Uitspraak
[minderjarige](hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de vaststelling van een zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013. De moeder, verzoekster in principaal hoger beroep, en de vader, verzoeker in incidenteel hoger beroep, zijn in een geschil verwikkeld over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De rechtbank Limburg had eerder een beschikking gegeven waarin de moeder niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag en het verzoek om vervangende toestemming voor het aanmelden van [minderjarige] op school werd afgewezen. Het hof heeft de ouders verwezen naar een jeugdhulptraject, maar deelname aan dit traject heeft geen doorgang gevonden.
Het hof heeft op 12 januari 2023 de bestreden beschikking vernietigd voor zover het betreft de reguliere zorgregeling. Het hof heeft bepaald dat [minderjarige] gedurende drie achtereenvolgende weekenden van vrijdag na school tot maandag voor school bij de moeder verblijft, waarbij de moeder verantwoordelijk is voor het ophalen en terugbrengen. Daarnaast heeft het hof bepaald dat [minderjarige] in de periode van tien dagen tussen de twee weekenden dat hij bij de moeder verblijft, met de moeder via Facetime of telefonisch contactmomenten heeft. De ouders zijn in staat geacht om onderling afspraken te maken over de verdeling van het verblijf van [minderjarige] tijdens vakanties en feestdagen, en deze regeling is bekrachtigd. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.