van de onderneming. Zodra bekend wordt dat jij door het [de B.V. 1] -bestuur zou worden gezien als een serieuze kandidaat-koper, is de kans reëel dat de directie van de Holding, vanwege gebrek aan vertrouwen in een goede samenwerking, besluit de onderneming op korte termijn te verlaten. Een dergelijke discontinuïteit zou zeer nadelig zijn voor de marktwaarde van de onderneming. (…) .
Keuze van vader en familieverhoudingen. Jullie vader heeft welbewust gekozen heeft voor het aantrekken van een externe directie en de oprichting van een [de B.V. 1] . (…)
Ondernemingskamer. De uitspraak van de ondernemingskamer bevestigd deze denk-richting.
Zet een streep onder het verleden. Ik heb goed begrepen dat de afgelopen jaren frustrerend waren voor jou. Met de beslissing afgelopen zomer om je aandeel in [de B.V. 1] te verkopen, wilde ook jij nadrukkelijk een streep zetten onder het verleden en je blik op de toekomst richten. Financiële onafhankelijkheid zal jou veel extra mogelijkheden bieden, zowel zakelijk als investeerder in aantrekkelijke ondernemingen, als privé, bijvoorbeeld ten aanzien van de toekomst van je kinderen. Dat perspectief moet je afwegen tegen de risico's die verbonden zijn aan de situatie waarin je schulden moet maken om enig eigenaar van [de B.V. 1] te worden.
“Project [V] ”opgestarte verkoopproces is onderzoek verricht naar door [appellant] vermoede onregelmatigheden bij [de B.V. 1] . Op 22 april 2019 heeft [appellant] op basis daarvan aan [naam 2] geschreven:
“Project [V] ”is in 2020 een veiling georganiseerd waarvoor tientallen potentiële kopers zijn benaderd. Acht daarvan hebben een bieding uitgebracht.
“VERDELING CERTIFICATEN (…) [de B.V. 1] (…)”(hierna: notariële concept-akte 2022) vermeldt in de aanhef onder 1, 2, 3 en 4 respectievelijk [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] , [appellant] en ( [bestuurder] als bestuurder van) [de B.V. 1] en bevat verder soortgelijke vermeldingen als hiervoor aangehaald in de notariële concept-akte 2018.
4.De vorderingen en uitspraken in eerste aanleg
5.De beoordeling in beroep
- terugbetaling van wat [appellant] ter uitvoering van het beroepen vonnis heeft betaald, met wettelijke rente;
- betaling van de proceskosten van de eerste aanleg en het beroep.
“Project [V] ”een onderbouwd en reëel bod op de [aandelen] heeft uitgebracht. Net als bij verschillende andere twistpunten, miskennen partijen hierbij echter dat de in dit kort geding voorliggende vorderingen zich toespitsen op (niet de verkoop en overdracht van de [aandelen] maar) de (medewerking aan) de verdeling van de onverdeeld gebleven [de B.V. 1] -certificaten. De eventuele vernietiging van de veroordelingen I en II leidt dan ook nog niet tot de door [appellant] gewenste ongedaanmaking of aantasting van de reeds plaatsgevonden verkoop en overdracht van de [aandelen] .
“Project [V] ”gedane biedingen, waren dat volgens [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [de B.V. 1] geen concrete en onderbouwde reëele biedingen en waren die bovendien gericht op het verkrijgen van (niet de [de B.V. 1] -certificaten maar) de [aandelen] .
6.De uitspraak
- [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] op € 343,= aan griffierecht en op € 3.549,= aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten als [appellant] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- [de B.V. 1] op € 783,= aan griffierecht en op € 3.549,= aan salaris advocaat;