Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- feit 1: in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid hennepplanten;
- feit 2: diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
- feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
- feit 4: een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voorbereiden en/of bevorderen,
€ 10.816,05. Het hof zal de vordering toewijzen met vermeerdering van de wettelijke rente vanaf de laatste dag van de tenlastegelegde en bewezenverklaarde periode, te weten 19 oktober 2016.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.